‘Dit is waarom ik het opvoeden stiekem afkijk bij andere moeders’

10.12.2019 12:11
moederschap opvoeden afkijken Beeld: Shutterstock

Terwijl zij zelf maar wat aanrommelt, lijken andere ouders ergens geleerd te hebben hoe dat moet, opvoeden. Dus nu kijkt Francien stiekem af. En het werkt. Althans, voor even.

Mijn moederschap doorloop ik ongeveer zoals ik de havo heb gedaan: door maar gewoon te doen waarvan ik denk dat goed is en heel veel af te kijken. Gaat het me goed af? Soms wel, soms niet. Maar er zijn nou eenmaal een heleboel zaken waar ik geen benul van heb als het om kinderen gaat. En toch moet ik er wat mee, want ik heb maar liefst twee exemplaren. Andere vrouwen lijken dat moederschap allemaal heel natuurlijk aan te pakken. “Dagelijkse tekencontrole? Túúrlijk doe je dat!” Schijnt ergens in de routine te zitten tussen het billenwassen en tandenpoetsen, ontdekte ik laatst. Ik had geen idee (maar laat m’n kinderen wel regelmatig uit in het bos, walhalla voor de teken).

Ik zie het als een grote verantwoordelijkheid om mijn kinderen op te laten groeien tot zelfredzame volwassenen die blij zijn met zichzelf en een beetje van de wereld snappen. Deze complexe taak deel ik gelukkig met mijn partner met wie ik daar over kan sparren. Maar ook voor hem geldt dat hij nooit is afgestudeerd aan de ouderacademie.
 

Reactief opvoeden

Opvoeden is in mijn geval dan ook vaak reactief. Zo rolde ik bij de oudste totaal onvoorbereid de waterpokken in. Opeens waren ze er in groten getale. Het kind was er flink ziek van en werd gek van de jeuk. Ik indirect ook. Iedereen in mijn omgeving sprak met een grote vanzelfsprekendheid over zemelenbadjes. Wát voor badjes? Ik voelde me een kluns dat ik niet wist wat het was én hoe dit aan te pakken. Want je kunt toch niet zomaar een pak havermout door je afvoerputje prakken zonder dat daar een week later een loodgieter aan te pas hoeft te komen?

Gelukkig wist de mevrouw van de natuurwinkel raad (het bleek heel simpel: zemelen in een washandje, elastiekje eromheen) en na een paar dagen jeuk vond mijn gepokte zeemeermin het zemelenbad een ware verademing. Toen ik een paar weken later bij haar zusje ook maar het minste vermoeden van waterpokken had, spoedde ik mij weer naar diezelfde natuurwinkel voor een nieuwe lading zemelen. Ik laat me geen tweede keer vertragen door mijn onwetendheid. O wat voelde ik me voor heel even een goede moeder toen dochterlief bij de eerste verschijnselen al in zo’n bad zat te weken. Hoe voorspelbaar die tweede serie waterpokken misschien ook was, ik was voorbereid. Ha!
 

Culinaire kunde

Voeding. Ook zoiets waar iedereen, behalve ik, verstand van heeft. Ik ben geen keukenprinses en ook manlief toont weinig culinaire kunde. Welke ingrediënten waar inzitten? Geen idee. Ik weet dat groenten goed zijn, koken uit pakjes een no go (maar af en toe wel heel makkelijk, zeker als je kind dat wél eet) en je bij de bakker beter fijn volkoren kunt halen dan wit. Hier houd ik me dan ook braaf aan. Maar in de zoektocht naar de juiste voeding voor de dochter met chronische buikpijn, voel ik me een enorme leek.

Na heel wat testen en consulten kreeg ik van de arts het advies: “Probeer anders even vier weken een glutenvrij dieet. Oké? Succes, doei!” Ze zal er ongetwijfeld meer woorden aan vuil hebben gemaakt dan in mijn beleving, maar ‘even glutenvrij’? Man, weet je hoe complex dat is? Het kwam nu bij me binnen alsof het werd aangeprezen dat het net zo makkelijk is als chocoladepepernoten uit je dagelijkse voeding schrappen (wat in een bepaalde tijd van het jaar nog lastiger is dan gluten).

Ik ben verrast door de hoeveelheid moeders die weleens een tijdje glutenvrij hebben gekookt, puur om te kijken wat het doet met de kinderen. Dat zijn dezelfde ouders die alles bakken met spelt en met regelmaat linksdraaiende ‘quinoa-kefir-gojibessen-en-weet-ik-veel-wat-voor-superfoods-nog-meer-smoothies’ aan hun kinderen serveren. Met huisgemaakte granola ‘want nergens anders écht gezond’ en bij wie de kinderen dit ook nog eens in één teug achteroverslaan en vervolgens zeggen: “Lekker mam, heb je nog meer?” Hoe weten zij hoe dit werkt? Welke boeken hebben zij gelezen die elkaar niet tegenspreken? Hoe weten ze precies wat wel en niet goed is voor je kind én hoe je het klaarmaakt?
 

Lees ook
‘Opvoeden? Ik doe maar wat’ >

 

Als een deskundige

Ik betrap mezelf er ook weleens op me als een deskundige te presenteren. Dat ik adviezen geef over zaken waar ik zelf net strompelend doorheen gemoederd ben. Zindelijkheid bijvoorbeeld. Dat is toch twee keer gelukt, zonder dat ik enig benul had van hoe je dit aan moest vliegen. Na de successen bij ons thuis, vertel ik aan andere ouders wat ze moeten doen of laten omdat ik me expert waan op dit gebied. Het is tenslotte gelukt om al mijn luierpoepende nageslacht op de wc te krijgen. Maar als ik eerlijk ben, zit er weinig van mij bij.

Kind één bedacht bij warm weer dat ze liever niet in haar eigen urine rondzwom in het opblaasbadje en was in één zomers weekend om. Kind twee besloot op een goede dag ook zelf dat ze te groot was voor de luier. Mijn bijdrage bestond voornamelijk uit aanmoedigen, en in geval van kind twee een stickerkaart knutselen, maar verder was dit allemaal niet met voorbedachte rade.

Dan die ouders die al met een potje in de weer zijn ver voordat hun baby goed en wel los kan zitten. Ik heb er respect voor, want je moet een lange adem hebben. Maar het betekent dus ook dat je hier al ver voordat de situatie zich aandient over nagedacht hebt. Wanneer dan? Hoe dan? Hoe kwam je hierop? Bij zulke verhalen vertel ik vriendelijk hoe knap ik dit allemaal vind, maar bekruipt me toch het gevoel dat ik me moet verdedigen voor mijn ‘ik-doe-maar-wat-aanpak’. Want ik heb me er nog nooit uitvoerig in verdiept. De avond dat het op de zwangerschapscursus over zindelijkheid ging, heb ik denk ik gemist. Net als die avonden over waterwratjes, je bord leeg eten, met twee woorden spreken, seksuele voorlichting, luizenzakken, bedtijden bepalen, kamperen met kinderen, het schoolpleinleven en vele andere avonden.
 

Vertel het me

Iedere dag word ik opnieuw overvallen door kleuter- dan wel peutergrillen. Elke situatie vraagt om een creatieve actie van mijn kant. Loop ik eindelijk weer even een paar meter niet achter de feiten aan, word ik weer ingehaald door de werkelijkheid. Het frustrerende is dat heel veel moeders die grillen dus wel aan zien komen. “Ja, hij is nu bijna drie, dus dan weet je het wel.” WAT WEET JE DAN WEL? Ik weet het echt niet! Vertel me waar je dat hebt gelezen en ook wannéér je dat dan hebt gedaan! Want ik heb naast een gezin met jonge kinderen, een huwelijk, mijn werk, familie, vrienden en andere agenda-vullende zaken geen tijd om er nog een studie naast te doen.
 

Afkijkmoeder

Totdat ik een volleerd moeder ben, heb ik besloten er vrede mee te hebben dat ik een ‘afkijkmoeder’ ben. Handige ‘tips & tricks’ jat ik gewoon van de buurvrouw. Zo was ik laatst met een vriendin naar een pretpark. Zodra we uit de auto stapten, staken haar kinderen braaf de polsen naar voren, zodat moeders er zo’n slim S.O.S.-bandje omheen kon doen. Nooit over nagedacht om zelfs maar met stift mijn telefoonnummer op een arm te kalken. Laat staan om dat met van die leuke, hippe bandjes op te lossen. Ik heb mijn kinderen de rest van die dag angstvallig in de gaten gehouden en nog diezelfde avond ook zulke bandjes besteld. Reuze handig! Dat mijn kinderen vervolgens vastberaden weigeren ze te dragen is een tweede. Ik vond mezelf opnieuw voor even een heel goede moeder toen ze (nadat ze waren omgekocht met een ijsje) met armbandjes het strand op liepen afgelopen zomer.
 

Studeren

Zo veel systeem als ik heb in het wegwerken van de was, zo weinig zit er in de opvoeding van de kinderen die de door mij zo zorgvuldig gewassen kleding dragen. Het Grote Moederhandboek, of op z’n minst een uittreksel daarvan, kan ik nergens vinden. Als ik er de vinger achter probeer te krijgen hoe al die andere moeders de kennis vergaren en ook wanneer, kom ik niet verder dan dat ze wel ’s nachts moeten studeren. Want de nacht is nou eenmaal het enige moment dat er geen kind (of collega) aan je benen hangt en alleen dan heb je werkelijk de rust om je voor te bereiden op wat komen gaat. Maar wil ik een beetje goed kunnen functioneren gedurende de dag, dan heb ik mijn slaap hard nodig.

Gaandeweg blijken ook allebei de meisjes een andere aanpak te vergen trouwens. Kansloos dus om me daar suf op te googelen. Laat mij ’s nachts maar lekker slapen, dan kijk ik wel af bij andere ouders om wat inspiratie op te doen. Dat ene slapeloze uurtje dat ik toch lig te googelen, kan ik beter gebruiken om me te verdiepen in een glutenvrij dieet.
 

Dit artikel staat in Kek Mama 12-2019.

 

 

Meer Kek Mama? Neem nu een abonnement en profiteer van leuke aanbiedingen.