Het doel is duidelijk: weg met die luiers, en uiteindelijk zelfstandig naar de wc gaan. Zo maak je je peuter zindelijk in 5 stappen.
Lees verder onder de advertentie
Sommige kinderen gaan als een tierelier, vinden luiers zelf ‘bah, vies!’ en zijn voor hun tweede verjaardag zindelijk, bij andere peuters is het een race tegen de klok voordat ze naar de basisschool gaan. En da’s allemaal heel normaal, net zoals het ene kind eerder doorslaapt, praat of loopt dan het ander. Uiteindelijk komt het allemaal goed (ooit een gezonde achttienjarige nog met een luier zien rondlopen? Nou dan). Hoe dan ook moet er vroeg of laat mee begonnen worden, de zindelijkheidstraining. Zo pak je dit aan:
Lees verder onder de advertentie
1: Je kúnt beginnen met een potje in de kamer zetten
Vaak is het voor een kindje een kleine stap om hier – al dan niet spelenderwijs – even op te gaan zitten en een plasje te laten lopen. Maar er zijn ook tegenstanders van het potje. Hun argument: ná het potje moet je kind weer aan de wc wennen. Dus eigenlijk ben je dan twee keer bezig met zindelijk maken. Goed punt. Dus als je peuter al interesse toont in de ‘echte’ wc, dan kan je het potje eventueel overslaan.
Lees verder onder de advertentie
2: Werk met een beloningssysteem
Veel kinderen zijn daar supergevoelig voor. Vier alle kleine succesjes en geef complimentjes als het lukt. Maak het leuk voor ze om naar de wc te gaan, verleid ze met een extraatje. De klassieker: ze mogen een mooie sticker op een velletje plakken elke keer als ze naar de wc zijn geweest. Is het velletje vol? Dan kun je je kind belonen met een klein cadeautje of leuk uitje.
Lees verder onder de advertentie
3: Timing is alles
Probeer als het even lukt om de zindelijkheidstraining in de zomer te plannen. Dan is het veel makkelijker om je kind in de blote billen of met alleen een onderbroekje aan te laten rondscharrelen. Op die manier is je kind zich ook sterker bewust van ‘ongelukjes’.
Kinderen vinden het heel fijn om te weten waar ze aan toe zijn, zeker in spannende tijden als ze iets nieuws aan het leren zijn. Ontwikkel dus een vertrouwde routine voor ze: vaste tijden waarop ze naar de wc (of op het potje) gaan. Bijvoorbeeld na de maaltijden, na het slaapje en voordat jullie de deur uitgaan. Zo wordt het voor je peuter steeds normaler om naar de wc te gaan.
Lees verder onder de advertentie
5: Geef het de tijd
Overhaast niets, want dat veroorzaakt alleen maar stress bij zowel jezelf als je kind. Verwacht niet te veel: poepen zal je peuter bijvoorbeeld niet meteen op de wc doen, veel kinderen beginnen met plasjes en doen pas later de grote boodschap op de wc. Wordt niet boos als het niet meteen lukt. Ook is het heel normaal dat kinderen eerst overdag zindelijk zijn en daarna – meestal binnen 6 maanden – pas ’s nachts. Take it easy en blijf positief. En vier het samen uitgebreid als die enorme mijlpaal is bereikt.
Denise (45) had een relatie met een twaalf jaar jongere man toen ze op haar 38ste werd overvallen door een niet te stuiten kinderwens. Inmiddels is dochter Isabeau zes. Ze ziet haar vader één zondag per maand.
Olympisch schaatskampioen Irene Schouten werd een half jaar geleden moeder van haar zoontje Dirk. Inmiddels zit ze op een roze wolk, maar haar zwangerschap was allesbehalve rooskleurig.
Vriendschap en opvoeden: twee onderwerpen waar je maar beter een beetje soepel in kunt zijn. Want iedereen doet het anders – en dat is helemaal oké. Toch? Totdat blijkt dat jouw beste vriendin er stiekem heel anders over denkt…
Tikkie ontvangen voor een halve wortel uit iemand anders’ maaltijdsalade? Serieus?! In deze rubriek verzamelen we de meest onterechte, ongemakkelijke en gewoon ronduit gênante betaalverzoeken. Wat ze gemeen hebben? Je zag ze in ieder geval niet aankomen.
In het televisieprogramma De Klassenavond doet Erwin een aangrijpend verhaal over zijn dochter, die hij al twaalf jaar niet meer heeft gezien. In gesprek met presentator Rob Kamphues vertelt hij openhartig over het gemis en de pijn die hij dagelijks voelt.
Soms kunnen leraren niet helemaal eerlijk zijn tegen ouders. Beleefdheid en professionaliteit gaan nu eenmaal voor — en dus zeggen ze op het rapport dat je kind een “sociale persoonlijkheid” heeft, terwijl ze bedoelen dat hij of zij de hele dag door kletst.