Van die opmerkingen die je vreselijk raken. Mijn tweeling is laat met praten: dat weet ik allang. Ze zijn nu net 3 jaar geworden en zeggen heus wat woordjes, maar veel is het niet.
Bodi zegt wat meer dan Daaf: hij maakt ook kleine zinnetjes, zoals ‘dit is mij sok!’. Daaf doet dat nog niet. Hij zegt: ‘mama kijk!’ of ‘papa thuis?’, maar daar houdt het wel zo’n beetje bij op. De rest is onverstaanbaar.
Zorgen
En ja, natuurlijk maak ik me daar vaak genoeg zorgen om. Natuurlijk lig ik er wakker van. Ik ben tenslotte hun moeder. Natuurlijk gaan er allerlei gedachtes door mijn hoofd: doe ik iets verkeerd in de opvoeding? Mankeert hen iets? Horen ze wel goed? Ik ben er al ruim een jaar mee bezig. Oortjes testen, we zijn naar logopedie geweest. En dan gaat het opeens weer wat beter en hoor ik wat nieuwe klanken en zelfs wat nieuwe herkenbare woorden. En dan gaat het weer slechter en hoor ik vooral ‘Ko! Ma! Boe!’. Tweelingen zijn sowieso veel vaker later met praten, omdat ze hun eigen geheimtaal hebben. Maar die van mij zijn inmiddels wel zorgelijk laat. Een andere moeder denkt te weten wat er bij mij thuis aan de hand is.
Ik krijg een bericht op Instagram van een andere moeder, die ik niet ken en nog nooit heb gezien in real life. ‘Ik denk dat jouw zoon autisme heeft! Dat heeft mijn zoon namelijk ook en hij was als jong kind ook laat met praten en net als jouw zoon sliep hij ook onrustig. Succes ermee!’. Ze bedoelt het ongetwijfeld lief, dat snap ik. Maar het komt toch binnen. Ik schrik ervan. Krijg er buikpijn van. Mijn Daaf, autistisch? Niet dat erg zou zijn, ik hou onvoorwaardelijk van hem. Maar zou dat het late praten verklaren? Het gaat in m’n kop zitten.
En daar baal ik van. Waarom denken we iets over iemand anders haar kinderen te weten, terwijl we we die kinderen nog nooit hebben gezien? Waarom sturen we elkaar online zo dit soort aannames, terwijl we dit in het echte leven nooit zomaar zouden zeggen? Ik heb de juffen van Bodi en Daaf er nog nooit over gehoord. Zij zien Daaf elke week, kennen hem. Niemand in zijn directe omgeving heeft het ooit gedacht of gezegd: het is een supersociale knul, lacht en speelt en doet alles vrolijk mee. Een normaal kind. Hij brabbelt alleen in zijn eigen tweelingtaal samen met zijn broer. Ik snap dat die andere moeder mij misschien wil helpen met haar opmerking, maar ik vind niet dat je zulke aannames mag doen over kinderen van anderen. Al bedoel je het goed: plak geen label op een kind dat niet van jou is. Ongevraagde adviezen: we kennen het allemaal als moeders. Maar de ene opmerking komt harder binnen dan de andere, merk ik. Want ik ben degene die er wakker van ligt, terwijl die vrouw allang weer verder scrollt op Instagram.
Tessa Heinhuis (32) is online manager van KekMama en hoofdredacteur van Mama Magazine. Ze woont met haar man Billy en hun tweeling Bodi en Daaf (3) in Bussum.
Denise (45) had een relatie met een twaalf jaar jongere man toen ze op haar 38ste werd overvallen door een niet te stuiten kinderwens. Inmiddels is dochter Isabeau zes. Ze ziet haar vader één zondag per maand.
Olympisch schaatskampioen Irene Schouten werd een half jaar geleden moeder van haar zoontje Dirk. Inmiddels zit ze op een roze wolk, maar haar zwangerschap was allesbehalve rooskleurig.
Vriendschap en opvoeden: twee onderwerpen waar je maar beter een beetje soepel in kunt zijn. Want iedereen doet het anders – en dat is helemaal oké. Toch? Totdat blijkt dat jouw beste vriendin er stiekem heel anders over denkt…
Tikkie ontvangen voor een halve wortel uit iemand anders’ maaltijdsalade? Serieus?! In deze rubriek verzamelen we de meest onterechte, ongemakkelijke en gewoon ronduit gênante betaalverzoeken. Wat ze gemeen hebben? Je zag ze in ieder geval niet aankomen.
In het televisieprogramma De Klassenavond doet Erwin een aangrijpend verhaal over zijn dochter, die hij al twaalf jaar niet meer heeft gezien. In gesprek met presentator Rob Kamphues vertelt hij openhartig over het gemis en de pijn die hij dagelijks voelt.
Soms kunnen leraren niet helemaal eerlijk zijn tegen ouders. Beleefdheid en professionaliteit gaan nu eenmaal voor — en dus zeggen ze op het rapport dat je kind een “sociale persoonlijkheid” heeft, terwijl ze bedoelen dat hij of zij de hele dag door kletst.