Kimberley: ‘Als ik de kinderen maar niet vergeet’
Kimberley van Heiningen woont samen met Kevin, is (bonus)mama van Norah (5) en baby Jackie. Ze schrijft over het moederschap en alles wat daarbij komt kijken. Deze week over alle ballen die ze niet hooghoudt, maar keihard laat vallen.
‘Hoe haal ik Noor van school zonder zitje voor Jackie?’ mailt mijn vriend, die vrij is en chef kinderen vandaag. Een mailtje, want appen heeft weinig zin – zo met mijn telefoon nog op de commode. Zo mailde hij al eerder. Fuck, ja, die Maxi-Cosi. Die staat nog in mijn auto. Niet zo handig, helemaal niet als je kind in een andere stad naar school gaat. ‘Kak, helemaal niet aan gedacht.’
Babybrein
Misschien is het mijn ADHD, het slaaptekort of al die spreekwoordelijke ballen die ik ineens hoog moet houden, maar mijn geheugen werkt even niet mee. Het is alsof mijn brein nog altijd met bevallingsverlof is en dat voor onbepaalde tijd. Ik vergeet alles. Zo schijn ik aan intermittent fasting te doen. Niet uit overtuiging of collegialiteit (het is een ding op kantoor), maar omdat ik mijn ontbijtyoghurt gewoon vergeet op te eten.
“Fuck, ja, die Maxi-Cosi. Die staat nog in mijn auto.”
Militaire operatie
Iedere ochtend is het namelijk weer een militaire operatie (om toch nog even in de Kamp van Koningsbrugge-sferen te blijven) om iedereen zonder spuug- of chocopastavlekken in de kleren en met gevulde trommel of poedertoren op tijd af te leveren.
Het is een soort domino voor gevorderden, valt er één steentje om (of een glas melk over de tafel) gaat de hele rij. Een last minute kakromper is eerder regel dan uitzondering en een spoorloze speen een mission impossible na 4,5 uur slaap. Lijken we precies op tijd te komen, rijden we natuurlijk achter een tractor. Heeft het gevroren, ligt de krabber ineens niet meer onder de bijrijdersstoel (heel gek) en de sluiproute wordt net afgezet als ik de weg opdraai.
Natuurlijk: ik zou de wekker nog eerder kunnen zetten, de appelpartjes de avond ervoor al kunnen snijden… maar het universum staat, sinds ik moeder ben, ook niet echt aan mijn kant. Niet dat ik daar echt in geloof, maar toch, mee zit het in ieder geval niet. Er zit dus niets anders op dan terug te mailen dat ik, als stoeltjesbezitter, Norah wel oppik en verder tik tussen de huiltjes van de baby, de kleuter en George (ja, die van Peppa) door. It is what it is.
Ideaalbeeld
Het ideaalbeeld – altijd tien minuten te vroeg op het plein, lekker in de maquillage en blakend van energie – heb ik maar losgelaten. Ik ben blijkbaar zo’n moeder die met kind en al een sprintje moet trekken naar de al dichtvallende schooldeur. Met de haren nog in de klit en de auto op de knipperstand.
Zo’n moeder die stel op sprong haar werkdag onderbreekt om de kleuter van school te plukken. Die de kinderzitjes vergeet, maar de kinderen die erin horen niet. Dát zou pas wat zijn.