Verliefd op een schoolpleinvader: ‘Ik wilde tegen hem aankruipen, maar deed niks’

10.08.2020 07:23
verliefd op een schoolpleinvader

Karin werd smoorverliefd op een vader die ze kende van school. ‘Ik wilde hem echt niet van zijn vrouw afpikken. Nou ja, hooguit voor een weekendje.’

“Terwijl hij zich bukte om de veters van zijn zoon te strikken, keek hij me stralend aan. Ik werd knalrood. Shit. Zes weken schoolvakantie waren blijkbaar niet genoeg geweest. Ik hoorde mijn oudste roepen: ‘Maaaam, ik wil met Luc spelen. Kom nou.’

Mark was niet eens mijn type met zijn serieuze uitstraling, korte donkere haar en bril. Dat veranderde toen mijn zoon voor het eerst ging spelen bij die van hem. Toen ik Bas ophaalde, deed Mark in shirt en korte broek de deur open. Zijn haar zat warrig en opeens viel me op hoe gespierd hij was, hoe strak zijn lijf en hoe mooi zijn lach. Ik werd een beetje warm vanbinnen. We dronken een glaasje ranja met de jongens, kletsten over het mooie weer en ik verliet iets te blij zijn tuin.
 

Verliefd

Vanaf dat moment ging ik beter op hem letten. Omdat onze kinderen bij elkaar in de klas zaten en vaker met elkaar speelden, was dat onvermijdelijk. ’s Ochtends in de kring, bij de fietsenstalling of tijdens speelochtenden raakten we regelmatig aan de praat. Er zijn niet veel mannen bij wie alles klopt, maar bij Mark wel. Zijn donkere stem, de blik in zijn ogen, zijn karakter: het duurde niet lang voordat ik verliefd werd.

We kwamen tegelijk aan op school en tussen de luizencapes en rugzakjes in de nauwe gang stond ik opeens heel dicht bij hem. Mijn neus raakte bijna zijn hals waardoor ik zijn eau de toilet vermengd met zijn lichaamsgeur rook. Die lekkere, warme geur sloeg in als een bom. Bám. Dit was het laatste zetje dat ik nodig had om mezelf te verliezen.

Ik gaf voortaan mijn zoon iets te snel een afscheidskus om tegelijk met Mark de school uit te kunnen lopen, bij het ophalen koos ik een strategisch plek op het schoolplein en toen ik Mark een keer zag borrelen met ouders die ik ook goed kende, haakte ik spontaan aan.

Onze gesprekken kregen steeds meer inhoud, we raakten bevriend. Zijn vrouw organiseerde af en toe een etentje of borrel met beide gezinnen. Ik hoopte dan dat hij zijn voet onder tafel tegen de mijne zou vlijen.
 

‘We leken wel een gezin’

Op een studiedag stond Mark opeens voor mijn deur. Ik schrok ervan. Heel even dacht ik dat hij me kwam vertellen dat hij ook verliefd op mij was. Niks daarvan: “Luc wil graag met Bas spelen”, zei Mark. Ik had net mijn jongens beloofd naar de speeltuin te gaan en bood aan Luc mee te nemen. “Ik kan anders ook wel meegaan”, zei Mark. “Als jij me tenminste eerst een kop koffie aanbiedt.”

In de keuken maakte ik een sprongetje. Hij vond mij ook leuk. Anders ga je toch niet vrijwillig met een moeder van school naar de speeltuin? Omdat we net zaten te lunchen, pakte ik er twee borden bij en zette koffie. Ik probeerde hem te peilen, tastte zijn blik af. We fietsten naar de speeltuin. Drie blonde jongetjes, Mark en ik – we leken wel een gezin.
 

Flesje water

In de speeltuin keken we op een bankje naar onze kinderen en deelden een flesje water. Ik wilde tegen hem aankruipen, maar deed niks. Dat flesje heb ik nog maandenlang meegenomen naar de sportschool. Ik had in de twaalf jaar dat Jan-Willem en ik samen waren, nog nooit zo veel gevoeld voor een andere man. En dat terwijl Jan-Willem en ik nog steeds dol waren op elkaar. We zaten wel een beetje in een sleur. Onze jongste zoon was twee, ons leven bestond uit luiers en doorwaakte nachten. Ik miste spanning. Het gevoel dat je alleen in het begin van een relatie hebt. Onzekerheid, tintelingen, geiligheid. Bij Mark voelde ik dat weer. Ik had bergen energie als ik hem had gezien.

Maar het holde me ook uit. Ik was verliefd, maar had ook verdriet. Ik huilde stiekem onder de douche en stond een hele middag met mijn mobiel in mijn handen omdat ik bijna uit elkaar spatte van verliefdheid en het iemand wilde vertellen. Uiteindelijk kon ik het niet langer voor me houden en heb ik mijn drie beste vriendinnen in vertrouwen genomen. Huilend en stotend, bang voor hun oordeel. Ze waren alle drie gek op Jan-Willem. Ze reageerden geschokt en verbaasd, maar veroordeelden me niet. Eindelijk kon ik een foto laten zien van ‘mijn schoolpleinman’ en vertellen wat er gaande was in mijn hoofd.
 

Op mijn tenen lopen

Ik werd er ondertussen niet leuker op. Als ik Mark niet had gesproken, was ik chagrijnig. Als hij amicaal liep te doen met een andere moeder, hartstikke jaloers. Die ene keer dat hij met vrouw en kind het schoolplein af liep op weg naar een wintersportvakantie en iets te lang omkeek met een blik van: ik was liever met jou gegaan, wist ik zeker dat het wederzijds was. Toen hij na die vakantie niet direct naar me toekwam, zat ik in zak en as. Ik liep op mijn tenen om niks te laten merken. Niet op het schoolplein, niet bij mijn man, niet als we borrelden met Mark en zijn vrouw. Ik kreeg wallen van het wakker liggen en piekeren.

Op een avond vroeg ik mijn man hoe hij het zou vinden als ik het na twaalf jaar een keer met een ander zou doen. Jan-Willem werd asgrauw. Later vroeg hij me of ik iemand in gedachten had. Ja, zei ik. Of het iemand van school was? Ja. Mark? Nee, niet Mark.
 

‘Schat, ben je verliefd?’

Maar een week later gingen we met de kinderen naar de klassenborrel en vroeg Jan-Willem het me opnieuw. Was ik verliefd op Mark? Ik knikte. Ik kon niet langer liegen. Het werd een gespannen middag, waarop ik elk contact met Mark vermeed. Ik voelde hoeveel pijn en angst het bij Jan-Willem veroorzaakte, maar ook hoe moe ik was van de innerlijke strijd die ik dagelijks voerde. Dat Mark een gezin had en een leuke vrouw die ik nooit zou willen kwetsen. Dat ik een gezin had en een leuke man die ik geen pijn wilde doen. Ik wist óók dat ik Mark nooit zou zoenen. Nooit zijn hand vast zou houden. Nooit mijn hoofd in zijn nek zou leggen. Nooit met hem zou vrijen.
 

‘Nu is het klaar’

Natuurlijk heb ik vaak gedacht: ik kap ermee. Die man moet uit mijn hoofd. Ik wilde niet meer met tranen in mijn ogen het schoolplein verlaten omdat ik hem niet had gezien. Het leidde nergens toe. Een verhouding zou mijn huwelijk niet overleven en hem vergeten was de enige manier. Elke maandag als ik op de fiets stapte richting school, zei ik tegen mezelf: en nu is het klaar. Maar als ik hem dan weer zag, smolt ik.

En toen belde ik hem op. Zomaar op een donderdagmiddag. “Ik heb een probleem”, zei ik. “Ik vind je leuker dan de bedoeling is. We moeten maar niet meer borrelen en picknicken met z’n allen.” Hij reageerde heel kalm. Het echode nog lang na: “Ik vind je een fantastisch mens en voel me gevleid, maar ik deel je gevoelens niet.”
 

Lees ook:
Verliefd op een schoolpleinvader: ‘We kregen steeds meer contact’ >

 

Uithuilen

Bij een vriendin heb ik als een klein kind uitgehuild. Ik was nooit van plan geweest Jan-Willem te verlaten, maar dit was niet wat ik wilde horen. Hoezo voelde hij niks voor mij? Die avond heb ik het mijn man verteld. Ik was doodsbang, maar moest het doen. Toen bleek weer hoe geweldig mijn eigen vent is, want Jan-Willem reageerde heel bijzonder. Hij vond me stoer en was ontzettend opgelucht dat ik voor hem had gekozen. We maakten er zelfs diezelfde avond nog grapjes over. Ik ging met een goed gevoel slapen. Ik had gekozen voor mijn man, mijn gezin én voor mezelf. Ik zou me niet kapot laten krijgen door een verliefdheid die niet eens wederzijds bleek.
 

Het schoolplein

De volgende dag zag ik Mark weer op school. Ik durfde hem amper aan te kijken. Dat zijn vrouw het nu wist, vond ik misschien wel het ergst. Als vrienden hadden we bij elkaar gegeten en geborreld en nu bleek ik ineens verliefd op haar man. Hoe moest dat voor haar zijn? Bovendien vond ik haar oprecht een leuk mens. Ik ging haar wekenlang uit de weg. Als ik haar op het schoolplein zag, dook ik weg. Ik schaamde me diep en hoopte dat ze inzag dat ik nooit haar man heb willen inpikken. Of nou ja, behalve voor een weekendje dan.

Een paar weken later kon ik écht niet meer om haar heen. We raakten aan de praat en ze stelde voor samen een kop koffie te drinken. Ik was bloednerveus, maar ze was fantastisch. Ze had het zelf ooit meegemaakt en begreep dat zoiets kan gebeuren. Natuurlijk vond ze het niet leuk. Het stond immers onze vriendschap in de weg en ze had zich ook wel even bedreigd gevoeld. Omdat Mark zo duidelijk had gezegd dat het niet wederzijds was, was het oké voor haar. Ze hoopte dat we op een dag onze vriendschap weer konden oppikken.
 

Pauze

Dat is nu ruim een jaar geleden. Dat het niet wederzijds was, doet pijn. Nog steeds, want Mark laat me nog altijd niet onberoerd. Maar het zal me niet meer gebeuren dat hij zo diep onder mijn huid kruipt. Na een pauze van een halfjaar komen hij en zijn vrouw weer als vrienden bij ons over de vloer.

We grappen erover dat Bas inmiddels op een andere school zit. Dat dit wat hen betreft nou ook weer niet nodig was geweest. Ik lach dan het hardst, maar diep vanbinnen weet ik dat die keuze niet alleen met onze zoon te maken heeft. Het is ook goed dat ik Mark niet meer op het schoolplein zie.”
 

Dit artikel heeft eerder in Kek Mama Magazine gestaan.

Meer verhalen over liefde en relatie?
Schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >