‘Onze adoptiezoon voelde meteen net zo eigen als onze biologische kinderen’

08.02.2021 08:44
adoptiezoon voelde net zo eigen als biologische kinderen Beeld: Shutterstock

Bijna vier jaar geleden reisde Francien (38) met haar man Maarten naar het zuiden van China om daar hun adoptiezoon Zilan (nu 4) op te halen. Na Jelle (8) en Sophie (6), is hij hun derde kind.

Francien: “De zenuwen gierden door mijn lijf toen we in het wachtkamertje van het Chinese overheidsgebouw zaten te wachten tot onze zoon werd gebracht. Hij was net een jaar en kwam op de arm van een dame binnen. Van tevoren hadden Maarten en ik bedacht dat hij hem aan zou pakken. Een mooi idee, na de twee zwangerschappen waarbij onze kinderen in mijn buik waren gegroeid. Toen het eenmaal zover was, kon ik mijn ogen niet van hen afhouden. We moesten officieel ‘ja’ zeggen op de vraag of we goed voor hem zouden zorgen en op de foto onder de Chinese vlag. We kregen een tasje mee met een fles, wat poeder voor melk, twee luiers en een klein blauw balletje. En dat was het.

In de taxi naar ons hotel zat Zilan op schoot bij Maarten. Hij gaf geen kik, zat rustig om zich heen te kijken. Voor een dreumes was hij erg timide. Achteraf denk ik dat het voor hem allemaal zo overweldigend was, dat hij dichtklapte. Tot het tijd was voor zijn middagslaapje. Hij was hartstikke moe, maar slapen lukte niet. Mijn hart brak toen ik hem zo overstuur en in tranen zag. Naast Maarten viel hij gelukkig rustig in slaap. De volgende dag kwam zijn ondernemende karakter langzaam terug en zagen we zijn eerste glimlach. We bleven nog twee weken samen in China.
 

Adoptieplan

Het was maart 2017, ruim acht jaar nadat we samen hadden besloten een kind te adopteren. In 2009 maakten Maarten en ik een wereldreis. Het kinderleed dat we in verschillende landen zagen greep ons zo aan dat we tegen elkaar zeiden dat we ooit een kind wilden adopteren. Eenmaal terug in Nederland pakten we ons gewone leven op, gingen aan het werk en niet lang daarna werd ik zwanger van Jelle. Onze wens voor een biologisch kind stond los van de adoptie.

Toen Jelle een jaar was, hebben we ons ingeschreven bij de Stichting Adoptievoorzieningen en kwamen we op de wachtlijst voor de verplichte cursus die je moet doen om de beginseltoestemming te krijgen. En toen werd ik zwanger van Sophie en werd het adoptieplan opgeschort. Want het kind dat je adopteert moet minimaal een jaar jonger zijn dan het jongste kind uit je gezin. Net voor Sophies eerste verjaardag begonnen we aan de cursus. In onze groep zat nog een stel met een biologisch kind, de anderen waren allemaal ongewenst kinderloos. Er is ons weleens gevraagd wat we daar deden, omdat we al kinderen hadden. Dat vond ik ingewikkeld, alsof ik onze keuze voor adoptie moest verdedigen.

Na de cursus volgden gesprekken met de Raad van Kinderbescherming en kozen we voor China als adoptieland. Inmiddels wisten we dat alleen kinderen die medische zorg nodig hebben naar Nederland komen. We moesten aangeven voor welke beperkingen we openstonden. Dat vond ik zo lastig, alsof we op voorhand al kinderen afwezen. Lichamelijk stonden we bijna overal voor open. En toen begon het wachten.
 

Voorstel

Vanaf dat moment zag ik mezelf op onze bakfiets door de stad rijden met drie verschillende kinderen. Jelle heeft rossig haar, Sophie is blond en daar zou een donkerharig kindje naast komen. Het was een gekke tijd, want je weet niet precies waarop je wacht en ook niet hoelang het duurt. Ons leven ging gewoon door, Jelle ging bijna naar school, Sophie was ondertussen twee geworden. We hebben hun verteld dat ze waarschijnlijk een broertje of zusje uit China zouden krijgen. Ze hoorden het aan en speelden vrolijk verder, precies wat je mag verwachten van kinderen van die leeftijd.

Begin januari 2017 werden we gebeld met een voorstel. Het ging om een jongetje van bijna een jaar, hij woonde in een weeshuis, miste een stukje onderbeen en had een misvormd voetje. Op zijn verjaardag, 27 januari, zagen we op kantoor bij Meiling, de adoptiestichting, voor het eerst zijn foto. Tijdens de hele procedure heb ik me weleens afgevraagd of ik voor een adoptiekind wat anders zou voelen dan voor Jelle en Sophie. Maar toen ik hem zag, was het meteen duidelijk: hij voelde zo vertrouwd. Alles wat die avond werd gezegd ging langs ons heen. Ik kon alleen maar naar hem kijken. Van de foto’s die we kregen maakte ik een collage die ik in posterformaat ophing in huis.
 

Lees ook
‘Mijn tante was de draagmoeder van mijn kind’ >

 

Gezin

Zes weken later gingen Maarten en ik samen naar China om Zilan op te halen. Gevoelsmatig wilden we met z’n vieren gaan, ons gezin bij elkaar houden. Maar ons werd geadviseerd dat niet te doen omdat Jelle en Sophie nog zo klein waren. Door samen te gaan, konden we alle aandacht aan Zilan geven. Mijn schoonouders kwamen in huis om voor Jelle en Sophie te zorgen; hun leventje ging gewoon door. Voor vertrek had ik voor alle drie een knuffel laten maken, met foto’s van ons hele gezin. Die voor Zilan ging mee in de koffer. We vonden het gek om onze kinderen achter te laten, spannend om naar Zilan te gaan en realiseerden ons tijdens de vlucht ook wel dat dit voorlopig de laatste uren waren dat we met z’n tweeën rustig konden zitten.
 

Thuis

Op de terugvlucht heb ik de minuten afgeteld. Jelle en Sophie renden op ons af in de aankomsthal. Wat was het heerlijk om hen weer te zien. Ze vlogen ons in de armen en gaven Zilan meteen een knuffel. Jelle week niet van zijn zijde, zo schattig. Ze herkenden elkaar van de foto op hun knuffels en van het beeldbellen. Eindelijk waren onze drie kinderen bij elkaar, bij ons. Dat gevoel is bijna niet te omschrijven, zo fijn. Toen we daarna koffiedronken met iedereen die ons had opgewacht, zag ik in mijn ooghoek Zilan tussen zijn broer, zus, neefjes en nichtjes kruipen. Hij hoorde er meteen helemaal bij. Thuis hadden de buren een groot spandoek opgehangen, met alle namen en handjes van de buurtkinderen. De koelkast lag vol eten en de volgende ochtend hingen er verse broodjes aan de deur. Het enige wat wij hoefden te doen, was samen zijn.
 

Veilige plek

Inmiddels zijn we bijna vier jaar verder. Zilan is een vrolijk ventje dat speelt én ruziemaakt met Jelle en Sophie. Net voor zijn tweede verjaardag is zijn voetje geamputeerd. Met en ook zonder zijn prothese loopt, springt en speelt hij als ieder ander kind. Van zijn juf, oma’s en anderen krijg ik vaak te horen dat het zo’n ontzettend makkelijk jochie is. Thuis heeft hij ook zo zijn pittige buien. Maar die zie ik als een compliment. Hij voelt zich bij ons veilig genoeg om zich te laten gaan.

Lang voor we ouders werden spraken Maarten en ik naar elkaar uit dat we ooit een kind uit een ander land een goede en veilige plek wilden bieden in ons gezin. Als ik zie hoe gelukkig we met z’n vijven zijn, weet ik dat het goed is dat we ons gevoel hierin altijd hebben gevolgd. Vanaf het moment dat Zilan bij Maarten op de arm zat, voelde hij net zo eigen als Jelle en Sophie.”
 

Dit artikel staat in Kek Mama 02-2021.

 

 

Meer Kek Mama? Volg ons op Facebook >