Patrick vraagt zich dringend af: ‘Hoe tackel ik mijn jokkende kind?’

18.01.2024 19:00
Patrick column

Patrick (52) is schrijver van romans en freelance tv-redacteur. Hij woonde over de hele wereld en heeft vijf kinderen. Voor zijn column put hij uit een oneindige bron van even herkenbare als opmerkelijke verhalen over het vaderschap.

Ooit zag ik in een documentaire over peutergedrag een wetenschapper die zei: ‘Niet boos worden op
je kind dat jokt. Dat is namelijk juist een teken van intelligentie, dat het weet dat er consequentie zitten aan gedrag of het niet verhullen van het jatten van een koekje.’ Dus als ik stapels snoeppapiertjes of ijsstokjes achter de bank vind vraag ik vriendelijk hoe die daar gekomen zijn en toen ik mijn 3-jarige vroeg waar alle laaghangende chocoladekransjes in de kerstboom opeens gebleven waren en hij heel onschuldig keek met een gezicht dat werkelijk compleet onder de cacao zat, werd ik niet boos, maar moest ik mijn lach inhouden. Want ja, lachen als je kind liegt voelde opvoedkundig nou ook weer niet helemaal oké.

Lees ook – Patrick verbaast zich dat partners elkaar zo weinig vertrouwen >

Liefdesaanval

Maar goed, we zijn een paar jaar verder inmiddels en dat jokken is soms glashard liegen geworden. Ik
vind dat toch wel echt lastig om mee om te gaan en ik probeer manieren te bedenken om ze te betrappen, op heterdaad. Ik dacht van de week, toen ze nog op school zaten en ik voor een redactieklus voor een nieuw tv- programma weg moest, ik zet kaneelbroodjes voor hen neer. Voor als ze uit school komen, lekkere warme broodjes. De bakker haalde ze net uit de oven. Op zulke momenten heb ik vaak ‘last’ van een liefdesaanval. Ken je dat? Dat je je opeens die blij verrukte gezichtjes van je kinderen voor je ziet als ze erachter komen dat je iets lekkers voor ze hebt meegenomen? Maar hoe groot kan het bord voor mijn kop zijn? Bij ons is de praktijk altijd anders dan in mijn voorstelling, maar volgende keer doe ik
het gewoon weer.

Wie liegt?

Dus, hardleers als ik ben, zette ik die broodjes neer op een bordje, glaasje gefilterd water erbij, sappig appeltje en ik stuur mijn beide kuikens een foto met de mededeling dat dit voor hen klaar staat. Belt een tijdje later mijn zoon.
‘Pap waar zijn die broodjes dan?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Er staat niks.’
Meteen bel ik mijn dochter. ‘Heb jij nou werkelijk allebei de kaneelbroodjes opgegeten??’
‘Nee!’ roept ze verontwaardigd. ‘Ik heb alleen mango gegeten. Ik lust die broodjes niet eens! Niet zo
boos doen, papa!’
Na thuiskomst komt de ware detective in mij boven en ga ik zelfs de onmogelijke scenario’s af. Onze labradoodle? Nee, Luna doet dat echt niet, springen op het keukenblad, bovendien is een van
de bordjes verplaatst naar de lage tafel met de appel er nog op.
‘Jazz had twee meisjes uit zijn klas mee,’ zegt Bloem, ‘die zullen het wel gedaan hebben.’
‘Echt niet,’ antwoordt haar broertje. ‘Die keken alleen even naar de hond.’
Tja, en daar sta ik dan. Wie geloof ik? ‘Een van jullie liegt,’ zeg ik ferm. ‘Wie?!’ Ze wijzen naar elkaar.

Teleurstelling en, gek genoeg, ook wat schuldgevoel vechten in mijn hoofd om ruimte, want tja, wie moet ik nou een standje geven en wie sta ik hier onterecht te beschuldigen?

Lees ook – Moet ik mijn kind (9) straffen als ze liegt? >