‘Ik emigreerde voor de liefde naar Spanje, maar we verhuizen toch terug naar Nederland met ons gezin’

28.02.2020 10:03
bankrekening emigratie Málaga Beeld: Unsplash

Lisette verhuist binnenkort met man en kinderen van Spanje naar Nederland. Haar ouders hebben haar achtduizend euro gegeven om de eerste maanden door te komen.

Lisette (39) is lerares Engels, woont samen met José (37) en is moeder van Pablo (8) en Iker (6).

“Van de week kreeg ik mijn allerlaatste Spaanse salaris binnen: €1270 netto. Er komt nu echt een eind aan ons leven in Málaga. Het huis staat vol dozen, het uitzoeken van wat wel en niet mee mag naar Nederland stemt weemoedig. Het krakkemikkige stapelbed van Pablo en Iker moet eigenlijk weg, maar ze hebben het zo schattig ondergekalkt dat het een kunstwerk op zich is. En dat stemmetje in mijn hoofd, dat zegt dat die BabyCook nog één keer van pas zou kunnen komen, moet ik daar nu naar luisteren of niet? Toch zijn het slechts dilemma’s van materiele aard.

Meer dan een vakantieflirt

Ons besluit naar Nederland te gaan staat vast. José en ik hebben elkaar tijdens een vakantie op Ibiza ontmoet. Het was al snel duidelijk dat het meer was dan een vakantieflirt. En ook dat we zouden proberen in Spanje een leven op te bouwen. José had al een vaste baan als docent lichamelijke opvoeding in een dorp even buiten Málaga, ik had een nulurencontract op een school in Utrecht en woonde nog op een krappe studentenetage. Ik zag mezelf wel zitten daar in de zon, midden in de winter, met een copa en een bord sardientjes en mijn voeten in het zand. 

Ik bleek er inderdaad goed te kunnen aarden. Ik miste mijn eigen familie en vrienden, maar de zon en de hartelijkheid van Josés familie maakten veel goed. De eerste jaren woonden we in een klein huurappartement met uitzicht op zee, daarna kochten we samen een huis. Onze jongens zijn geboren in het huis dat we nu gaan verlaten. €185.000 kostte het in 2005, inclusief een klein zwembad. We hebben het zonder verlies kunnen verkopen aan kennissen. Dat was een enorme meevaller, want de meeste van onze kennissen kunnen überhaupt geen huis krijgen. De werkloosheid is hier gigantisch: 35 procent van de beroepsbevolking heeft geen baan. Als je met mensen afspreekt, gaat het vaak over de belabberde economie.
 

Serieus over emigreren

De afgelopen jaren zagen we al twee bevriende Spaanse stellen naar Nederland vertrekken omdat ze daar wel werk konden vinden. Omdat José en ik beiden een overheidsbaan hadden, ontsprongen wij steeds de dans. Maar vlak voor de zomervakantie kreeg José te horen dat de school waar hij werkt haar deuren ging sluiten omdat het leerlingenaantal te ver was teruggelopen. Hij kon nog een paar maanden invallen op de school waar ik Engels doceer, maar daarna hield het op.

In de zomer, op bezoek in Nederland, hoorden we dat mijn vader ernstig ziek is. Toen zijn we voor het eerst serieus gaan praten over emigreren. Het is voor mijn ouders niet makkelijk dat zij hun kleinzoons zo weinig zien, terwijl de ouders van José twee keer per week op ze passen. Daar hebben ze nooit over geklaagd, maar dat mijn moeder huilde van geluk toen ik haar vertelde waar we mee bezig waren, zegt genoeg. 
 

Lees ook
Ik vertrok… en kwam weer terug >

 

Nu was het zijn beurt

Vanuit Spanje zijn we op zoek gegaan naar werk in Nederland. Dat bleek moeilijker dan verwacht. Net toen we het bijltje erbij neer wilden gooien, wees een vriendin me op een vacature bij een internationale school in Amstelveen, waar ze een docent Engels zochten die ook met Spaans uit de voeten kon. Mijn sollicitatiegesprek ging via Skype. De volgende ochtend kreeg ik een mail: ik was aangenomen voor vier dagen in de week. Ik was een beetje in shock. Gingen we het nu echt doen? We hadden niet eens een huis, de kinderen wisten nog van niks. José kon me uiteindelijk overtuigen: ik had jaren geleden voor hem en Spanje gekozen: nu was het zijn beurt. We zijn nu zes weken verder. We hebben een tijdelijke woning gevonden in Amstelveen, de huur is €1100. 
 

Eigenlijk te duur

Zolang José nog niet werkt, is dat eigenlijk te duur voor ons. En ik moet ook nog maar zien of ik een vast contract krijg. We moeten het voorlopig van één inkomen hebben: €3100 bruto per maand, overigens een riant salaris vergeleken bij wat ik in Spanje kreeg. Mijn ouders geven ons met achtduizend euro een steuntje in de rug om deze eerste periode door te komen: vandaar het hoge bedrag op mijn bankrekening. 

José wil proberen als personal trainer aan de slag te gaan, ik begrijp dat het in Amsterdam stikt van de bootcampclubjes. Het is fijn dat hij voorlopig thuis is, niet alleen omdat de opvang hier veel duurder is dan in Spanje, maar ook voor de jongens. Vooral onze oudste zoon heeft het moeilijk met de aanstaande verhuizing. ‘Je zeurt altijd over het weer in Nederland, wat moeten wij daar dan?’,  mopperde hij laatst.
 

De heimwee waard

Toch vermoed ik dat ze snel zullen aarden. We hebben een leuke school gevonden en ze spreken best aardig Nederlands. Nu we ze allebei een cavia hebben beloofd, zijn ze wat vrolijker gestemd. Wat scheelt is dat we altijd terechtkunnen in Málaga, bij mijn schoonfamilie die nu nog even ontroostbaar is over ons vertrek. We weten niet hoelang mijn vader nog te leven heeft, het kan een jaar zijn, misschien twee. Het is fijn dat we straks meer tijd met elkaar hebben en dat we er voor mijn moeder kunnen zijn als hij er niet meer is. Ik zal het leven in Spanje vreselijk missen, maar ik weet nu al dat het de heimwee waard zal zijn.”

 

 

Meer Kek Mama? Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief >