Tara: ‘De EHBO-medewerker vroeg of hij mijn moedermelk mocht drinken’

18.03.2024 19:00
Tara column

Ik schreef al eerder over mijn hobbelige relatie met kolven. Ik vind het een toestand om die apparaten overal mee naartoe te zeulen en al helemaal om telkens weer een plek te vinden om het kunstje -het liefst een beetje discreet- uit te voeren. Zo kwam ik al eens in een vrij onaangename situatie terecht tijdens een spabezoek. Iets met een 19-jarige medewerker en imploderende tieten. Een kolfruimte blijkt niet overal de standaard en het woord kolven blijkt ook nog lang niet tot ieders vocabulaire te horen. Dit keer was het weer raak.

Ik ging een dagje naar een festival in België. De zon scheen, de oppasoma was ingeschakeld en mijn kolftasje was ingepakt. Om zo’n debacle als in de spa te voorkomen, had ik de festivalorganisatie vooraf gevraagd waar ik het beste kon kolven. Er waren maar liefst zes EHBO-tenten waar ik terecht kon, lieten ze me weten. EHBO-tenten met medisch opgeleide mensen, wat kon er misgaan? Van alles, zo bleek.

Moet je kokhalzen?

Na uren dansen in de felle zon begon de boel onder hoogspanning te staan. Tijd om mijn kolfapparaten uit de kluis te halen en een van die felbegeerde EHBO-tenten op te zoeken. Voor de tent stond een meisje in een uniform met een rood kruis erop. Ik schatte haar niet ouder dan twintig. “Ik wil graag kolven”, zei ik tegen haar. “Wat? Moet je kokhalzen?” Ik onderdrukte een diepe zucht. Was dit weer iemand die niet weet wat kolven is? Of verstond ze me gewoon niet door de harde muziek? “Nee, ik wil graag kolven”, herhaalde ik. “Ik ga het even vragen”, zei ze en ze liep weg. Mijn vriend kwam naar me toe: “Lukt het?” “Ik weet niet of ze me snapt.” “Misschien hebben ze in België een ander woord voor kolven.” Hij pakte zijn telefoon en googelde ‘wat is het Vlaamse woord voor kolven?’ Het leverde niks op.

Invullen, graag

Na een tijdje kwam het meisje terug. Ik mocht mee. Ik werd in een wachtruimte geplaatst en moest een QR-code scannen. Via die code kwam ik bij een formulier waarop ik van alles en nog wat over mijn ‘klachten’ moest invullen. Even overwoog ik de lolbroek uit te hangen.

Hoe zijn je klachten tot stand gekomen?
Iets met bloemetjes en bijtjes.

Heb je verdovende middelen gebruikt?
Was het maar waar, ik wilde dolgraag een ruggenprik.

Waar heb je pijn?
In mijn portemonnee, kinderen zijn duur.  

Gezellige boel

Maar ik hield me in en noteerde overal ‘niet van toepassing, ik wil graag kolven’. Al snel kreeg ik spijt dat ik niet zaken als ‘moord’ en ‘brand’ had opgeschreven, want ze lieten me een eeuwigheid in die wachtruimte zitten. De gekste figuren met de raarste mankementen kwamen voorbij. En iedereen mocht eerder naar binnen dan ik, omdat er ogenschijnlijk meer haast geboden was. In de meeste gevallen begreep ik het. Zo kwam er een man voorbij met een enorm gat in zijn hoofd. Geen idee waar hij dat had opgelopen. Na een tijdje werd ik vergezeld door twee vrouwen die duidelijk onder invloed waren van een heleboel. Er waren zeeën van zitplekken, maar een van de vrouwen deed een poging om op mijn schoot te gaan zitten. Toen ik opschoof besloot ze dan maar mijn benen over me heen te leggen. Ik accepteerde het. Ik kon ook niet echt een kant op. Ze lag een tijdje met haar ogen dicht toen ze plots vrij hard begon te huilen. Het triggerde mijn toeschietreflex. Ze klonk als een baby.

Eindelijk plek

Na minuten die als uren voelden, riep een man met een rood kruis op zijn borst mijn naam. Het voelde als een verlossing. Ik mocht op een stoel tegenover hem gaan zitten. “Vertel, wat is er aan de hand?” Hij klonk bezorgd. “Niks, ik wil graag kolven.” “Wat?” “Uhm, ik geef borstvoeding en ik heb mijn kolfapparaten bij me… de organisatie zei dat dat hier kon. En dat er een koelkast is…” Hij haalde er nog twee mannen bij. Ze smoesden even met elkaar en wezen me toen een hokje toe. In het hokje stond een soort ligbankje, zoals ik ken van bij de huisarts. Er was ook een tafel met allerlei medische frutsels. Gaasjes, verbandjes: van zulks. Ik schoof het gordijntje dicht, ging op de tafel liggen en bedacht me toen net op tijd dat mijn kolfapparaten op deze manier zouden overstromen.

Gore grap

Met volle kolven en lege borsten verliet ik het hokje. Aan een van de EHBO’ers vroeg ik waar de koelkast was. “Geef maar aan mij, ik regel het wel”, zei hij vriendelijk. “Mogen wij dat drinken?”, vroeg zijn collega. Hij lachte hard om zijn eigen grap. Ik kotste een beetje in mijn mond.

Mijn vriend kwam me tegemoet lopen. Hij had een taco gekocht. Hij nam er een hap van en vroeg met volle mond: “Nou, dat ging best makkelijk toch?” “Mja”, mompelde ik. Ik voelde een oogspiertje trillen. “Maar de volgende keer kolf ik wel gewoon achter een boom of zo.”

Tara (29) is moeder van dochtertje Rosie (10 maanden). Volg haar momlife via Instagram.com/tarastokdijk