Tijdens de eerste twee jaar van Rosies leven had ik continu een licht paniekerig gevoel. Alsof ik altijd nerveus was en er voortdurend een dosis adrenaline door mijn lijf ging.
Lees verder onder de advertentie
Als Rosie huilde voelde ik die paniek enorm. Alsof er in elke cel van mijn lichaam alarmbellen afgingen. Maar ik was ook vaak in paniek om dingen die helemaal niet speelden. Of in ieder geval: nog niet.
Werk en opvang
Er waren altijd stippen op de horizon waar ik paniekerig over was. In de kraamweek begon dat met het vertrek van de kraamhulp. Ik was er namelijk van overtuigd dat ik niet kon functioneren zonder haar. Daarna was ik in paniek over het feit dat het verlof van mijn vriend ten einde kwam. Ik zou namelijk niet kunnen functioneren zonder hem. Weer daarna was ik in paniek over mijn eigen terugkeer op de werkvloer en mijn dochters start bij de opvang. Wat als het vreselijk bleek om haar daar naartoe te brengen? Kon ik dan ontslag nemen en haar altijd bij me houden? Het realistische antwoord was ‘nee’, omdat er gewerkt moest worden. Je raadt het al: dat gaf me paniek.
Lees verder onder de advertentie
Sprongen en dat soort ellende
Ik werd ook heel paniekerig van begrippen als regeldagen, slaapregressies en sprongen. Als Rosie vaker wilde drinken, dacht ik direct: dit is een regeldag. Dit gaat de héle dag duren. Ik kan vandaag dus helemaal niks doen. Vaak bleek het helemaal geen regeldag. Als we één rampzalige nacht hadden, dacht ik direct: dit is een slaapregressie en dit gaat nu weken duren. Was vaak ook niet zo. Sprongen waren het ergst. Als mijn Oei, ik groei-app een naderende sprong aangaf, werd ik al helemaal verblind door -je raadt het al- paniek. Want sprongen konden zelfs langer dan een maand duren.
Lees verder onder de advertentie
Opvangvirusjes
Ik kreeg een paniekerig gevoel van opvangvirusjes. Omdat ik dan wéér werkdagen moest afzeggen en daar een schuldgevoel aan overhield, maar ook omdat die virussen vaak zorgden voor ellendige dagen en slapeloze nachten. En natuurlijk was ik ook bang dat mijn kind iets ernstigs opliep zoals het RS-virus en dat we dan in het ziekenhuis belandden. Op een gegeven moment gaf de winter me zelfs paniek, omdat opvangvirusjes dan meer heerste. Daarna kwamen ook de herfst en de lente erbij, want dan bleken er toch ook best wat virusjes te zijn.
Lees verder onder de advertentie
Uitjes en oppas
Ik kreeg paniek van het idee dat ik misschien wel nooit meer zou kunnen genieten van vakanties nu ik een kind had. Of überhaupt van dagjes weg, want alles bleek een gedoe met een baby. Aan de andere kant kreeg ik ook paniek van mensen die aanboden om op te passen. Soms omdat ik daar nog niet klaar voor was, en soms ook omdat ik die specifieke mensen dat niet toevertrouwde. Ik werd dan ook nerveus van het idee dat ze er vaker om zouden vragen.
Lees verder onder de advertentie
Over
Bovenal was ik bang dat deze continue staat van paniekerigheid nooit meer over zou gaan. Ik weet nu dat dat niet zo is. Het is over. Mijn kind is 2 jaar en ik ben niet meer in paniek. Het was geen zachte landing, maar ik ben geland. Of ik nu klaar ben voor een tweede? God, nee! Van het idee om mezelf weer terug te slingeren in die paniekerige-fase raak ik bij voorbaat in paniek.
Louisa is verloskundige in de Randstad en moeder van Khai (3). In haar werk komt ze dagelijks de ontroerende en krachtige kanten tegen van het zwanger zijn, de bevalling en alles wat daarna komt. In haar columns deelt ze openhartige verhalen en inzichten.
Goed voor de dag komen bij je kersverse nieuwe schoonouders wil je altijd, maar met kerst nóg een beetje meer. En juist toen liep het bij Kira he-le-maal verkeerd af, want zij eindigde als een soort rollade.
Als ouder kun je nog zo je best doen om je kinderen met een gerust hart de wereld in te sturen, maar soms knijpt je moederhart toch even samen. Ook bij het koningspaar thuis is dat niet anders.
Sinterklaas is een gezellig kinderfeest, maar kan ook voor veel spanning zorgen. Bij Jikke (34) thuis zorgde de sinterklaassurprises dit jaar voor een portie kinderlijke wraak.
Er is zo’n opvoedwijsheid die hardnekkig blijft hangen: zoals je een kind aanspreekt, zo gaat het zich ook gedragen. Geef je vertrouwen, dan groeit het. Praat je alsof het kind iets kan, dan gaat het eerder proberen om inderdaad “dat kind” te zijn.