Bernike: ‘De Fransen keken ons vol medelijden aan toen ik vertelde over ons leven in Nederland’

Bernike gastcolumn Beeld: Marlon van Efferink Fotografie
Bernike
Bernike
Leestijd: 4 minuten

Bernike (29) is getrouwd met Ruben (31) en moeder van een dochter (0). In haar columns schrijft ze scherp, geestig en met zelfspot over de realiteit van het jonge ouderschap – waarbij ze oog heeft voor het absurde in het alledaagse.

Lees verder onder de advertentie

Begin september slenterden we door een naamloos Frans stadje; het was zondag. De zon hing loom aan de hemel, de lucht was doordrenkt met de geur van versgebakken brood en knoflook. De straten waren uitgestorven, de terrassen zaten vol. Na twee afwijzingen waren we aangekomen bij een lokaal café met een kleine kaart.

Lees verder onder de advertentie

Het was 12.30 uur, siësta tijd. Onze bovenlijven leunden zwaar tegen de krakende plastic stoeltjes, terwijl we met een koel glas Pinot Gris keken naar een lokale wielerronde. Elke voorbij zoevende wielrenner verkoelde onze rode hoofden met een zalvend briesje.

Kindvriendelijke Fransen

Terwijl we ons wentelden in de traagheid van deze nazomermiddag, lag onze dochter tevreden in haar kinderwagen te sabbelen op haar zuurstokroze bijtring. Ze was niet de enige, het viel me op dat hier in Frankrijk de restaurants vol zaten met jonge gezinsleden in alle vormen, maten en leeftijden.

Beverige oma’s laafden zich hier onverstoord met vermoeide, jonge ouders en kraaiende kinderen aan de onglet de boeuf, coquelettes en tartines, terwijl de obers handig om alle maxicosi’s heen manoeuvreereden. Ook plukjes pokdalige tieners hijsen ongemoeid aan hun e-sigaret, het gewiebel, gekrijs en de snottebellen aan omliggende tafeltjes volkomen negerend. Nergens een spoor van ergernis.

Lees verder onder de advertentie

Ouderschap is universeel

Naast ons aan tafel blèrde de Franse Julien, zeven maanden oud, om een hap van zijn moeders tarte flambée, terwijl zij doodgemoedereerd nog een slok van haar vin rouge nam. Onze baby bekeek haar leeftijdsgenoot met grote ogen. We raakten in gesprek. Het ouderschap bleek een bron van universele gespreksonderwerpen. Slaapjes, hapjes, vaste voeding, tandjes… Alles kwam aan bod. De wijn vloeide rijkelijk en ging uiteindelijk over in espresso. Terwijl Juliens plakkerige knuistjes gretig naar mijn dochters haarbandje graaide, meanderde ons gesprek naar de verschillen tussen de Nederlandse en Franse cultuur.

Lees verder onder de advertentie

Zoals ik vermoedde, bevestigde onze Franse vrienden dat het “déjeuner” de belangrijkste maaltijd van de dag is. Er wordt van 9 tot 5 gewerkt en de anderhalf uur lunchpauze die daarbij inbegrepen is, wordt uiteraard gewoon doorbetaald. Ik vroeg of er uitgebreid gegeten werd, volgens de Franse vader viel het mee: meestal een bescheiden driegangen lunch in een lokaal restaurant. We knikten begripvol, terwijl ik dacht aan mijn bekraste, door tomatensaus verkleurde Tupperwarebakje onderin mijn laptoptas.

Niet eens een omelet

Mijn observatie dat de Franse restaurants altijd vol kinderen zitten, bleek voor onze tafelgenoten volkomen vanzelfsprekend. Niet zonder trots vertelden ze dat de eetcultuur van Frankrijk erom bekend staat zeer inclusief te zijn en dat praktisch alle restaurants kindvriendelijk zijn. Kinderen leren daarmee ook tafelmanieren, converseren en worden gezien als een belangrijk deel van de maatschappij. Er wordt niet gediscrimineerd op basis van leeftijd. Een bekende feministische stroming had er tevens voor gezorgd dat borstvoeding in het openbaar hier als de normaalste zaak van de wereld wordt gezien.

Lees verder onder de advertentie

Om mijn kruisverhoor te onderbreken werd er uiteindelijk (meer uit beleefdheid dan uit interesse) gevraagd hoe het dan bij ons Nederland ging? Ik haalde diep adem en benoemde dat de dertig minuten pauze die wij hebben niet wordt doorbetaald, dat we doorgaans gewoon brood meenemen naar het werk en dat we dit regelmatig achter onze computer opeten. Vol medelijden keken ze ons aan. Niet eens een omelet?

Non merci

En hoe zat het met uit eten gaan? Enigszins benepen bekende ik dat kindervrije horeca, hotels en campings in populariteit toenemen. Nederlanders zitten steeds minder te wachten op stoorzenders tijdens hun schaarse avondjes uit. Hun blik werd nog glaziger. Nederland was toch zo’n tolerant land?

Bij het afscheid zeiden ze vriendelijk dat we altijd welkom waren in Frankrijk. Ik gaf aan dat dit uiteraard wederzijds was, mochten ze ooit de Lage Landen willen verkennen. Ze knikten beleefd, maar hun ogen spraken boekdelen: Non merci, on reste en France.

Benieuwd naar meer columns van Bernike? Je vindt ze hier.

Lees verder onder de advertentie

Meest bekeken

Facebook Twitter Whatsapp E-mail