Normaal gesproken ga je vier tot acht keer per dag naar het toilet om te plassen. Als je een zwakke blaas hebt – ook wel overactieve blaas genoemd – gebeurt dit vaker. Hoe dit komt en wat je eraan kunt doen, lees je hier.
Lees verder onder de advertentie
Je blaas kan ongeveer anderhalve liter urine opslaan. Zodra er ongeveer 0,2 liter in zit, ontstaat er al een lichte aandrang om te gaan plassen. Een seintje van de blaas naar de hersenen zorgt ervoor dat jij naar het toilet gaat.
Bij een zwakke blaas is je blaas extra prikkelbaar: hij spant zich al aan als hij nog niet vol is. Je hersenen krijgen dit bericht ook en voor jou voelt je blaas dan dus voller aan dan hij in werkelijkheid is. Daardoor moet je vaak plotseling naar het toilet, zowel overdag als ’s nachts. Ook kan het zijn dat je ongewild wat urineverlies hebt.
Lees verder onder de advertentie
Hoe ontstaat een zwakke blaas?
De oorzaak is niet duidelijk. Wel is de kans op een zwakke blaas groter als je ouder wordt en als je bepaalde medicatie gebruikt, bijvoorbeeld tegen depressie. En ga je vaak uit voorzorg extra vaak naar het toilet? Dan is je blaas niet meer gewend om de plas op te houden en kan dat steeds lastiger worden.
Lees verder onder de advertentie
Let ook op met het drinken van veel koffie of andere cafeïnehoudende dranken, zoals thee en cola. Daardoor vult de blaas zich sneller, waardoor de druk en de aandrang om te plassen toenemen.
Is er iets aan te doen?
Ja, een zwakke blaas kun je trainen. Daarbij doe je oefeningen waarbij je het plassen uitstelt. Een bekkenfysiotherapeut kan je hierbij helpen. Je leert hoe je de plas steeds langer op kunt houden, zodat de klachten verminderen of stoppen.
Realiseer je wel dat je deze oefeningen regelmatig moet blijven doen om ervoor te zorgen dat de problemen niet terugkomen. Helpt het trainen van je blaas niet, dan kan een huisarts medicatie voorschrijven.
Nog vóór je kind de deur uit stapt, is de emotionele “basislijn” voor de dag vaak al bepaald. Niet door een strak schema of een perfect afgevinkte routine, maar door iets anders: hoe veilig en verbonden je kind zich bij jou voelt.
Er is zo’n opvoedwijsheid die hardnekkig blijft hangen: zoals je een kind aanspreekt, zo gaat het zich ook gedragen. Geef je vertrouwen, dan groeit het. Praat je alsof het kind iets kan, dan gaat het eerder proberen om inderdaad “dat kind” te zijn.
Anouk is trotse echtgenote van Erwin en mama van vier meiden: Aurélie (11), Emeline (10), Vieve (8) en Lilou (5). In hun levendige huishouden is het soms één en al chaos, maar liefde, gelach en spontane dansfeestjes voeren steevast de boventoon. Anouk deelt vol enthousiasme haar avonturen in het ouderschap.
Er zijn van die zinnen die automatisch uit je mond rollen zodra je moeder wordt. Je hoeft er niet eens over na te denken, ze zitten ergens opgeslagen tussen de gebroken nacht en de koude koffie. Een daarvan? “Omdat ik het zeg.” Maar hoe vertrouwd die uitspraak ook voelt, hij blijkt in de praktijk minder […]
Steeds meer kinderen hebben een overvol schema, van sport en muziek tot kunst. Waar vroeger één naschoolse activiteit genoeg was, is nu bijna elke vrije minuut ingevuld. Experts spreken van FOMO-parenting.