‘Na drie jaar wachten met mijn kinderwens stopte ik stiekem met de pil’

25.04.2022 10:12
weten aanschaf speen baby

Al tijdens hun eerste ontmoeting spraken Ani en Olav naar elkaar uit dat ze kinderen wilden, toch moest Ani het lot uiteindelijk een handje helpen.

Ani (34): “Met een oud draagtasje in mijn hand wandelde ik op een druilerige maandagochtend naar de apotheek. De inhoud: mijn pilvoorraad, ongeopend retour. Soms moet je het lot een handje helpen; na drie jaar was ik wel geduldig genoeg geweest met mijn kinderwens.

Kinderwens

De eerste vraag van Olav aan het tafeltje van mijn favoriete wijnbar, drie jaar eerder: ‘Ben je op zoek naar avontuur of iets bestendigs?’ Geen rare opening op een eerste date, als je elkaar hebt ontmoet via Tinder. Ik was blij met zijn directe benadering. Na drie jaar daten had ik alles wel voorbij zien komen, behalve een man met serieuze bedoelingen. De meeste vrouwen in die fase waren net zo, denk ik. Dus verrasten we elkaar toen we beiden op zoek bleken te zijn naar een vaste relatie, én een kinderwens hadden. Ik was 28, veel van mijn vriendinnen waren al moeder. Zowel Olav als ik woonde nog op een studentikoze etage. Aan een grotemensenhuis of -relatie waren we geen van beiden toegekomen.

De intentie was er wel. Ik was de juiste man alleen nooit tegengekomen. Ik word bewust alleenstaande moeder, dacht ik. En toen kwam Olav mijn leven binnen. Ook Olavs situatie bleek niet helemaal ongecompliceerd. Met een dochter van tien met wie hij geen contact meer had, keek hij ondanks zijn kinderwens met lichte vrees naar het vaderschap. Niets wat met een beetje tijd en geduld niet viel op te lossen, wist hij zeker. Toen in die vrees na zes maanden daten en een officiële relatiestatus nog geen beweging zat, hoorde ik nog geen alarmbellen. Wie begint op zo’n korte termijn nu bewust aan kinderen?

Zo nu en dan gooide ik voorzichtig een balletje op. ‘Moet je je voorstellen’, zei ik dan, ‘dat we over vijf jaar een echt huis en een kind hebben.’ Dan pakte hij me stevig vast, drukte zijn neus in mijn haar en zei: ‘Ik kan niet wachten de rest van mijn leven met je te delen.’ Die woorden geloofde ik heilig. We kochten een huis, vulden de weekends met gezamenlijke vrienden en champagne in bed, en toen waren we opeens bijna drie jaar verder. Voor mijn dertigste moeder worden was nooit een wens, maar al te lang wachten tot ná mijn dertigste wilde ik ook niet. Wat als we er drie wilden? Dan begon de klok nu wel te tikken.

Olav wilde wel, zei hij, hij was alleen bang voor wat het met hem zou doen als hij zijn pasgeboren kind in zijn armen zou houden. Zou het dan zijn alsof dit kind zijn dochter moest vervangen? En hoe moest hij ooit uitleggen dat ons kind nog een zus had, met wie hij of zij tot aan volwassen leeftijd – een pijnlijke afspraak met zijn ex – geen contact mocht hebben? Ik kon me die gevoelens goed voorstellen. Dus stelde ik een psycholoog voor, want gesprekken met z’n tweeën zetten geen zoden aan de dijk. Na drie sessies hield Olav het voor gezien. Niet nodig, oordeelde hij, hij had ‘alles wel op een rijtje’. ‘Nou,’ zei ik, ‘dan staat dus niets onze kinderwens nog in de weg.’ Daarop zweeg hij veelzeggend.

Lees ook
‘Hij twijfelde over het vaderschap, dus ik liet mijn spiraal stiekem verwijderen’ >

Koudwatervrees

Als onze relatie mankementen had, zou ik het nooit hebben gedaan. Of als ik dacht dat hij er écht nog niet aan toe was. Maar alles in me zei dat Olav gewoon een beetje last had van koudwatervrees. De grote pijnpunten hadden we behandeld, we waren inmiddels ook de jongsten niet meer, de kogel moest nu echt een keer door de kerk. ‘Geef me tijd tot ik zeker weet dat mijn promotie doorgaat’, opperde Olav. Maar dat was juist het probleem: hij verzon elke keer iets nieuws. We verdienden samen meer dan genoeg om een kind te onderhouden, ons huis was groot, we waren dolgelukkig samen. Wat als zwanger worden niet binnen een jaar zou lukken? Als je de medische molen nodig hebt, ben je voor je het weet jaren verder. En zo liep ik die maandagochtend richting apotheek met mijn incognitotasje, alsof ik een geheime drugsvoorraad versleepte.

‘Kind,’ zei mijn schoonmoeder toen ik haar die middag vertelde over Olavs omtrekkende bewegingen, ‘vroeger werd je gewoon zwanger en deelde je je man dat bij het avondeten mee.’ Die ‘overlegcultuur’ van tegenwoordig, ze vond het allemaal maar onzin. Dat de man vandaag de dag een actieve rol dient te spelen in de opvoeding en dus wel enig recht heeft op meebeslissen, wuifde ze weg: ‘Joh, soms moet je het toeval een handje helpen. Het is net als wanneer je iets in huis wilt veranderen; eerst roepen ze dat het nergens voor nodig is, maar als het zover is, zijn ze er dolblij mee.’ Ik hoopte maar dat ze niet suggereerde wat ik dácht dat ze suggereerde – maar stak haar raad desondanks in mijn zak, al was het maar om er mijn schaamte mee te sussen.

In de maanden daarna deed ik amper een oog meer dicht. Gebukt onder schuldgevoel biechtte ik Olav drie maanden na die bewuste maandag met een wijntje te veel op dat ik ‘zojuist’ was gestopt met de pil. Dat ik anticonceptie niet langer verdroeg met zo’n sterke kinderwens, en dat het aan hem was als hij koste wat kost wilde voorkomen dat ik zwanger raakte. Ik vertelde over de moeite die mijn moeder, oma en zus hadden gehad om zwanger te worden. Over mijn angst dat ons hetzelfde zou overkomen en we straks nog in een fertiliteitstraject zouden belanden. Daarop drukte hij opnieuw zijn neus in mijn haar, maar deze keer goddank met de woorden: ‘Ik begrijp je.’

Snel zwanger

Een week later hield ik een positieve test in mijn handen en pas toen besefte ik wat ik had gedaan. Snel zwanger raken, oké dat kan, maar binnen een week… Leg dat maar eens uit. Late eisprong, vroeg getest – tot zover kwam ik er nog wel mee weg. Maar ik moest langer zwanger zijn. We hadden in de week na mijn biecht nog geen seks gehad – en eerlijk gezegd wist ik niet zeker of Olav dat nog van plan was. Ik was ook pas één keer ongesteld geweest sinds ik gestopt was met de pil. Logisch, dacht ik, mijn lichaam moest resetten na zo veel jaar aan de hormonen. ‘Kom volgende week maar langs voor een echo’, zei de verloskundige toen ik paniekerig riep dat ik geen idee had hoelang ik in verwachting was. Een week later kregen we het verlossende antwoord: negen weken.

‘Wow, dwárs door de pil heen?’ riep Olav. Jee, wat een toeval, stamelde ik, we hebben net vorige week besloten ervoor te gaan. ‘Nou, dan mag ik jullie in elk geval feliciteren’, zei de verloskundige. Bang voor de schade die onze baby mogelijk opliep door mijn pilgebruik vroeg Olav haar de hemd van het lijf. Gezien mijn prille zwangerschap kon dat volgens de verloskundige niet heel veel kwaad. Bovendien: ik was toch net gestopt? Ik knikte instemmend, met samengeknepen billen.

Tegelijkertijd was ik opgelucht. Dat Olav zo bezorgd reageerde betekende dat hij gaf om deze baby. En dat bleek. Silvie is nu twee en Olav is een enorm toegewijde vader. Hij heeft de totstandkoming van mijn zwangerschap nooit in twijfel getrokken, maar ik weet wel beter. Dat geheim zal ik altijd bij me dragen, ik ga het hem niet vertellen. Zeker omdat híj nu degene is die niets liever wil dan een tweede.”
Dit artikel staat in Kek Mama 03-2021.

Lees elke maand de mooiste verhalen, meest herkenbare columns en de leukste tips voor jou en je kids. Abonneer je nu op Kek Mama en krijg tot 45% korting.