Mijn dochtertje (5) durft niet in het water. De zwemjuf adviseert het elke week opnieuw te proberen. Alle kinderen hebben lol, zij steekt hooguit een teen in het water. Moet ik toch doorzetten met zwemles?
Lees verder onder de advertentie
Els en Do: Tante Els had ook zo’n kind. Elke woensdagmiddag zat ze een uur in een naar chloor stinkend zwembad om aan te zien hoe haar vijfjarige zoon huilend aan de kant stond. Zo moedig als hij buiten het zwembad was, zo bang was hij voor water. Hij was groot en sterk voor zijn leeftijd, dus motorisch had hij geen problemen, maar hij stierf liever dan dat hij het water in ging.
Lees verder onder de advertentie
Els heeft er honderden guldens aan gespendeerd. Zij haalde hem uiteindelijk van zwemles en wachtte tot het zomer werd. Toen zette ze haar tent op een Zuid-Franse camping. Het was daar zo heet dat kleine Thijs wel in het peuterbadje wilde. Els lokte hem verder en verder, in ruil voor de verrukkelijkste ijsjes. Langzaam schoof hij door naar het kinderbad. En ten slotte, na drie weken, naar het diepe. Kortom, zijn eerste zwemles heeft hij van zijn moedertje gehad. Zoals ze hem ook heeft leren lopen.
Terug van vakantie ging het verrassend snel. Thijsje haalde in sneltreinvaart zijn A-diploma. Daar heeft tante Els het bij gelaten; ze wilde nooit meer een tegenstribbelend vochtig jongenslijfje in de kleren hijsen terwijl het zweet haar over de rug druppelde. Els’ moeder heeft haar kleinzoon vervolgens duiken geleerd. Mevrouw Rozenbroek zat in haar jeugd op schoonspringen (omdat ze verliefd was op de duikleraar, maar dat is weer een ander verhaal). Bij haar zes kinderen was ze er niet aan toegekomen – Els kan nog steeds niet duiken, maar haar zoon kan het nu beter dan Maarten van der Weijden.
Lees verder onder de advertentie
De opvoedtantes Els en Do beantwoorden opvoedvragen met een knipoog en stellen zichzelf voor: “Wij zijn geboren voordat de pil was uitgevonden, kwamen ter wereld zonder dat onze ouders daarom hadden gevraagd en werden te hooi en te gras opgevoed. Zelf kregen wij heel bewust kinderen en daarom voelen we tot op de dag van vandaag (ze zijn inmiddels 35, 23 en 21) de plicht hen permanent gelukkig te maken. We kennen dus twee opvoedingsstijlen van nabij, en blijven onverminderd op zoek naar de gulden middenweg.”
Je zou denken dat volwassenen met een hoge functie en flink salaris allemaal begonnen met een bibliotheekkaart op hun tweede en elke avond luisterden naar literaire meesterwerken bij het zachte licht van een nachtlampje. Dat zit toch anders.
Mijn dochter leert praten. Ik vind het werkelijk een van de schattigste fases tot nu toe. Die brabbelende dreumes die allemaal grappige dingen zegt: het is om van te smelten. Het levert alleen ook weleens gênante situaties op.
Een zwangerschap is al spannend genoeg, maar voor de Britse Lucy en haar man Adam werd het een ware achtbaan. Hun baby Rafferty kwam niet één, maar twee keer ter wereld.
Je denkt dat je iemand in huis haalt om op je kinderen te passen, maar intussen wordt je voorraadkast geplunderd en verdwijnen er sieraden. Wat begon als een klein vermoeden, groeide bij Carla uit tot een regelrechte mini-detectivezaak.
Iedereen kent er wel een: een verwend kind. En niemand van ons vindt verwende kinderen leuk, toch? We willen dus ook zeker niet dat ónze kinderen ineens verwend gedrag gaan vertonen.