“Blijft papa dichtbij?’ vraagt Teun als we het over Franks laatste rustplaats hebben’

21.11.2022 09:31

Tabitha (43) woont met zoons Teun (7) en Willem (3) in Haarlem. Haar man Frank kreeg een jaar geleden de diagnose onbehandelbare hersentumor. Een maand later was hij overleden. Hoe ga je als gezin verder na zo’n plotseling verlies? In deze columns krijg je een inkijkje in momenten die zij meemaken in het eerste jaar zonder papa.

Binnen een uur nadat Frank is overleden, krijg ik een map onder mijn neus gedrukt: welke kist wil je? Moet ik dat echt nú beslissen? Ja dus, want hij wordt straks met een rouwauto opgehaald. De kist moet ook nog verlengd zijn, want Frank was een mooie lange man van 1.89. Mijn hoofd tolt. Hoe ga ik dit regelen? Het enige wat ik weet is dat Frank begraven wil worden, zodat de kinderen bij hem langs kunnen komen. Verder niks. Voor een huwelijk trekken mensen een jaar de tijd uit; een begrafenis moet binnen een week geregeld zijn. Gelukkig heb ik een lieve uitvaartdame die een to- do-lijst heeft die we stap voor stap gaan oppakken. Ik hoor dat het goed is voor de verwerking van de kinderen om ze bij de uitvaart te betrekken; dat wordt mijn uitgangspunt.

“Blijft papa dichtbij? Dat zou ik heel graag willen,” is het eerste wat Teun vraagt als we het over de laatste rustplaats van Frank hebben. Het maakt de keuze voor een begraafplaats makkelijk, want zoveel zijn er niet in de wijde omgeving. Het wordt de oudste begraafplaats van Haarlem en samen met mijn zus gaan we op zoek naar een mooie plek. Ik zie graven van het jaar 1888 en raak volledig in paniek: hier kan Frank als jonge man toch niet tussen liggen? Ik voel me ontzettend leeg en verdrietig, dit is zo onwerkelijk. Gelukkig vinden we uiteindelijk een prachtige plek vlakbij een grote kastanjeboom. De rode bladeren liggen op de grond, dit voelt goed. Hij komt te liggen naast jonge mensen, zodat er nog regelmatig bezoek langskomt. Wel zo fijn.

Op de rouwkaart wil ik een tekening van Teun. Hij maakt samen met mijn vader een schilderij van een boot. We hielden als gezin van varen en Frank was onze kapitein. De bloemendame komt langs en Teun kiest een hart van rozen uit haar boek. Samen met zijn broertje steken ze samen de rozen in het hart; terwijl ik naar een boeket zoek dat hierbij past en op de kist komt te liggen. Het allermoeilijkste moment is als ik samen met Teun de kist dichtmaak. Nu kunnen we papa nooit meer zien, aanraken, ruiken… niets. Als we de schroeven aandraaien en ik naar mijn oudste zoon kijk, realiseer ik me hoe groots en ongelofelijk het is wat wij nu samen doen.

Op Franks begrafenis steken de jongens met hun neven en nichtje kaarsen aan op ‘Worden wat je wil’, een liedje van ‘Kinderen voor Kinderen’ dat Teun heeft uitgezocht. Willem danst op de muziek tijdens de dienst, zich onbewust van de triestheid van deze situatie. Bij het graf mag iedereen als laatste groet een schep zand op de kist gooien. De berg zand die klaarstaat blijkt een speelberg voor de jongens. Ze klimmen erop, springen en glijden eraf en zwaaien onbevangen naar iedereen. Het snijdt door mijn en ieders hart. Op het laatst mag Teun op de knop drukken die de kist naar beneden laat zakken. Als toegift gooit Willem spontaan de schep op de kist: bam, klaar! Mama is toe aan een borrel.

 

Meer columns lezen van Tabitha? Ga naar kekmama.nl/tabitha