Sinds zijn geboorte noem ik hem Pluisje. En hoewel Róman inmiddels vier is en zijn fluffy babyharen allang vervangen zijn door stevige bruine krullen, is hij altijd Pluisje blijven heten. Het past hem. Hij is klein en fijntjes gebouwd, in tegenstelling tot zijn grote broer die aan het transformeren is in een bonkige spiermassa inclusief aanzet tot sixpack (door hem consequent sekspek genoemd).
Lees verder onder de advertentie
Róman is ons lichtgewicht, ons Pluisje, de jongste die ik moet beschermen. Het vervelende alleen is dat hij zich niet makkelijk laat beschermen. Vanaf het moment dat hij kon praten, riep hij “Zelluf doen!” en terwijl zijn broer er luiwammerig van geniet te worden bediend (“Aaaah, doe jij mijn veters?” “Mag ik een boterhammetje? In stukjes?” “Veeg je mijn billen af?”), mag ik Róman niet helpen. Met niets.
Lees verder onder de advertentie
Woedend wordt hij als hij het gevoel heeft geen stem te hebben. Lang hield ik het op de peuterpuberteit als hij weer eens weigerde mee boodschappen te gaan doen, twee dezelfde sokken aan te trekken, zijn duikbril af te zetten voor hij naar school ging. “Nee! Ik doe het niet! Ik wil het! Zoals ik het wil!” Hoe kwam ik aan zo’n dwarsligger? Altijd alles maar zelf in de hand willen hebben, waar was dat voor nodig, vroeg ik me vaak verbijsterd af.
De afgelopen weken zeurde hij dagelijks dat hij zelf naar school wilde fietsen. Nu kan hij het nog maar net en slingert hij erger dan een dronken zeebonk die na twee flessen jenever de straat over zwalkt, dus ik hield de boot wat af. Maar gisteren had ik opeens geen weerstand meer. “Weet je wat, we doen het gewoon, waarschijnlijk stap je na twee meter al af,” gromde ik. Een kwartier later klonk er luid gejoel door de straat. Naast me reed Róman, hij juichte van geluk. “Ik fiets! Ik fiets zelf! Ik ben vrij!”
Lees verder onder de advertentie
En toen wist ik het. Dit ben ik. Ik die nooit met iemand wil meerijden maar zelf met de auto naar afspraken ga, zodat ik weg kan wanneer ik wil. Ik die het onder geen baas ooit heb uitgehouden. Ik die mijn eigen agenda bepaal, mijn regels, mijn leven. Ik zag dat jongetje, met die knokige knietjes zigzaggend over de weg rijden, bijna vallen, zich toch weer herstellen, en zingen van geluk. Ik zag mezelf. En plots zag ik hem. Helemaal zoals hij is. Mijn pluisje in de wind.
Roos Schlikker (40) is journalist, schrijver, columnist en theatermaker, zowel letterlijk als figuurlijk. Samen met haar man heeft ze twee zonen: Miró (6) en Róman (4). Mail Roos op roos@kekmama.nl.
Soms gebeuren er dingen die je nooit verwacht… zoals bevallen tussen de frietjes en milkshakes. Voor Alyce Rotunda uit Michigan werd dit werkelijkheid toen haar vierde kindje besloot niet te wachten tot het ziekenhuis. Haar dochtertje Matilda (inmiddels liefkozend McTilly genoemd) maakte haar entree op een parkeerplaats van McDonald’s, vertelt ze aan TODAY.
Soms voelt het moederschap een beetje alsof je een volle inbox probeert leeg te werken terwijl er continu nieuwe mails binnenploppen. Werk, partner, boodschappen, administratie, vriendinnen die je alweer veel te lang niet hebt gezien… en oh ja, die kinderen die ook nog aandacht, hulp met huiswerk en een fatsoenlijke maaltijd willen. Geen wonder dat […]
Elsemieke (31) is samen met T (33), moeder van twee zoontjes (4 en 2) en redacteur bij Kek Mama. Chaotisch, chronisch moe en heeft een brein met 46 tabbladen tegelijkertijd open. Probeert rust in de chaos te vinden, maar met drie mannen in huis is die rust ver te zoeken.
Iedere moeder kent ‘m: die ene vader op het schoolplein die áltijd een grap paraat heeft, met iedereen een praatje maakt en stiekem misschien bijna een beetje té charmant is. Is het toeval? Nee hoor, de sterren hebben er een handje in.
Geheimen fluisteren, eindeloos knuffelen, hun mening geven (soms nogal luid): een kind laat met verrassende signalen zien dat het zich veilig voelt bij je. Wij delen er een paar.
Hoe vaak zeg jij ‘ja’ tegen je kind terwijl je eigenlijk ‘nee’ bedoelt? Dat moment herkennen bijna alle ouders weleens. Soms zeg je ‘ja’ omdat het makkelijk is, omdat je hoofd vol zit of omdat je even geen zin in hebt in strijd.