
Moederhart Janneke Jelies gebroken: ‘Als ik dit had geweten, waren we misschien niet gegaan’
Met pijn in haar hart moet Janneke Jelies afscheid nemen van oudste dochter Jennie, die haar plek onder de Spaanse zon niet kan vinden.
Bernike (29) is getrouwd met Ruben (31) en moeder van een dochter (0). In haar columns schrijft ze scherp, geestig en met zelfspot over de realiteit van het jonge ouderschap – waarbij ze oog heeft voor het absurde in het alledaagse.
Nauwelijks zes weken zwanger en het werd geregeld: De Opvang. Een idyllisch plekje op een biologische boerderij. Een plek met geitenweides, buitenbedjes en peuters in mini-overalletjes met bijpassende laarsjes. Ik smolt bij de foto’s van glunderende kleuters in het maisveld, de boer die voorlas in de geitenwei, glaasjes verse biologische melk… Dit moest het worden.
Na maanden van zenuwslopende e-mails (“Er is plek! Oh nee toch niet…”) kregen we het verlossende bericht: we waren binnen. En hoewel het niet mijn voorkeursdagen waren, was ik dolgelukkig.
Op de eerste wenochtend, met mijn dochter van twaalf weken oud, legde de lieve leidster me het digitale schriftje uit: elke dag kreeg ik een verslag met foto’s. Er volgden veertien vragen over toestemming voor foto’s. In eigen schriftje? Ja. In het groepsschriftje? Ook goed. Op social media? Ehm. Website? Ik begon te twijfelen. Verlamd door digitale paranoia liet ik sommige hokjes leeg.
Twee uur later haalde ik een stralende baby op. Alles was fantastisch gegaan. De lieve leidster had nog geen tijd gehad om het schriftje bij te werken. Ik wilde aardig gevonden worden. “Geen probleem”, zei ik luchtig. “Voor mij hoeft het niet. Jullie zijn al druk zat.” Ik ben immers niet zó’n moeder, dacht ik zelfgenoegzaam.
Toch opende ik, toen om 18:05 uur ein-de-lijk de melding kwam, binnen een halve seconde het digitale schriftje. Een enthousiast verslag! Er was gespeeld, geknuffeld, geslapen, gepoept. In het groepsbericht werd beschreven hoe ons nageslacht was geïntroduceerd aan de rest – wat vonden ze haar lief! Ik glom van trots. Tot ik de foto’s zag: alle kindjes, zelfs de andere baby’s, kneuterig in de speelweide. Maar waar was de mijne? “Ze sliep vast”, zei mijn man. “Als je maar niet gaat klagen. Je bent toch niet zó’n moeder?”
De week erna: weer foto’s van vrolijke kinderen in het gras, op trekkers, tussen het hooi. Onze dochter? Onzichtbaar. Ik kreeg een ongemakkelijk gevoel. Was ze vergeten? Weggecensureerd? Ik opende de app en vinkte álle veertien vakjes aan. Volledige toestemming. Geen excuses meer. Ik wilde haar zien. In laarsjes. In gras. Op foto’s.
Maar weer: géén dochter. Wel een melding. Wel een verslag. Geen foto’s. De wanhoop sloeg toe. Iedere ouder kreeg romantisch beeldmateriaal van hun kroost. Ik kreeg alleen woorden. Wat had ik gedaan?
Ik reageerde voorzichtig op het schriftje: “Zou het kunnen dat de instelling nog niet is doorgekomen? Geen klacht hoor, maar gewoon — ter controle!” Geen reactie. Ik besloot het hogerop te zoeken en mailde de directie. Ik had meteen spijt van mijn impulsieve actie.
Een week later, bij het brengen, kwam diezelfde lieve leidster naar me toe. De vraag was binnengekomen. Ze legde uit dat ze altijd haar best doet om elk kind op de foto te zetten, maar dat het niet altijd lukt — soms slapen ze gewoon nét op het verkeerde moment. Ze glimlachte verontschuldigend en zei dat ze het echt probeerde in de gaten zou houden, maar dat ze nou eenmaal erg druk waren.
Mijn wangen gloeiden. Struikelend over mijn woorden legde ik uit dat het niet zo bedoeld was. Dat het de instellingen waren. Dat ik het heus niet controlerend bedoelde, en… Die avond stond mijn dochter drie keer op de groepsfoto’s.
Ik ben er een.
Ik ben zo’n moeder.
Ga voor me-time met Kek Mama Magazine!