‘Poep, pies, kak: dit is waarom je kind die woorden zo leuk vindt’

‘Hoe is het weer vandaag? Hoe laat is het? Wat ik mijn drie kinderen ook vraag, het antwoord is bijna altijd ‘poep’’, vertelt Amber. Dat veel jonge kinderen het fascinerend vinden om dat soort woorden te gebruiken, begrijpt ze wel. ‘Elk kind dat zindelijk probeert te worden, gebruikt de woorden die daarbij horen om de angst los te laten.’

Het werkt volgens haar net als bij volwassenen: ‘Als wij nerveus zijn, maken we grappen en gaan we giechelen om de spanning de baas te zijn. Kinderen doen hetzelfde, maar dan op hun eigen niveau. Humor werkt bij dit soort dingen geweldig – indirect laten we weten dat we ons ongemakkelijk voelen.’

Lees ook:
‘Poep, pies, snot of plakhandjes, mij maakt het niet uit. Ik ben alleen panisch voor luizen’ >
 

‘Ze worden zelfbewuster’

Daarnaast helpen de poeppraatjes kinderen hun lichaam beter te begrijpen. ‘Tussen twee en drie jaar oud worden kinderen meer zelfbewust’, legt Amber uit. ‘Dus als ze voortdurend praten over poepen en plassen, maken ze verbinding met datgene wat uit hun lichaam komt. Ze leren dat ze controle hebben over beide processen.’

Als haar kinderen het woord ‘poep’ zeggen – of scheet, kak, pies of andere synoniemen – zegt ze er niets van. ‘Tenzij ze elkaar gaan opjutten en voor poephoofd of erger gaan uitmaken. Je moet maar zo denken: het is een fase. Over een tijdje is het weer voorbij. Het slechte nieuws is alleen dat de humor nog smakelozer wordt als je kind ouder wordt…’