Patrick heeft vijf kinderen bij vijf moeders: “Maar’, zeg ik tegen mijn collega’s, ‘niets is wat het lijkt”

18.05.2023 19:00

Patrick van Rhijn (52) is schrijver van romans en freelance tv-redacteur. Hij woonde over de hele wereld en heeft vijf kinderen. Voor zijn columns put hij uit een oneindige bron van even herkenbare als opmerkelijke verhalen over het vaderschap.

Als freelancer hop ik nogal eens van project naar project en van de ene opdrachtgever naar de andere. Ik kom daarom regelmatig nieuwe mensen tegen. Ouders ook. Ouders die graag en vol trots over hun kinderen vertellen. En die naar elkaars gezinssituaties vragen. Vaak gaat het daarom tijdens de eerste gezamenlijke lunch in het bedrijfsrestaurant ongeveer zo:

“En, Patrick, jíj kinderen?”

“Zeker,” glimlach ik dan. Want ik weet wat er gaat komen. “Ik heb er vijf.”

“Wat?! Vijf?! Zo joh, jij hebt niet stilgezeten.”

Glimlachend schud ik van niet.

“En allemaal met dezelfde moeder?”

Weer schud ik mijn hoofd. “Vijf moeders.”

Even valt er nu een korte stilte. Tot de eerste zich hervindt.

“Serieus? Niet! Je maakt een grapje… Toch?”

“Zeker niet,” antwoord ik. “Ik heb vijf kids, bij vijf moeders.”

‘Opgetrokken wenkbrauwen, gegniffel, kreetjes van verwondering. Ik hoor in hun hoofden de hersenen kraken.’

Niets is wat het lijkt

Opgetrokken wenkbrauwen, gegniffel, kreetjes van verwondering. Ik hoor in hun hoofden de hersenen kraken. Wat een slet/Wat een held/Wat bijzonder/What the fuck?

“Maar,” zeg ik dan, “niets is wat het lijkt.”

“Hoe bedoel je?”

 “Precies zoals ik het zeg… Een van de kids heeft bijvoorbeeld al twee moeders…” Om de verwarring wat te vergroten laat ik nu een korte stilte vallen. “Een goede vriendin van mij en haar toenmalige partner hadden een vurige droom; samen een kindje krijgen. Dus zochten ze een stoere, knappe, slimme, mooie, goedgebouwde man. Die konden ze niet vinden, dus toen vroegen ze mij maar. Ik heb een heel gaaf donorzoontje.”

“Owwww!” Gelach, waarin soms zelfs lichte opluchting doorklinkt. “Oké, maar dat is er een. En die andere vier?”

“Verder heb ik een heel mooie dochter van bijna 21. Daar heb ik ooit drie jaar in mijn eentje voor gezorgd. Tot ik de rechtszaak over haar verblijfplaats verloor, waarop ik mijn meisje – van toen vier – op het vliegtuig naar haar moeder in Zweden moest zetten. Daar ging mijn eerste roman over.”

Iets als Heftig! zegt dan standaard een van de nieuwe collega’s.

Lees ook: Moeder van acht kinderen: ‘In een groot gezin voedt iedereen elkaar op’

Cadeauzoontje

“Dan heb ik nog een heel leuke en heel erg puberende dochter van dertien en een zoon van elf die fulltime bij mij wonen. Met hun moeder, die een dorpje verderop woont in een piepklein huisje, heb ik een heel warme band, dus die is vaak bij hen. Dan dus mijn donorzoontje. Die is zeven, en dan heb ik nog een cadeauzoontje van vier die ook met zijn moeder in het buitenland woont. Die was niet gepland, maar diende zich zomaar aan, net op het moment dat ik mijn verkenning met zijn mam wilde verbreken.”

Hè? / Dat meen je niet! / Rot op!” roept dan meestal iemand.

“Ja, ik ging bij haar langs om te vertellen dat ik niet samen verder wilde, maar zij was me voor en stelde dat ze zwanger was. In datzelfde gesprek. En dat ze het kindje no matter what zou gaan houden. Dussss… vijf kids. En vijf moeders.”

‘Mijn cadeauzoontje was niet gepland, maar diende zich zomaar aan, net op het moment dat ik mijn verkenning met zijn mam wilde verbreken.’

Mega verrijking

Op dit punt is iedereen stil aan tafel. “Soms gaat het zo in je leven,’ stel ik dan quasinonchalant. “Geld doet me niet zoveel, en toch voel ik me een ontzettend rijk mens. En jullie?” En dan is iedereen het er heel erg mee eens dat hun kinderen een mega verrijking van hun levens zijn (ook als ze dat stiekem niet zo voelen) en storten we ons gretig op onze broodjes kroket met mosterd.

Lees elke maand de mooiste verhalen, meest herkenbare columns en de leukste tips voor jou en je kids. Abonneer je nu op Kek Mama en krijg tot 45% korting.