Patrick over de gekke dingen die hij voor zijn kinderen doet: ‘Lach jij jezelf op zo’n moment van reflectie ook uit?’

09.11.2023 19:00
Patrick column

Patrick (52) is schrijver van romans en freelance tv-redacteur. Hij woonde over de hele wereld en heeft vijf kinderen. Voor zijn column op put hij uit een oneindige bron van even herkenbare als opmerkelijke verhalen over het vaderschap.

Ken je dat? Dat je als ouder vol overgave iets aan het doen bent voor je kind en dat er dan opeens een lichte schaamte over je komt van WTF ben ik hier aan het doen en gelukkig dat mijn collega’s me nu niet zien?! Zo’n moment van zelfreflectie, van halleluja, ik ben niet gek, ik ben niet gek, ik ben een vliegtuig/een reuzendoder/een wipkipberijder/een briesend paard met gierende peuter op mijn rug/ een klein kind in het lichaam van een 30-, 40-, 50-jarige.

Lees ook: Patrick vraagt zich af: ‘Waarom accepteren vrouwen een gedeeld toilet?’

Groen vinkje

O, en het allerergste (knipoogsmiley); lach jij jezelf op zo’n moment van reflectie ook uit en… doe je het dan de volgende keer precies weer zo? Heb jij jezelf ook weleens in de spiegel gezien met een blije peuter op je arm die je onder de broccoliprut/lippenstift/luierinhoud gesmeerd had? Ik wel. Kir en praat jij ook tegen je tegen je kind alsof je ze niet allemaal op een rijtje hebt of maak jij jullie huiskamer ook onveilig omdat je driftig vechtend met een plastic zwaard achter een onzichtbare vijand aan zit terwijl je partner je aankijkt van Sexy hoor, schat, vanavond geen seks? Groen vinkje hier.

Kir en praat jij ook tegen je tegen je kind alsof je ze niet allemaal op een rijtje hebt?

Spookjes onder het bed

Zo’n laatste moment had ik toen ik mijn 4- en 5-jarigen eens naar hun bedjes bracht. Toen het voorlezen klaar was keken ze met bedrukte gezichtjes van onder hun dekbedjes aan.

‘Papa, ik ben bang,’ zei mijn dochtertje. ‘Ik ook,’ zei mijn peuterzoon al half huilend.

‘O? Waarom dan?’

Bloem keek even naar het bed van haar broertje aan de andere kant van de kamer en draaide snel haar hoofd weer weg. ‘Er zitten spookjes onder zijn bed… hele enge.’

‘Echt waar?’ vroeg ik rustig en tegelijk kreeg ik een ingeving. ‘Daar weet ik wat op.’ Ik ging op mijn knieën zitten op de vloer en tuurde onder het bed van mijn zoon die me met grote ogen in de gaten hield. ‘Meneer Spook?’ zei ik, ‘Meneer Spook, bent u daar?’ En ik draaide mijn luisterend oor naar de sjoelbak onder zijn bed. ‘O, hi, ja wat leuk u even te ontmoeten. Zeg, moet u luisteren. U maakt de kindjes hier een beetje bang. En dan kunnen ze niet slapen. Zou u misschien ergens anders kunnen gaan wonen?’ Weer luisterde ik opzichtig. ‘Ja? Dat vindt u goed? O wat fijn! U wist niet dat u de kindjes er bang mee maakte? U zocht ook een fijn huisje voor uw eigen spokenkindjes? Ja, dat begrijp ik. Nou, weet u wat, als ik u nu even optil…’ En ik graaide wat onder het bed en tilde iets onzichtbaars en zwaars op, ‘Zo ja, o, en uw kindjes en uw familie ook,’ Weer grabbelde ik in het luchtledige, ‘dan zal ik jullie even naar buiten helpen.’

‘Meneer Spook, bent u daar?’ En ik draaide mijn luisterend oor naar de sjoelbak onder zijn bed. ‘O, hi, ja wat leuk u even te ontmoeten.’

Dag spookjes

Vanuit hun bedjes keken twee gebiologeerde kinderen me na tot bij de kamerdeur.

‘Zwaaien jullie nog even naar mijn kindjes, spookjes? Ja zo ja, dahaaag!’

Ik liep door naar de voordeur en riep goed hoorbaar ‘Dag spookjes, veel plezier bij het zoeken naar een nieuw plekje!’ en deed de voordeur hard open en weer dicht.

‘Zo, die zijn weg,’ zei ik toen ik hun kamer weer binnenliep. ‘En ze hebben beloofd dat ze nooit meer terugkomen. Hoe vinden jullie dat?’

Mijn kindjes antwoordden niet, maar ze hebben daarna nooit meer angst om spoken en monsters gehad.