Tussen wel en wee: ‘Tijdens het Netflixen, voelde ik het welbekende plopje’
In 'Tussen wel en wee' komt een moeder aan het woord die vertelt over hoe haar bevalling verliep. Dit keer bevallingsverhaal Laurien.
Fotografie: Paulien van Beusekom
Als het gaat om borstvoeding geven, heb ik dikke vette mazzel gehad. Het lukte zonder al te veel gedoe. De mevrouw bij het consultatiebureau noemde mijn moedermelk zelfs ‘slagroom’ omdat mijn baby nogal… hoe zal ik het zeggen… flink was.
De mevrouw bij het consultatiebureau zei tijdens diezelfde afspraak ook dat mijn dochter ‘een extra plooi’ had. Ik ben lang in verwarring geweest over wat ze daar precies mee bedoelde en of het zorgwekkend was. Inmiddels weet ik dat ze gewoon een extra vetrol bedoelde.
Mijn dochter groeide dus goed op mijn melk en daar was ik trots op. En toen, dames en heren, brak het moment aan dat ik weer geacht werd om meer te presteren in het leven dan de melkmachine uithangen. Ofwel: ik moest weer aan het werk. Op dit punt in mijn prille moederschap kwamen de kolfapparaten in mijn leven.
Soms trek ik per ongeluk het kastje open waar mijn kolfapparaten liggen, inmiddels al bijna twee jaar niet meer in gebruik. En eerlijk waar, de rillingen lopen over mijn lijf als ik ze zie. Ik heb mijn kolfapparaten namelijk vaak vervloekt.
Ik vervloekte ze als ik ze mee naar mijn werk sleepte. Samen met mijn laptoptas en koeltas. Als een pakezel anderhalf uur lang in de trein. Ik vervloekte ze als ik ze in mijn beha stopte, in het zeer niet-discrete rommelige hok dat doorging voor een kolfruimte op mijn werk. Om vervolgens mijn melk tussen de bammen van collega’s in de koelkast te zetten. Twee keer per dag.
Ik vervloekte ze als mijn kind een keer wél doorsliep en ik alsnog om 5 uur ‘s ochtends mijn bed uit moest om te kolven, omdat ik door de grond ging van de bijna-ontploffende-tieten-pijn.
Ik vervloekte ze als ik een weekendje weg ging en ze mee moesten. En ik overal op zoek moest naar plekjes om ze te gebruiken en naar koelkastjes om mijn melk in te bewaren.
Ik vervloekte ze als ik het in mijn hoofd haalde om iets uit te voeren tijdens het kolven. Bijvoorbeeld de was uit de wasmachine halen. En ik nét iets te ver voorover leunde waardoor alle melk eruit liep.
Ik vervloekte ze als ik ze vlák voordat ik mijn kind naar de opvang bracht snel nog even moest gebruiken. Om de laatste melk uit mijn voorgevel te persen, omdat ik mijn kind die dag anders niet genoeg kon meegeven.
Ik vervloekte het getrek aan mijn tepels en de borstontstekingen die ik om de haverklap opliep omdat ik ze weer eens te vaak had gebruikt of juist te weinig. Op een gegeven moment vervloekte ik zelfs het geluid dat ze maakte. Daarna ook de aanblik ervan. En al lopen de rillingen nog over mijn lijf als ik ze zie, toch ben ik blij dat die vervloekte dingen er waren.
Tara (31) is moeder van dochtertje Rosie (2). Haar boek ‘Blender zonder deksel: eerlijke verhalen over het ouderschap‘ is nú te koop.