Lis en Suus over oermoederen: ‘Als kinderen eenmaal op je radar staan, gaan ze er nooit meer af’

column Lis en Suus Eigen beeld
Redactie Kek Mama
Redactie Kek Mama
Leestijd: 5 minuten

Schrijfsters Lisette Jonkman en Susan Muskee spreken elkaar elke dag over van alles en nog wat, maar er is één onderwerp waar ze nooit over uitgepraat raken: het moederschap. Lisette is moeder van Felix (3), Elodie (2) en David (0), en Susan is moeder van Noortje (1). Maandelijks bespreken ze alles wat met jong moederschap te maken heeft: van tsjernobylluiers tot terrornachten en van zwangerschapskwaaltjes tot zwamadviezen (die wel heel goed bedoeld zijn).

Lees verder onder de advertentie

Oermoederen

Lieve Suus,

Heb jij het al gehad? Het oermoedermoment? Niet ‘ik ben een vrouw en ik heb toevallig een
kind’, maar ‘ik ben een móéder en andere mensen (vooral kinderen) merken dat aan me’?

Ik weet nog wanneer het me voor de eerste keer opviel van mezelf: we waren in de dierentuin en in de wc’s stond een jochie van een jaar of vier met zijn broek te hannessen. Automatisch vroeg ik: ‘Lukt het, mop, of heb je hulp nodig?’ ‘Wil jij mijn knoop doen?’ vroeg hij, en hij liet me rustig prutsen met zijn broeksluiting. Vervolgens liep hij naar de wasbakken en stak zijn handen uit, maar hij was te klein om bij de kraan te kunnen. ‘Daar staat een krukje,’ zei ik, en ik schoof het met mijn voet naar hem toe. ‘Kijk.’ Hij grijnsde naar me en waste zijn handen. ‘Goed afgespoeld?’ vroeg ik op de automatische moederpiloot. We gaven elkaar een high five en ik ging weer terug naar het restaurant, naar mijn eigen troep apen om te bemoederen.

Lees verder onder de advertentie

Voordat ik kinderen had, zou ik waarschijnlijk niet eens hebben opgemerkt dat het jochie met z’n broek stond te vechten of dat hij niet bij de kraan kon. Maar als kinderen eenmaal op je radar staan, gaan ze er nooit meer af. Ik kan nooit meer niet moederen.

Ik vertelde aan mijn man hoe grappig ik dit vond, en vroeg of hij dat ook had. ‘Nou,’ zei hij, ‘als man moet je altijd een beetje oppassen hoe je je verhoudt tot kinderen, want je wilt niet overkomen als een engerd.’ ‘Maar je weet toch van jezelf dat je geen engerd bent?’ vroeg ik verbaasd. ‘Ja, maar soms is dat niet genoeg.’ Ik wilde protesteren, maar toen schoot de film Jagten me te binnen. O ja, als man denk je waarschijnlijk wel twee keer na voordat je je oervadergevoel uit naar vreemde kinderen. Ik niet, en dat koester ik dan maar. Ik noem iedereen onder de 10 ‘schat’, ‘mop’ en ‘lieverd’, en veeg als
de situatie erom vraagt eens een snottebel of een paar peuterbillen af.

Hoe zit dat bij jou? Heb jij al gemoederkloekt over andermans kinderen omdat het toevallig zo
uitkwam?

Liefs,

Lis

Peutertaal

Lieve Lis,

Ooo, ik HERKEN DIT! Even voor een stukje context: ik was… nooit zo’n fan van kinderen. Tot een jaar of drie voor mijn zwangerschap, maar daar kom ik zo op. Er waren zelfs mensen die op onze zwangerschapsaankondiging reageerden met ‘JIJ? Maar jij houdt toch helemaal niet van kinderen?!’. Klopt, vooral niet van die van jou, die krijsend de tent afbreken als ze ergens langer dan één minuut moeten wachten. Voor de mijne zou ik mijn rechterarm afhakken als het nodig is, zonder verdoving.

Lees verder onder de advertentie

Gratis MOSZ leren tas

Abonneer voordelig en krijg een gratis MOSZ tas t.w.v. €119,95

Aangeboden door:

Logo Kekmama

MAAR GOED, terug naar het oermoedergevoel, want sinds ik moeder ben, reageer ik dus anders op andermans grut. Afgelopen week nog stond ik in een winkel een kaartje uit te zoeken, toen een moeder met haar peuterdochter binnenstapte. Ze kwamen een kaart uitzoeken voor Sophia. ‘We moeten een kaart hebben met een vijf erop’, zei mama, en nog voordat ze was uitgesproken stormde de peuter op een rekje met cijferkaarten af: ‘DIE! VIJF!’. Haar moeder en ik wisselden een blik van verbaasde ontzag, en ik zei tegen de glunderende peuter: ‘wat goed van jou, goed gevonden hoor!’ Precíés op de toon waarop ik ook tegen Noortje praat. En toen dacht ik: ja. Zo is het nu. Ik spreek peutertaal, waar ik voorheen altijd naar peuters keek alsof ze dat laatste restje viezigheid zijn dat achterblijft in het gootsteenzeefje na het afwassen.

Kleutertaal is overigens een totaal andere tak van sport, die ik overduidelijk nog niet beheers. Neem bijvoorbeeld een conversatie met een jou wel bekende kleuter (hehe) waarin ik vroeg: ‘waar ga je naartoe?’ en de kleuter antwoordde: ‘POEPEN!’, waarbij ik aardig met mijn mond vol tanden stond (en hard moest lachen). Maar goed, daar groei ik vast in mee. En anders antwoord ik dan ook gewoon: ‘wat goed van jou!’, dan zit ik hopelijk altijd goed.

Lees verder onder de advertentie

Liefs,
Suus

Het nieuwste boek van Lisette koop je hier: En wat dan liefde is. En ook het nieuwste boek van Susan, Alle ogen op Mia, is uit.

Meer lezen van Lis en Suus? Hier vind je hun andere columns.

Lees verder onder de advertentie

Meest bekeken

Facebook Twitter Whatsapp E-mail