Elise: ‘Ik sta daar en weet even niet hoe je leeft met dat verschil’

column Elise Eigen beeld
Elise Scheijven
Elise Scheijven
Leestijd: 2 minuten

Elise (36) is moeder van twee zoontjes (6 en 4) en schrijft met veel liefde korte verhalen over het moederschap en alles wat daar onverwacht bij komt kijken. Haar verhalen zijn fictief, maar vaak geïnspireerd op de wereld van ouderschap met een flinke scheut herkenning, humor en een tikkeltje overdrijving. Tegelijkertijd werkt ze aan haar eerste psychologische thriller.

Lees verder onder de advertentie

Elke avond, voordat ik zelf naar bed ga, loop ik nog even hun kamers in.

Ik trek het dekbed recht, leg hun lievelingsknuffels binnen handbereik, geef een kus op warme voorhoofden en rode slaapwangen.

Ik snuif hun geur op: die zalige mix van shampoo en kind.

Ze slapen diep.

Alsof niets hen kan raken.

Alsof de wereld nergens pijn doet.

Hun lijfjes schoon. Hun buikjes vol.

En dan zie ik het weer voor me

En dan zie ik het weer voor me.

De beelden van het nieuws, eerder die avond.

Een ziekenhuis in Gaza.

Een baby van acht maanden, kleiner dan een pasgeborene.

Uitgemergeld.

Een arts vertelt dat er geen melk voor baby’s meer is.

Geen (therapeutische) voeding.

Ik zie een moeder met haar peuter slap tegen haar borst.

Kinderen die geen honger meer voelen, alleen nog leegte.

Walking corpses

Ze ademen nog, maar de VN noemt ze walking corpses.

Achtentachtig kinderen gestorven van de honger, zeggen de cijfers.

Er zullen er nog meer volgen.

En de wereld weet het.

En kijkt.

Ik sta daar, naast hun bed, en weet even niet hoe je leeft met dat verschil.

Hoe je het ene kind veilig toedekt,

terwijl het andere sterft aan niets.

Zij mogen mijn toetje

De volgende avond, tijdens het eten, schuift mijn zoon zijn worteltjes opzij.

“Er zijn kinderen in Gaza,” zeg ik zacht, “die zouden wíllen dat ze jouw bord mochten leeg eten.”

Hij kijkt naar zijn bord.

Ik zie hem denken.

Dan zegt hij:

“Dan eet ik m’n wortels wel zelf op. Ik vind het zielig als ze ze koud krijgen.

Ik laat m’n toetje wel staan. Dat mogen zij.”

Ik glimlach, en wens dat hij nog even mag geloven dat een toetje genoeg is om de wereld te redden.

Lees verder onder de advertentie

Meest bekeken