Patrick: ‘Moet je als omstander ingrijpen als een vader zijn kind intimideert?’

01.02.2024 19:00
Patrick column

Patrick (52) is schrijver van romans en freelance tv-redacteur. Hij woonde over de hele wereld en heeft vijf kinderen. Voor zijn column put hij uit een oneindige bron van even herkenbare als opmerkelijke verhalen over het vaderschap.

Zo loop ik in een vrolijke bui boodschappen te doen en zo sta ik oog in oog met een kwade, best groot uitgevallen, kale man van een jaar of veertig die net zijn woede nog op zijn dochtertje van – ik schat – drie of vier jaar oud aan het botvieren is. Ik heb mijn tas met boodschappen nog vast als hij op me af komt lopen. In zijn blik zindert de haat. ‘Wie de fuck ben jij,’ zegt hij dreigend, ‘om je grote bek open te trekken tegen mij?!’ In de achtergrond zijn auto. Met de deuren nog open. Op de achterbank gekrijs en getrap van een meisje met paardenstaartjes. Hij drukt zijn gezicht bijna in het mijne. Ik ruik zijn warme adem. Gadver. Ze huilt zo hard dat ze in haar halen blijft hangen.

Ophouwe!

Een moment daarvoor dacht ik aan wat ik voor de kids zou gaan koken. Tot er op de parkeerplaats links van me opeens een meisje begint te gillen en te krijsen. Naast haar een grote kerel, schijnbaar haar vader. Als vanzelf blijf ik staan. Hij brult het uit tegen haar terwijl hij haar vastgrijpt. ‘Ophouden nou! Hier komen en zitten!’ Het meisje rent weer weg. ‘Hier komen, gvd! Papa zegt het voor de laatste keer,’ buldert de man. ‘Ophouwe!’ Hij sleurt haar aan haar armpje richting de geparkeerde auto.

Lees ook – ‘Hoe tackel ik mijn jokkende kind?’ >

‘Nee!’ gilt ze brutaal. Ze trapt en slaat en krijst. De man kwakt haar nu hardhandig in het kinderzitje op de
achterbank. Zijn grote lijf hangt over haar heen. Met krachtige halen tuigt hij haar vast in de stoel. Ze huilt zo hard. Jeetje, schiet het door me heen. Als hij hier al zo uit zijn dak gaat, hoe is dat dan als er niemand in de buurt is? Even verderop staan inmiddels nog wat mensen te kijken naast hun auto.

“Ze huilt zo hard dat ze in haar halen blijft hangen”

Rustig aan, man

‘Rustig aan, man,’ zeg ik. ‘Je gaat echt ongekend tekeer tegen dat kleine meisje, joh. Jij bent zo groot
en zij zo klein… Probeer je te beheersen.’ De man wordt alleen maar kwader. ‘Luister,’ zeg ik om de situatie te de-escaleren, ‘ik heb ook kids en ik wil ze ook echt heel graag regelmatig achter het behang plakken, maar probeer even diep adem te halen… of tel tot tien. Echt, dat helpt. Niks is het waard om zo tekeer te gaan.’ Ik leg mijn hand op zijn arm, bij wijze van vriendschappelijk teken. De man kalmeert zowaar. Een beetje. Dan draait hij zich om en gaat weer verder tegen het meisje. Nog steeds hoor ik de boosheid in zijn stem, maar nu wel twee tonen lager.

Lees ook – ‘Waarom moeders altijd zo snel boos zijn’ >

Boosheid is oké

Onderweg naar huis trekt een hele rij aan situaties door mijn gedachten dat ik ook echt heel kwaad was op mijn kinderen. Boosheid is oké. We zijn allemaal mensen van vlees en bloed, met onze eigen trauma’s en verknipte ervaringen. Maar nooit wil je die trauma’s doorgeven aan een klein, onschuldig kind dat afhankelijk is van jou goedheid en jouw grillen. Een ongelofelijke open deur, maar die moet schijnbaar nog heel regelmatig even ingetrapt worden. Ik wens iedereen deze week veel zelfbeheersing en op de momenten dat het nodig is het vermogen om even tot tien te tellen.