‘Mijn kinderen hoeven niet te luisteren’

24.04.2021 10:07
mijn kinderen hoeven niet te luisteren Beeld: Shutterstock

Sinds de kinderen van Miloe van Beek niet meer hoeven te gehoorzamen, is er geen ochtendstress meer en wordt er stukken minder geruzied. 

“Ik bedoel het niet vervelend hoor, maar ze luistert gewoon niet.” Het is eerste kerstdag, we hebben het voorgerecht net op en om redenen die ik niet meer weet, gaat het gesprek ineens over het karakter van mijn driejarige dochter. Ik staar mijn moeder aan, neem een slok wijn, open mijn mond voor een gevat antwoord, maar er komt geen geluid uit. Want wat wil ik zeggen? Dat ze inderdaad niet het prototype voorbeeldig kind is? Dat ze haar eigen gang gaat? Heel goed weet wat ze wel en niet wil? Dat ik trots ben op die eigenschappen? Zal ik uitleggen dat ze prima luistert, alleen niet altijd gehoorzaamt? En dat dat ook niet hoeft? Het klinkt allemaal zo soft, zo zweverig.

Op zoek naar de juiste woorden hoor ik ineens een klein stemmetje naast me. “Mama, ik heb honger. Mag ik een boterham?” Ik voel de ogen van de rest van het gezelschap op mij gericht. Stuur ik mijn dochter terug naar bed, zoals een strenge, kordate moeder betaamt, dan zal ze waarschijnlijk met veel kabaal in opstand komen en haar slapende neefjes wakker maken. Ik besluit mijn gevoel te volgen. “Oké, één boterham.” Volmaakt tevreden kruipt ze tegen me aan, eet haar boterham smakkend op, veegt de kruimels van haar mond, zegt: “Nu ga ik weer slapen”, en beklimt de trap naar boven.
 

Commando’s negeren

Een paar uur later lig ik zelf in bed en stort mijn frustraties uit over mijn knikkebollende man. Het zit me dwars dat ik word gezien als moeder die haar kinderen niet opvoedt. Een moeder zonder gezag. Wier kinderen ongehoorzaam zijn.

Ik weet op dat moment precies wat ik had willen zeggen tijdens het etentje. Dat mijn oudste vanaf zijn vierde elke regel ter discussie stelde (‘Waarom zijn kinderen brutaal en ouders niet? Waarom zijn jullie de baas over mij?’) en nog driftiger werd van de ‘ga-maar-afkoelen-op-de-trap-aanpak’. Dat mijn dochter vanaf het moment dat ze ging peuterpuberen stoïcijns alle commando’s negeerde (‘Nee mama, ik doe mijn laarzen niet aan. En ook mijn jas niet. Ik ga niet slapen. Ik kom niet uit bad. Ik poets mijn tanden niet.’) Dat ik heb ontdekt dat de strijd aangaan voor mij niet werkt, dat meebewegen, kijken waarom ze niet gehoorzamen, wat de reden is voor het dwarse, boze gedrag en samen een oplossing zoeken, veel meer oplevert. Dat ik dichtklap, komt niet alleen omdat opvoeden iets heel persoonlijks is.

Lees ook
‘Opvoeden? Mij niet gezien, ik ben allergisch voor regels’ >

 

Mini-me

Het komt ook omdat ik in gezelschap zelf nogal van het brave, aangepaste soort ben. Twee jaar geleden realiseerde ik me na een lezing van de Amerikaanse opvoedgoeroe Alfie Kohn hoezeer ik die eigenschappen ook probeerde op te leggen aan mijn opstandige oudste zoon. “We kijken niet waarom een kind iets doet, wat hij wil zeggen met zijn gedrag. We zijn alleen maar bezig om kinderen te leren gehoorzamen”, aldus Kohn. Ik besefte dat ik mijn zoon met al mijn correcties wilde veranderen in een mini-me: een gehoorzaam, aangepast kind. Alfie Kohn liet me inzien dat mijn kinderen autonome wezens zijn.
 

Gehoord en gezien

“We vergeten soms dat kinderen ongewenst en heftig gedrag vertonen omdat ze graag gehoord en gezien willen worden”, zegt pedagoog Eva Bronsveld. Ze adviseert ouders die worstelen met het gedrag van hun kinderen, vaker te benoemen wat ze zien. “Maak contact met je kind, raak hem aan en erken zijn emotie, hoe gek die in jouw ogen misschien ook is. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik zie dat je boos bent, dat snap ik.’ Zo werk je met je kind samen, in plaats van hem te straffen of te belonen Als je kind is gekalmeerd kun je samen een oplossing bedenken. Je zal zien dat je kind zich zo minder machteloos voelt, en de strijd en de driftbuien afnemen. Je staat namelijk niet meer tegenover, maar naast elkaar.”
 

Overleggen

Ook psycholoog Laura Fobler meent dat ouders in de opvoeding meer zouden kunnen overleggen met hun kinderen. “Vaak zetten ouders hun macht in om kinderen te laten gehoorzamen. Maar wie ben jij om alles voor je kind te bepalen?” Fobler stelt dat kinderen die streng worden opgevoed, vaak stiekem gedrag vertonen om straf te ontlopen, snoepjes pakken zonder dat te zeggen, bijvoorbeeld. “Als je altijd te horen krijgt dat je naar je ouders moet luisteren, kun je later in de pubertijd moeilijker zelf keuzes maken. De kans is groot dat je kinderen dan naar hun vrienden luisteren in plaats van naar zichzelf.”
 

Gehoorzamen

Na de lezing van Alfie Kohn besluit ik de ‘mijn-kinderen-moeten-gehoorzamen-opvoeding’ los te laten en meer te gaan samenwerken. Bij alle dagelijkse strubbelingen overweeg ik hoeveel strijd ze waard zijn. Wil ik mijn gelijk halen, de baas zijn, vind ik dat iets zo hoort voor de buitenwereld of kan ik ze eigenlijk prima hun zin geven? En dus ga ik geen eindeloze discussies meer voeren als mijn dochter haar schoenen niet aan wil, maar vertel ik haar dat ze koude, natte voeten krijgt als ze op sokken naar buiten gaat. Als haar dat niet uitmaakt, houd ik haar niet meer tegen, maar kijk glimlachend hoe ze vrolijk op sokken door de plassen springt.

Weigert ze na het spelen bij haar nichtje hysterisch mee naar huis te gaan omdat ze het paarse poppenwagentje mee wil nemen? Dan til ik haar niet kordaat op zet haar luid gillend in de auto, maar zeg dat ik haar begrijp: “Het is ook echt een heel mooie poppenwagen. Ik snap dat je die mee wilt nemen. Zullen we hem op je verlanglijstje voor je verjaardag zetten?” “Ja-haa voor mijn verjaardag”, snift ze opgelucht om vervolgens huppelend mee naar de auto te lopen en er nooit meer op terug te komen.
 

Energie

Ja, deze oplossing duurt wat langer en ja, ik moet de afkeurende blikken van andere ouders weerstaan, maar daar komt zo veel energie en vrolijkheid voor terug dat ik het voor lief neem. Met mijn zoon van zeven bespreek ik het ochtendritueel. ’s Ochtends loop ik zo’n tien keer zijn kamer in om hem voorzichtig te vertellen dat het tijd is om op te staan, daarna roep ik in oplopend volume onder aan de trap: “Nu opstaan!” Uiteindelijk komt hij veel te laat en stikchagrijnig in zijn pyjama naar beneden. Ik mopper waarom hij ”niet gewoon na één keer vragen luistert” en we arriveren beiden in een pesthumeur net op tijd op school. “Ik vind het zelf vervelend om elke ochtend zo boos te worden, en de dag zo gehaast te beginnen”, zeg ik. Wat kunnen we daaraan doen denk je?”

“Ik vind het niet fijn als jullie mij wakker maken, ik wil alleen wakker worden.” Zijn woorden brengen me op het idee van een eigen wekker. Hij is enthousiast. We stellen de wekker in op zeven uur, hij snoozet twee keer en is al weken elke ochtend om half acht zelf aangekleed beneden.
 

Doen wat jij doet

Ik merk dat hij het prettig vindt als ik hem vertel hoe ik me ergens bij voel, in plaats van hem verwijten te maken. Dan klapt hij dicht. Maar hoe leer je kinderen goede manieren als je ze niet meer straft of zegt wat ze moeten doen? Volgens Eva Bronsveld gaat dat vanzelf als ouders het goede voorbeeld geven en ze hun kinderen veel zelf laten uitzoeken. “Kinderen doen wat jij doet, niet wat jij zegt. Ze leren door ervaringen, dingen uitproberen, door te oefenen met het nemen van beslissingen. Veel ouders zijn bang de controle los te laten maar we zouden veel meer vertrouwen in kinderen moeten hebben.”

Ze adviseert kinderen keuzes te bieden als ze iets doen wat niet mag. “In gevaarlijke situaties, als mijn zoon bijvoorbeeld binnen met een stok zwaait, neem ik hem apart en geef hem een keuze: naar buiten met die stok of binnen rustig spelen. Zo ervaart hij zelf controle. Als kinderen heel druk zijn, betekent dat vaak dat ze niet meer helder kunnen denken. Neem ze dan mee naar een prikkelvrije omgeving om tot rust te komen.”
 

Kinderslot

Ik ontdekte dat er voor mij nog maar één situatie is waarin mijn kinderen echt moeten gehoorzamen: in het verkeer. Maar zelfs daar leerde ik een paar maanden geleden hoeveel beter het werkt als ze zelf iets ervaren. Vanaf haar tweede trok mijn dochter als ze in de auto zat, aan de hendel van de autodeur. Ook al zat er een kinderslot op, we bleven haar boos vertellen hoe “ontzettend gevaarlijk dat was” en dreigden te stoppen op parkeerplaatsen. Het hielp niks, ze bleef het doen.

Tot we een tweede autootje kregen en ik vergat dat daar geen kinderslot op zat. Ineens reden we op de terugweg van het kinderdagverblijf met een open achterdeur over een rotonde. Dochter gilde, zoon schreeuwde. Ik zette gedecideerd de auto aan de kant, deed de deur dicht en zei rustig tegen mijn dochter: “Daarom mocht je dus niet aan die hendel komen.” Ze keek me met grote ogen aan, knikte en heeft de hendel nooit meer aangeraakt.
 

Harmonie

De sfeer in huis is door de nieuwe aanpak veranderd. Er is meer harmonie, rust en plezier en de band met mijn kinderen is veel sterker geworden. Maar makkelijk is het niet. Als je geen sanctie meer zet op ‘fout’ gedrag, zijn er ook geen kant-en-klare oplossingen meer. Dat betekent in elke situatie opnieuw zoeken naar wat werkt, veel geduld hebben en bereid zijn oude overtuigingen los te laten. Het is stof voor discussie met mijn man, die van de strengere aanpak is, maar wel inziet dat die structureel geen enkel effect had. Ook hij ziet nu dat sinds we meer samenwerken, de kinderen creatiever, oplossingsgerichter, zelfverzekerder en nieuwsgieriger zijn geworden. In hun zoektocht naar autonomie ontdekken ze elke dag zelf wat ze wel en niet willen en leren hun emoties en gevoelens kennen, vaardigheden die essentieel zijn voor later.

Natuurlijk gaat het niet altijd goed. Soms gaan ze elkaar te lijf, blijven ze schreeuwen als ik ze vraag rustig te doen, pakt mijn dochter toch een koekje terwijl ik heb gezegd dat het niet mocht of weigert mijn zoon binnen te komen. Ik zit nog steeds regelmatig met mijn handen in het haar, maar bedenk tegelijkertijd steeds vaker creatieve oplossingen. Ik luister naar de reden van hun hevige strijd, benoem hun emoties en kijk samen met ze wat we kunnen doen om het op te lossen, ik zet een kookwekker en laat ze vijf minuten schreeuwen, geef mijn dochter een doosje om het koekje in te bewaren voor een later moment en bied mijn zoon een keuze: binnenkomen en samen een spelletje doen of buiten blijven en meteen naar bed.
 

Commandomodus

Ik probeer bovendien van tevoren duidelijke afspraken te maken zodat iedereen weet waar hij aan toe is. Als ze dan nog niet luisteren benadruk ik dat: we hebben afspraken gemaakt, ik houd me eraan, ik verwacht dat jullie dat ook doen. En daar laat ik het dan bij omdat ik weet dat het op de lange termijn effect heeft. Alleen soms heb ik simpelweg geen tijd om te wachten tot mijn dochter van de schommel wil. Lukt het me niet om de discussie met mijn zoon over de beeldschermtijd rustig te voeren. En schiet ik op stressochtenden in de commandomodus.

Gelukkig vertelt mijn zoon me dan hoe dat voelt: “Mama, waarom praat je tegen mij alsof ik een hondje ben?” Ik weet nu dat mijn wanhoop voortkomt uit machteloosheid en neem zelf een time-out. Ik ga tien minuten op de wc zitten. Met de deur op slot. Meestal bonkt mijn zoon al na een minuut op de deur. “Mama is je emmer overgelopen? Ik ga buiten spelen hoor!”
 

Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.

 

 

Meer verhalen lezen over opvoeden?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >