Roos Schlikker (42) is journalist, columnist en moeder van zoons Miró (8) en Róman (6). In Kek Mama schrijft ze over haar gezinsleven.
Lees verder onder de advertentie
In een seconde zit ik overeind. Mijn slapen zijn vochtig, ik hijg, buig me over hem heen en probeer mijn adem rustig te houden zodat ik naar de zijne kan luisteren. Ja. Daar klinkt het. Gelijkmatig. Rustig. Hij doet het. Hij leeft. Ik ga weer liggen.
“Mamaaaaaa!” Het is een halfuurtje later. Ik vlieg opnieuw overeind. Ik hoor zijn stem, zo duidelijk. Zoals ik hem al uren hoor. Zoals het de rest van de nacht in mijn hoofd zal klinken, terwijl hij rustig slaapt. De paniek. Het overslaan.
Het telefoontje
Het was druk geweest op het feestje waar ik mijn glas hief. Het gekwetter om me heen had mijn telefoon even overstemd. Zul je altijd zien. Toen ik keek zag ik zijn gemiste oproep. Ik luisterde zijn bericht af. En mijn adem stopte. “Mamaaaaaa!” Het is het telefoontje dat je als ouder nooit wil krijgen.
Lees verder onder de advertentie
Sinds een paar maanden loopt Miró zelf naar het voetbalveldje in de buurt. Hij moet daarvoor één weg oversteken. Voor de zekerheid heeft hij een horloge bij zich waarmee hij in geval van nood kan bellen. De enkele keer dat hij er gebruik van maakte was om mede te delen dat-ie nog zo lekker aan het spelen was en niet naar huis wilde. Of dat-ie moest poepen.
“Mamaaaaaa! Ik ben aangereden!” Hij had het zo netjes gedaan. Gewacht bij het zebrapad, links rechts links gekeken, een fietser was voor hem gestopt, hij bedankte haar en bam! De scooterrijdster had niet geremd en knalde dwars over hem heen. Het is een wonder dat ik zelf geen ongelukken maakte toen ik naar hem toe racete. Het is een nog veel groter wonder dat de ambulancebroeder hem heelhuids mee naar huis gaf. “Hij heeft een klap op zijn hoofd gehad en de scooter reed over zijn been, maar hij mankeert niets. Wat een mazzelaar.”
Lees verder onder de advertentie
Dankbaar
Die nacht leg ik een matrasje naast de mazzelaar. Hij droomt zijn diepe dromen.
Elk halfuur schrik ik wakker van zijn kreet. De kreet die hij allang niet meer slaakt, maar die zich via mijn voicemail in mijn geheugen heeft geëtst. “Mamaaaaaa!” Ik kijk naar hem de volgende morgen en realiseer me dankbaar: ik heb een zoon die werd aangereden, maar gewoon weer ontwaakt. Hij rekt zich uit en mompelt: “Ik droomde dat ik Messi was.”
Boys moms weten: zoons kunnen heftig zijn. Zo ook het zoontje van Frida, toen ze op vakantie was in Kroatië met haar gezin. Hij legde eigenhandig het hele zwembad plat. Per ongeluk.
Elke ouder weet: er komt een moment en dan pikt je kind iets op wat ie absoluut niet had mogen horen. Zo liet de vijfjarige Hugo op een subtiele, maar duidelijke manier weten hoe zijn vader over bepaalde collega’s denkt.
Met twee gezinnen op vakantie, hoe meer zielen, hoe meer vreugd, dachten Anna en haar man. Dat viel tegen, bleek toen ze eenmaal in Frankrijk gearriveerd waren.
Wanneer je de eerste bent in je vriendengroep die moeder wordt, vergt dat wat aanpassingsvermogen van de rest. Een vaardigheid die niet iedereen even goed onder de knie heeft. Dat bleek wel, toen een vriendin van Noëlle met dit kraamcadeau op de proppen kwam.
Toen Rosie een baby was, vond ik uiteten gaan best een uitdaging. Nu ze twee is, valt het nog niet altijd mee. En dat heeft niet alleen met het kind te maken.
We bereiden ons maandenlang voor op dé grote dag: de bevalling. Bevalplan? Check. Pufcursus? Check. Maar van presentatrice Shelly Sterk mogen we ons best vaker focussen op de periode ná de geboorte, het herstel: “Je lichaam is de volgende dag echt niet klaar voor een wandeling van tien kilometer achter de kinderwagen.”