Zakgeld: de do’s en dont’s

08.10.2019 11:12
zakgeld basisscholieren do's dont's Beeld: Shutterstock

O ja, zakgeld, dat was ook nog een opvoedpuntje. Wanneer begin je ermee en hoeveel geef je dan eigenlijk? En: wat moet je kind ervan betalen? Een paar do’s en dont’s op een rijtje.

  1. Vanaf vijfjarige leeftijd kunnen kinderen rekenen en begrijpen ze echt wat geld is, volgens budgetexpert Joëlla Opraus. Dat is dus een goede leeftijd om met zakgeld te beginnen. Het Nibud adviseert overigens een leeftijd van 6 jaar.
     
  2. Weetje: 69 procent van de kinderen tussen de 5 en 12 jaar krijgt zakgeld.
     
  3. Geef het zakgeld op een vaste dag. Zo leren kinderen plannen, én geduld hebben.
     
  4. Vijftig cent tot een euro per week is aanvankelijk meer dan genoeg. Hier kun je zien welke richtlijnen het Nibud geeft voor zakgeldtarieven op latere leeftijd.
     
  5. Spreek af wat je kind van het geld moet doen.
     
  6. Spreek ook af hoe láng hij ermee moet doen. De meeste ouders geven één keer per week zakgeld, maar eens per maand kan ook.
     
  7. Maak er in het begin geen probleem van als je kind zijn geld meteen over de balk smijt. Het ene kind spaart nu eenmaal makkelijker dan het andere; kwestie van karakter. Bovendien: wanneer je kind fouten maakt in het uitgeven van geld, leert hij ook. Dat hij die kauwgumballen de volgende keer beter kan laten liggen, als hij op vrijdag popcorn wil kopen met zijn vriendjes, bijvoorbeeld.
     
  8. Geef het geld contant. Zo ziet je kind met eigen ogen hoeveel het is. Storten op een rekening is nog te abstract.
     
  9. Je kunt je kind wel léren sparen. Spreek een doel af, en laat hem het spaarbedrag elke week in een doorzichtige spaarpot gooien. Zo ziet hij zijn spaartegoed groeien.
     
  10. Laat je kind af en toe een ‘heitje voor een karweitje’ doen; klusjes tegen een vergoeding. Zo kan hij extra sparen, én leert hij wat geld verdienen is.

 

Meer opvoedtips? Volg ons op Facebook en Instagram.