
Familie Cudogham van Een Huis Vol: ‘We krijgen er binnenkort een Cudoghammetje bij’
Breaking news van de familie Cudogham: er komt gezinsuitbreiding! Maar we hebben het niet over baby nummer acht.
Elsemieke (31) is samen met T (33), moeder van twee zoontjes (4 en 2) en redacteur bij Kek Mama. Chaotisch, chronisch moe en heeft een brein met 46 tabbladen tegelijkertijd open. Probeert rust in de chaos te vinden, maar met drie mannen in huis is die rust ver te zoeken.
We gingen op vakantie. Met de auto, dit keer, omdat het vliegtuig ons niet was bevallen. Allebei lang en dus volledig klem in die veel te kleine stoelen, de dreumes moest daar ook nog bij op schoot en de vluchten waren op de meest ongunstige tijden qua dutjes/bedtijd die je kon verzinnen. Resultaat: een ontzettend hard huilend kind dat moe is maar niet kan slapen. Dus: de auto leek een betere optie. Met de nadruk op ‘leek’.
De vakantie begon al niet met rozengeur en manenschijn toen T en ik de dag voor vertrek ruzie kregen. Dat hebben we eigenlijk zeer zelden, dus misschien was dit een voorbode van wat nog komen ging. Communiceren blijkt toch moeilijk en we hadden allebei een totaal ander beeld van de inpakdag, alleen wisten we dat dus niet van elkaar.
Ik: “Chill, mijn eerste vakantiedag, we hebben de hele dag, lekker rustig aan, misschien nog even een ijsje halen met de bakfiets.”
T: “Ik ga mijn militaire opvoeding eens flink tot uiting brengen en wil alles nog voor de lunch ingepakt en wel in de auto hebben, ook al gaan we pas morgenochtend weg.”
Eindstand: hij superchagrijnig door mijn totale gebrek aan haast, ik superchagrijnig door zijn gestress en gehaast en – in mijn ogen – gezeik. En toen verliep de reisdag dus ook nog zó. Het mag een wonder heten dat we de verloving (benieuwd? Lees hier het verhaal van onze verloving!) niet hebben afgeblazen.
De reisdag begon ook suboptimaal, omdat we een stuk later weggingen dan T had geopteerd. Daarna zaten we opgescheept met een inmiddels peuter die de eerste drie uur van de rit letterlijk elke tien minuten begon te huilen. Toen viel hij in slaap, dus had ik even rust. Geen gejengel, geen gemama. Even ontprikkelen. Dacht ik. Want toen hield de auto er ineens mee op. De motor deed niks meer en we gingen in noodloop (dat wil zeggen, krap 20 kilometer per uur) over een weg waar je 70 mag. We veroorzaakten een hele file met boze, toeterende Duitsers. Tot zo ver ontprikkelen. Zeer slecht voor de bloeddruk, do not recommend.
We stopten op de parkeerplaats van de plaatselijke supermarkt en belden de wegenwacht. Het kon wel twee uur duren, en als er dan nog niemand was, moesten we opnieuw bellen. We waren slechts een half uur verwijderd van onze eerste stop om te overnachten, dus toen de auto het weer leek te doen (gevalletje “even opnieuw opstarten, kijken of het werkt”), besloten we verder te rijden. Je voelt hem al aankomen: we waren slechts een halve minuut onderweg toen de motor weer uitviel. Dat was te verwachten. Dit keer gingen we echter bergaf, dus 36 in plaats van 20. Dat was dan weer een soort van meevaller. We stopten op een veel minder gunstige plek dan een grote parkeerplaats bij een supermarkt, namelijk vlak naast de weg, waar de kinderen niet veilig uit de auto konden. Weer de ADAC gebeld, kon nog steeds twee uur duren.
Bij het uitstappen liet ik mijn telefoon op het asfalt vallen, met als resultaat een barst in het scherm. Kon het nog erger worden? Jawel, hoor! De ADAC kwam, de auto leek gemaakt, maar een kilometer verderop was het weer hetzelfde verhaal. Er moest een sleepwagen komen. Ook dat ging uiteraard weer een uur duren. Zit je dan, met twee kinderen van vier en twee jaar, die er inmiddels goed klaar mee waren. Zij vonden die sleepwagen trouwens wel fantastisch, dus er was in ieder geval iemand van ons blij mee.
Het enige geluk die dag was dat mijn nicht in Stuttgart woont (dat was ook de reden dat we daar gingen overnachten) en zij mij en de jongens kon ophalen. Echt onze reddende engel. Door haar hebben wij drieën verder nog een semi normale dag gehad. We gingen inchecken in het hotel, naar het restaurant waar we al zouden afspreken (waar de jongste zichzelf volledig onder kakte en ik te weinig billendoekjes bleek te hebben en de batterij van mijn telefoon leeg ging en T me dus niet kon bereiken – dat kon er ook nog wel bij) en toen heb ik de jongens op een semi normale tijd op bed kunnen leggen. T had minder geluk: hij is uren – letterlijk, zesenhalf uur – bezig geweest met het regelen van vervangend vervoer. Hij was om 23:00 uur pas bij het hotel. Extra blij dat mijn nicht mij en de jongens had kunnen ophalen, want anders was deze dag echt het equivalent van de hel geworden.
Wat dan weer niet mee zat, was het hotel. Het was niet overdreven 35 graden in die kamer. Ik lag in een kuil, met een kussen wat na vier keer dubbelvouwen nog steeds zo plat als een dubbeltje was. En een ventilator die met windkracht zes in ons gezicht blies, maar alsnog niet kon voorkomen dat we de hele nacht in ons eigen zweet lagen te baden en geen oog dicht deden. Al kreeg ik de volgende ochtend wel te horen dat ik hard snurkte voor iemand die niet sliep… Een zeer charmant zwangerschapskwaaltje dat nooit is weggetrokken. Super.
Wat een dag. Dit alles had één voordeel… het kon nu echt alleen nog maar beter worden. Tenzij deze heenreis een voorbode was voor de rest van de vakantie. Dan was ik liever weer terug naar huis gegaan.
Meer columns van Elsemieke lezen? Je vindt ze hier.
Ga voor me-time met Kek Mama Magazine!