‘Onze dochters probeerden ons te koppelen met een even sluwe als schattige list’

14.12.2023 19:00
Patrick column

Patrick (52) is schrijver van romans en freelance tv-redacteur. Hij woonde over de hele wereld en heeft vijf kinderen. Voor zijn column put hij uit een oneindige bron van even herkenbare als opmerkelijke verhalen over het vaderschap.

Hoeveel single ouders zijn er via hun kind(eren) tegen de liefde aangelopen? Of tegen een blauwtje… Ik vraag dat omdat een van mijn dochters, Bloem, samen met haar vriendinnetje een tijdje terug een even schattige als sluwe list uitvoerde. Fee, het vriendinnetje, en zij hadden tijdens het make uppen namelijk bedacht dat ze het zo leuk zouden vinden om ‘zusjes’ te worden. En omdat de moeder van Fee behalve heel knap, heel lief en intelligent ook vrijgezel was, net als ik, was het snode plannetje in hun kinderbreinen snel gemaakt. Dus nadat ik weer eens met de leuke moeder van Fee had staan kletsen (ik had zelf natuurlijk óók heus wel gezien dat ze heel knap, lief en intelligent was – Waar is de engeltjessmiley als je hem nodig hebt?) kreeg ik zomaar een briefje van die leuke moeder. Via Fee en Bloem.

Liefdesbriefje

‘Pap,’ zei mijn dochter toen ze samen met haar vriendin binnen kwam lopen, ‘de moeder van Fee vroeg of ik dit aan je wilde geven,’ en ze gaf me zo’n papiertje uit een kleurig kinderkladblok. Hi,’ las ik het vrouwenhandschrift hardop, ‘je weet dat we vaak heel fijn samen staan te kletsen en onze meisjes het ook heel goed kunnen vinden samen. Zullen we binnenkort samen of met z’n allen eens iets doen? Het lijkt me fijn om samen tijd door te brengen…’

Eerlijk is eerlijk, hééééél even maakte mijn hart een sprongetje. Wauw, zij, met mij??? Maar opeens bekroop me een gevoel van achterdocht. Dat overdreven handschrift met rondjes op de i, het gekleurde papier met een soort paardenwatermerk… ‘Hebben jullie dit geschreven?’ vroeg ik. De meisjes keken totaal onschuldig. ‘Nee hoor, echt niet.’ 

Lees ook – ‘Dit is een zeikcolumn’ >

Ik pakte mijn telefoon om een collega een whatsappje te sturen. Mijn wangen kleurden; bovenaan de ongelezen berichtjes stond een appje. Van de moeder van Fee. ‘Hoi Pat,’ las ik, ‘ik heb de meiden een briefje meegegeven. Het lijkt me echt heel leuk om binnenkort met zijn viertjes gezellig iets te doen.’ Nu ging ik toch twijfelen. Nadat ik om de hoek verdween hoorde ik wel nog net twee meisjes heel ondeugend giechelen.

“Opeens bekroop me een gevoel van achterdocht. Dat overdreven handschrift met rondjes op de i, het gekleurde papier met een soort paardenwatermerk…”

Die meiden!

Op het schoolplein de volgende dag zag ik de moeder van Fee al staan. En heel gek, maar ondanks dat ik zo goed als zeker wist dat de berichtjes van onze dochters kwamen liep ik toch anders naar haar toe. ‘Dank je wel voor je briefjes,’ zei ze met een glimlach toen ze me zag. ‘Hoe bedoel je? Heb jij oo-…?’ De moeder van Fee hield net zo’n briefje als ik had gekregen omhoog. Er stond op dat ík binnenkort heel graag iets met zijn viertjes wilde gaan doen. ‘Ohhooooo, die meiden!’

Er hing plots een gekke sfeer tussen ons. Of stelde ik me dat maar voor? ‘Kom,’ zei de moeder van Fee, ‘we pakken die meiden terug. Als ze zo aankomen, doen we net alsof we staan te zoenen. Laten we ze heel even denken dat hun plannetje gelukt is.’ Daar zag ik wel wat in. ‘Maar niet te lang, hè,’ zei de moeder van Fee. ‘Anders gaan ze nog echt denken dat het iets zou kunnen worden. ’Ik lachte overdreven en maakte een wegwerpgebaar. ‘Nee, precies, dat – ahum – zouden we natuurlijk niet willen.’