Chiara: ‘Ik wilde geen kinderen. Niet zonder de steun van mijn beste vriend’

16.01.2024 08:05

Chiara, moeder van Joah (9 maanden) en redacteur bij Kek Mama, speurt samen met haar man Dan naar de perfecte balans tussen (zelf)liefde en luiers.

“‘Opa, opa! Gaan we ook naar de giraffen?’ ‘Tuurlijk’, zegt de grootvader terwijl hij de muts van het knulletje rechttrekt.

Zilveren lokken die onder een sportieve pet uitsteken. Hemelsblauwe ogen die schuilen achter een opvallend grijs montuur met jampotglazen. Een jeans, simpel jack, sportieve wandelschoenen en een nonchalante houding. De brok in mijn keel wordt alsmaar groter en de steen in mijn maag maakt me onderhand misselijk. Ik probeer de tranen die geniepig achter mijn ogen prikken weg te slikken. Ik wil niet breken in een overvolle metro, maar ik voel dat ik deze tranenstorm niet kan tegenhouden. Ik heb altijd al een zwak gehad voor opa’s, maar deze man lijkt zo erg op mijn vader, dat het voelt alsof ik naar een scène in de toekomst kijk. Een scène die nooit zal afspelen in mijn leven, want mijn vader blies zijn laatste adem zeven jaar geleden uit.

“‘We worden ouders!’ was mijn eerste ingeving. ‘Ik moet papa bellen!’ was mijn tweede.”

Toen ik afscheid van hem nam, was ik zeker van mijn zaak. Ik wilde geen kinderen. Niet zonder de steun van mijn vader, mijn beste vriend. Maar dat was voor ik mijn droomvent tegen het lijf liep en we een aantal jaar later nog zo hoteldebotel op elkaar waren dat er een liefdesbaby ter sprake kwam. Nog voor we echt over kneuterige gezinsmomenten konden fantaseren, was het raak. De twee streepjes op het staafje verklaarde mijn onderbuikgevoel. ‘We worden ouders!’ was mijn eerste ingeving. ‘Ik moet papa bellen!’ was mijn tweede. Tranen van geluk én verdriet rolden over mijn wangen. Over bitterzoet gesproken.

Mijn kopietje

De komst van Joah maakte een hoop goed. Sinds mijn vader er niet meer is, mist er altijd iets. Niemand kan dat gemis opvullen, maar ons ventje maakt het een stuk dragelijker. De momenten die we als gezin meemaken, nemen me vaak mee terug naar toen. Toen mijn vader mijn grote held was en ik overtuigd was dat hij er altijd zou zijn. Wanneer mijn man met hem kroelt, stoeit of lacht, ben ik daar. Niet alleen omdat dierbare momenten zich herhalen in onze eigen, liefdevolle en warme setting, maar omdat Joah me aan mijn vader moet denken. Lange blonde slagen, felblauwe ogen, droge blikken, gevoel voor muziek. Hij is een koPietje – mijn vader heette Piet.

Hier en nu

‘Jaaa! We zijn er!’ Het enthousiasme van het jongetje brengt me terug naar het hier en nu. Ik veeg mijn tranen weg en werp een blik op mijn zoon die naar buiten staart. Hij zit lekker in zijn eigen wereld en heeft gelukkig niets door. Niet van mijn tranen, niet van het feit dat zijn opa er niet is. Ik mis mijn vader, maar Joah mist zijn opa niet. Hij weet niet beter dan dat hij één opa heeft. Ergens doet dat pijn, maar gelukkig is het mijn pijn. Op dat moment besluit ik mijn verdriet om te zetten in kracht. Rotterdamse daadkracht. Ik open Google, tik “abonnementen voor Diergaarde Blijdorp” in en fantaseer over kneuterige gezinsmomenten die we daar zullen beleven. Samen, met Joah en zijn superheld.

De grootvader en zijn kleinzoon stappen uit. Ik werp hen een lach toe. Joah lacht naar mij. Ik geef hem een dikke kus op zijn rode konen en trek de muts van mijn knulletje recht.”