Tara: ‘Ik moest er erg aan wennen, die kraamhulp in mijn privésfeer’

16.09.2024 19:00
Column Tara Fotografie: Paulien van Beusekom

Toen ik zwanger was, las ik ieder boek dat er bestaat over zwanger zijn. Ook heus over de fase erna, het daadwerkelijke leven met een baby, maar soms vergat ik even dat er ook nog leven na de zwangerschap zou zijn. Een vrij intens leven zelfs. Maar wat kon er misgaan? Ik zou per slot van rekening kraamhulp krijgen.

Kraamhulp

In al die boeken werden kraamverzorgers omschreven als engelen. Ze zouden dingen zeggen als: “Ga jij maar lekker slapen, dan doe ik het hele huishouden en alle poepluiers wel.” Dat klonk me als muziek in de oren. Mijn kraamhulp zou het ook feilloos aanvoelen als ik de kraamvisite zat was en ze dan vriendelijk doch dwingend het huis uit bonjouren – zo werd me in al die boeken beloofd. Het leek me waanzinnig.

Diep in de privésfeer

De waarheid is dat ik moest wennen. Mijn kraamhulp was geweldig, maar mijn hemel, wat moet je zo’n mens diep in je privésfeer toelaten. Héél diep in je privésfeer. Zo mocht ik niet douchen zonder haar toeziend oog. Twee keer per dag kwam ze met een thermometer aan -en nee, die ging niet in mijn oor. Ook moest ik dagelijks aan haar rapporteren over de grote boodschap en of die wel of niet had plaatsgevonden. Er was een bepaald lichaamsdeel dat ze op zeer regelmatige basis wilde bekijken. En dan vooral of dat lichaamsdeel nog een beetje leuk bij elkaar gehouden werd door de vers geplaatste hechtingen van dienst. Iedere dag zag ik haar moeilijker kijken en hoorde ik haar allerlei kleuren opsommen. Vervolgens werd mijn vriend door haar naar de drogisterij gestuurd. Dan kwam hij thuis met iets als Arnica-druppels. Wat dat dan ook moge wezen. 

Twee woorden

Ze was een kletskous, mijn kraamhulp, maar er waren twee woorden die er voor mij écht toe deden. Ze zei het aan de lopende band. “Das normaal.” Ze zei het toen we een twijfelachtige zwarte substantie in de luier van ons kind aantroffen, toen ik op een dag wakker werd met de jetsers van Pamela Anderson, toen het navelstompje van ons kind plots achterin haar nek geplakt zat en toen ik na vier dagen nog steeds om het uur in mijn broek piste. “Das normaal.” Het waren de twee meest geruststellende woorden die ik ooit gehoord had. 

Paniek

Naarmate de week vorderde, wende ik meer en meer aan de aanwezigheid van de kraamhulp. Ik raakte zelfs niet meer in paniek van die thermometer in mijn hol. Waar ik wel steeds meer van in paniek raakte, was haar naderende vertrek. Wat moest ik zonder haar? Wie zou me geruststellen? En vertellen wat ik moest doen? Hoe moest ik weten hoe het met mijn hechtingen gesteld was? En wie zou in hemelsnaam kijken welke kleur mijn perineum die dag had? 

Janken, janken en nog eens janken

Haar laatste dag bracht ik dan ook jankend door. Ik kon nog net iets stamelen als ‘bedankt voor alles’. Verder moest ze de hoeveelheid tranen en snot zelf maar omzetten in een gevoel van erkenning en waardering. Ze vond het niet erg, zei ze. Ze zag het wel vaker, moeders in tranen op haar laatste dag. Ze sprak haar befaamde, geruststellende woorden: “Das normaal.”

Tara (30) is moeder van dochtertje Rosie (1). Haar eerste boek met eerlijke verhalen over het ouderschap verschijnt begin 2025. Volg haar momlife tot die tijd via Instagram.com/tarastokdijk.