Het galmt er, het is klam, minstens 35 graden (althans, zo voelt het) en maand na maand zie je geen enkele vooruitgang. Kortom: maak je borst maar nat voor de zwemlessen van je kind.
Lees verder onder de advertentie
Mijn vriendin Hester noemt zwemles altijd de beste anticonceptie; bij twijfel over een kinderwens moet je eens een zwembad binnenstappen, bij voorkeur woensdagmiddag half vier. Volgens haar vrij je nooit meer zonder condoom als je in de mallemolen zit die zwemles heet. Nou heeft zij vier kinderen, dus dat is niet helemaal gelukt. Maar inmiddels heeft haar man dit noodzakelijk kwaad bij de jongste twee overgenomen. Ze zou er anders mentaal aan onderdoor zijn gegaan, beweert ze met enig gevoel voor drama.
Lees verder onder de advertentie
Bevreesd
Ik was dus enigszins voorbereid, toen Callum met vijfenhalf opging voor zijn zwemdiploma’s. Iets waar ik bevreesd en reikhalzend naar uitkeek. Als zwangere vrouw zie je overal dikke buiken. Bezit je voor het eerst een hond, dan kom je allemaal mensen tegen met honden. Maar heb je een klein kind, dan vind je ineens overal water en daarmee de kans op een acute verdrinkingsdood.
Lees verder onder de advertentie
Vanaf het moment dat je dreumes kan lopen, is elke ouder overtuigd van het grote nut van een zwembrevet. Zelf woonde ik al vijftien jaar in mijn wijk in Amsterdam-Noord, maar pas toen ik moeder werd van Callum vielen alle sloten, plassen en visvijvers me op. In de Efteling verbaasde ik me over het open water, waar hij gemakkelijk in kon wandelen vanuit de kinderwagen, en zijn kleuterschool lag zelfs direct aan een vaart. Er zat nog een hek tussen, maar dat kon mij niet geruststellen. Het liefst dempte ik dat kanaal eigenhandig.
Een zwemdiploma was van levensbelang, zowel voor mijn zoon als voor mijn gemoedsrust. Vanaf het moment dat hij kon praten prentte ik Callum in dat zonder bandjes én zwemvest in het water vallen automatisch zijn dood zou betekenen. Nee, in dit geval niks pedagogisch verantwoord en tere kinderziel, hij moest weten dat het gevaarlijk was om bij de waterkant te spelen. Ik had ooit gelezen dat verdrinken doodsoorzaak nummer één onder kleine kinderen is en dat peuters al in een laagje van tien centimeter kunnen verzuipen. Om paranoïde van te worden.
Lees verder onder de advertentie
Veel te koud
In ons plaatselijke zwembad mochten in principe kinderen met vier jaar al op pre-zwemles, maar vijf was een betere leeftijd, zo stelde de badmeester nadat hij één blik had geworpen op mijn schriele kleuter. Ik snapte zijn punt, toen we op zondag een uurtje gingen proefzwemmen. Vol verbazing keek ik naar de stevige leeftijdsgenootjes van Callum, die heerlijk vrij spartelden in het water. Callum niet. Die stond rillend op de kant. Zonder vetrandjes op zijn botten vond hij het veel te koud. Na tien minuten had hij genoeg ‘proefgezwommen’ (lees: tot zijn enkels in het pierenbadje geijsbeerd) en konden we ons weer afdrogen in de kleedkamer.
Lees verder onder de advertentie
Beresterk
Het leek me verstandig voorlopig te wachten tot hij wat weerbaarder was. Ik deed hem op judo, waarin hij al snel uitblonk. Hij werd ingedeeld in de gewichtsklasse tot 18 kilo en behaalde in wedstrijden de ene overwinning na de andere. Hij was berensterk, zo riep hij tegen iedereen. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen: zijn ippons behaalde hij allemaal tegen meisjes. Er waren weinig mannelijke tegenstanders van vier jaar en ook amper zestien kilo zwaar. Maakte Callum niet uit, hij was verguld met zijn gouden bekers.
Lees verder onder de advertentie
Zijn ontwikkelde spierkracht kwam goed van pas op toen ik hem twee jaar later opgaf voor zwemles, zo benadrukte de zwemschool. Het hele zwemmen boeide Callum matig. Eigenlijk hield hij niet van water. Noch van douchen. Ik durf het bijna niet te bekennen, maar haren wassen deden we in bad, met een washandje voor zijn ogen en dan hardop tot tien tellend. In die seconden spoelde ik als een haas de shampoo uit en mocht hij weer verder spelen in het beetje badwater. Inmiddels een elfjarige vindt hij het nog steeds vreselijk om water en sop in zijn ogen te krijgen. Hij presteert het regelmatig om kurkdroog onder de douche vandaan te komen. Mij lukt het niet, al zou ik het willen.
‘Vochtige haren’-fobie
Wetende van zijn ‘vochtige haren’-fobie, informeerde ik naar privéles. Dat leek me een stuk effectiever en dus sneller. Immers: vreemde ogen dwingen, zeker als die ogen slechts één kind in de gaten hoefden te houden. In een groep kon hij zich makkelijker verschuilen achter andere kinderen, waardoor niemand zou zien dat hij óf helemaal niet meedeed met de oefeningen óf simpelweg stilletjes kopje onder zou gaan. Want die angst op verdrinking zat er bij mij nog steeds in.
Lees verder onder de advertentie
Ik boekte twee lessen van 35 minuten per week bij Sandra, de struise, strenge badjuf. Helaas, dat ‘privé, dus snel een diploma’ bleek ijdele hoop. Na een les of vijf springen als een kikkertje en spartelen als een visje was Callum in het geheel nog niet watervrij. Van het geld dat ik kwijt was om meneer de gehele zeefauna na te laten bootsen met zijn kop onder water hadden mijn vriend en ik ook leuk een weekend weg gekund.
Peentjes zweten
Naast het mezelf verbijten over de wanprestatie van mijn bloedje, bleek ik ook out te gaan van de temperatuur. Zo’n kunstmatig warm gehouden zwembad lijkt net het reptielenhuis in Artis. Ouders mogen op de tribunes plaatsnemen, met hun schoenen in blauwe ziekenhuisslofjes gestoken en zo bij een gevoelstemperatuur van 35+ graden toeschouwen hoe hun kind de diverse badjes afwerkt. In mijn geval vond dit feest twee keer per week plaats. Ondanks de vrieskou buiten deed ik dat in steeds minder kleding, omdat ik me gek zweette.
Lees verder onder de advertentie
Engelengeduld
Callum bleef veiligerwijs gewoon in hetzelfde bassin hangen. Zijn juf oefende vol engelengeduld de diverse slagen met hem, maar ik zag de moedeloosheid in haar ogen. Familieleden, vrienden en moeders van klasgenoten wiens kinderen tegelijkertijd op zwemles waren gegaan, die belangstellend vroegen of afzwemmen er al in zat, kregen lang een ontkennend antwoord. Juf Sandra deed niet aan een stickers- of vlaggetjessysteem, als ik wilde weten hoe het ervoor stond, voldeed een gesprek na afloop van de les. Vaak schudde ze haar hoofd al als ze met Callum naar me toe kwam lopen. Hij deed écht heus zijn best, maar vooralsnog scoorde hij weinig punten op de lijst vaardigheden voor A.
Lees verder onder de advertentie
Na een jaar vond de badjuf het tijd worden voor grover geschut. Het leek haar verstandig als ik er toch groepslessen naast kocht. Op die manier zou Callum zich misschien optrekken aan de andere cursisten. Maar nee, hoe ik hem ook wees op knappe verrichtingen van de anderen, hij ging er geen centimeter harder door borstcrawlen. Wel vond hij het zwemmen nu een stuk gezelliger. Hij zag direct zijn kans schoon door bij het watertrappen achter het dikste jongetje uit zijn groep te gaan hangen, zodat niemand zag dat hij smokkelde. Behalve zijn moeder dan.
In vredesnaam
Na zo’n halfuur met hangen en wurgen slagen maken in het diepe, mocht Callum op voor het volgende Olympische onderdeel: douchen, afdrogen en aankleden. Plakkerig van het zweet probeer je de aan z’n lijf klevende zwemkledij van je kind af te pellen, waardoor je het nog benauwder krijgt. In mijn geval knaagde mijn zoon ondertussen ook nog een zakje paprikachips weg (want daarmee kocht ik hem om) en was het een hele toer die vette oranje vingers op mijn eigen kleding te ontwijken.
Sowieso was het een drama hem überhaupt om te kleden. Dat lag aan het kleedkamerbeleid: de mannenkleedruimte bleek voor vaders die hun kroost vergezelden, die van de vrouwen gold voor de moeders. Dat ging er bij Callum niet in. Hij was géén meisje, dus wilde hij ook niet door de deur waar een meisjesfiguur op stond. Afhankelijk van het aantal aanwezige vaders en hun toegefelijkheid, was het dan een verrassing of ik mijn zoon mocht uitkleden in de mannenkleedkamer. Niet dat daar allemaal naakte mannen stonden, maar er waren geregeld papa’s die me wezen op het strikte deurbeleid. Dan zat er niks anders op dan met een protesterend jongetje de ruimte te verlaten en hem ergens anders aan te kleden. Vaak werd dat – zwak als ik ben – het herentoilet op de gang.
Maar zowaar, geheel onverwacht, op een troosteloze januarimiddag sprak juf Sandra de legendarische woorden: “Nou ja, het zal nooit een Femke Heemskerk worden, maar hij verzuipt ook niet. Laten we Callum in vredesnaam maar laten afzwemmen.” Ze voegde er nog wel aan toe dat het ‘op een privé-uur’ zou moeten plaats vinden. Callum beheerste weliswaar de vier zwemslagen, kon zich met kleding drijvende houden en de benodigde afstand overbruggen, maar ging rechtop door het water. Hem en plein public laten afzwemmen zou waarschijnlijk een te grote schande zijn voor de zwemschool. Het maakte mij geen bal uit. Opa, oma, zijn neven en zijn stiefvader; vol trots kwamen ze met ballonnen naar dit heuglijke moment. Kind straalde van oor tot oor en juf en ik gaven elkaar een ferme knipoog na afloop. Niet gedacht, toch gelukt. Callum nog net geen zeven jaar, had na anderhalf jaar ploeteren en 1500 euro minder op mijn spaarrekening zijn A-diploma!
Krijsend aan de kant
Dat het altijd erger kan, hoorde ik onlangs van een vriendin wier stiefdochter maar liefst drie jaar deed over haar diploma. Geen klik met de badmeester/motorische problemen/watervrees/te koud/faalangst; er waren tal van redenen waarom het bij haar niet wilde lukken. En Sanne, moeder van Callums huidige voetbalmaatje Thom, wachtte tot haar zoon zeven was alvorens ze begon aan het zwemlesgebeuren: “Als ik mijn ogen sluit, dan zie ik de volgende scène levendig voor me: ik, op mijn sokken in het pierenbad met een huilende, bange kleuter aan mijn hand geklemd, die weigerde ook maar één slag te maken zonder mij los te laten. Ook na een maand wilde hij nog geen krokodillenbellen blazen, achteruitspringen of zonder vleugels het water in. Na twee maanden in badje één hebben we hem van zwemles afgehaald. Dit werd ’m niet. Uiteindelijk hebben we hem met zeven jaar aangemeld bij een minder serieuze school en had hij in no-time A, B en C. We hadden het kunnen weten, want precies deze ellende maakten we mee bij onze oudste zoon Sam. Ook hij heeft weken krijsend aan de kant gehangen, niet van plan de ijzeren stang los te laten en had ook pas met negen jaar al zijn diploma’s. Als het om water gaat, zijn onze kinderen gewoon geen durfallen.”
Herkenbaar. Die van mij is inmiddels een goede voetballer en uitermate sportief, maar heeft geen enkele ambitie capriolen uit te halen in het water. Op een zomerse dag taalt hij niet naar zwembad of zee. Hij vindt hij het heerlijk af te koelen in een opblaasbad, maar met waterpistolen elkaar natspuiten voldoet net zo.
Overigens werd zwemdiploma B een ander verhaal. Met angst en beven meldde ik na het glorieuze A-document Callum aan voor het vervolg. Minimaal B moest hij bezitten, wilde ik hem met een normale hartslag mee durven geven met een schooluitje of aan een vriend met een zwembad in de tuin. Ik vreesde een herhaling van zetten en stelde me in op wederom een jaar afzien in het reptielenhuis, biddend dat Callum ooit genoeg moed zou verzamelen van de kant af het water in te springen en door een gat te duiken.
Dit keer schreef ik hem in voor een groepscursus, privéles leek me vooral financieel gezien geen goed idee. Maar wie schetste mijn verbazing: na amper zeven lessen kwam juffrouw Sandra naar me toe. Callum voldeed aan alle vereisten en mocht op voor B! Geen idee hoe het kon, maar blijkbaar had hij ineens het licht gezien en de juiste zwemskills ontwikkeld. Ik was euforisch van vreugde.
Dat bood uiteraard perspectief voor de laatste letter uit het zwem-ABC. Maar helaas, het C-brevet heb ik geskipt. Ik wist Callum nu veilig met zwemfeestjes en in het geval dat hij onverhoopt te dicht bij de sloot zou komen en erin kukelde, kon hij zichzelf gelukkig redden. Voor de volledigheid zou het wel beter zijn geweest, dat was ik volkomen eens met de zwemschool, maar meer lesbezoek kon mama echt niet meer opbrengen.
Het overkomt de veel ouders: je kind groeit op, vliegt uit… en vervolgens hoor je amper nog iets. Appjes blijven onbeantwoord, telefoontjes gaan naar voicemail en familiefeestjes worden ‘vergeten’. Wat is er gebeurd? Waar is het mis gegaan?
Met twee gezinnen op vakantie, hoe meer zielen, hoe meer vreugd, dachten Anna en haar man. Dat viel tegen, bleek toen ze eenmaal in Frankrijk gearriveerd waren.
Douchen op de camping met een peuter is bepaald geen wellnesservaring. Je sjouwt met slippers, washandjes, muntjes, shampoo die altijd óf op is óf in je tas lekt en niet te vergeten een kind dat alle kanten op gaat behalve de goede.
Kinderen krijgen is één ding, zorgen dat ze elkaar niet de hele dag in de haren vliegen is iets heel anders. Je kunt ze niet dwingen om elkaars beste vrienden te worden, maar stiekem hoop je dat natuurlijk ergens wel. Goed nieuws: uit onderzoek blijkt dat je als ouder best wat kunt doen om die […]
Ah kamperen: zorgeloos genieten van het vrije leven. Als je tenminste de hoosbuien, sanitaire ongemakken en het feit dat je buren álles van je weten op de koop toe neemt.