Éven de weg kwijt als moeder: ‘En toen riep gezinszorg me op het matje’

19.02.2020 08:18
ontspoorde moeder hulpverlening Beeld: Shutterstock

Oké, het eerste jaar na haar scheiding verliep een tikkeltje turbulent. Maar dat zorginstanties alarm zouden slaan over de veiligheid van haar dochter (9) had Anouk (43) niet zien aankomen.

“Ik hing net in mijn badjas voor Koffietijd, toen de deurbel rinkelde. Die negeer ik, dacht ik nog. Ik liep erbij als een sloeber, ongedoucht om half elf ’s ochtends op mijn enige vrije dag die week, met de make-up van de vorige dag nog op mijn ogen en mijn kapsel in coupe storm. Nee, straks is het Fabiënne, besloot ik. Misschien was ze ziek geworden en had ik een telefoontje van school gemist – alsof ze haar dan zomaar naar huis zouden sturen. Mijn dochter was pas acht, ze had nog geen eigen huissleutel. Dat ze zelf naar huis kon vanuit school was waarschijnlijk het enige voordeel van mijn scheiding, een jaar eerder; we woonden nu in een flat die praktisch uitkeek op haar klaslokaal.

Het was Fabiënne niet. Op de galerij stond een vrouw van mijn leeftijd. Vlot, vriendelijk. ‘Hai, ik ben Agnes’, zei ze. Een schoolmoeder, vermoedde ik. Maar ze vervolgde: ‘De gezinscoach is onderweg naar boven; we komen namens Veilig Thuis.’ Het was duidelijk terecht dat ze er stonden, ik was de afspraak namelijk glad vergeten. Of eerder: ik had hem verdrongen. Welke moeder doet zoiets?
 

Geen enkel raakvlak

Ons gezin was warm en veilig, toen mijn ex en ik nog waren getrouwd. Warm naar Fabiënne toe dan, want tussen mijn ex en mij was achteraf bezien geen sprake van echte liefde. We wisten niet hoe het moest, een gelijkwaardige relatie bouwen waarin je elkaar respecteert en de ruimte geeft.

In het eerste jaar dat we samen waren, en smoorverliefd, vond ik het nog aantrekkelijk, het ongenaakbare en eigenzinnige dat hij kon hebben. Stoer vond ik hem. Want ondanks zijn afstandelijkheid op emotioneel vlak was hij óók heel verzorgend. Dat ik temperamentvol kon zijn en soms onvoorspelbaar in mijn emoties, vond hij op zijn beurt wel een uitdaging. We dachten dat we elkaar wel konden veranderen. Tien jaar na onze bruiloft ontdekten we dat we in werkelijkheid geen enkel raakvlak hadden, en geen stap nader tot elkaar kwamen. Geen van ons wilde zo verder en we besloten te scheiden. Ondanks onze dochter van toen net acht.
 

Ontploft

De scheiding werd een regelrechte puinhoop. Mijn ex en ik zijn normale, weldenkende mensen. Ik was thuisblijfmoeder en betrokken op school, hij succesvol in het bedrijfsleven. Ons hele huwelijk hadden we nog nooit één echte ruzie gehad; alles wat ons dwarszat kropten we op. Dat móést er natuurlijk een keer uit. We waren nog geen week uit elkaar of we stonden gillend in de deuropening van ons echtelijk huis.

Niet dat we het oneens waren over wezenlijke dingen. Al snel kwamen we overeen dat Fabiënne bij mij zou wonen en om het weekend naar haar vader zou gaan. Ik had een flat gevonden die niet ver van ons oude huis lag, ze kon op dezelfde school blijven. Mijn ex wilde kinder- én partneralimentatie betalen en deed dat ook keurig. Maar toen kreeg ik voor het eerst sinds de geboorte van onze dochter een baan, en hij een vriendin.

Hij vond dat-ie te veel betaalde nu ik verdiende, ik vond dat hij me de kans ontzegde een nieuw bestaan op te bouwen. De vriendin was lief voor Fabiënne, maar hield er andere opvoedopvattingen op na. Ze liet haar eindeloos opblijven, waardoor ik een oververmoeid kind terugkreeg, en met mascara op naar school gaan. Aan gezond eten deden ze niet; wanneer Fabiënne er was, was het feest en aten ze alleen maar pizza. Iets wat ik inmiddels naast me neerleg, maar wat me toen, in het rauwst van mijn emoties, tot waanzin dreef. Waar tussen mijn ex en mij nooit een onvertogen woord was gevallen, stonden we nu bijna dagelijks – want ik reed gewoon naar zijn huis wanneer iets me hoog zat – als een stel viswijven tegenover elkaar. En onze dochter was de dupe.
 

Lees ook
‘Door onze vechtscheiding zijn de kinderen de dupe’ >

 

‘Ik was onuitstaanbaar’

De strijd, de negatieve emoties; ze verteerden me. Ik viel kilo’s af. Dronk te veel. Kon van niets meer genieten. Ik ging wel uit met vriendinnen, maar tijdens etentjes domineerde mijn scheiding alle gesprekken. Ik was onuitstaanbaar. De breuk was een gezamenlijke beslissing, maar ik had me nooit zelfs maar een fractie kunnen voorstellen van de pijn die het zou doen. Onze ruzies werden van kwaad tot erger.

Hij stopte met betalen, ik schakelde het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen in. Hij zette er een advocaat op, mijn emoties rezen nóg meer de pan uit. Nu ik erop terugkijk vind ik het zo’n gênante vertoning dat ik me afvraag hoe het kan dat vrienden of familie destijds niet één keer een plens water in mijn gezicht hebben gesmeten.
 

Powergirls

Thuis, in onze flat, ging het goed. Dacht ik. Fabiënne en ik waren het gros van de tijd samen. We vormden een hecht team. Deden samen boodschappen na de bso en werk, keken films onder een dekentje en lakten elkaars nagels. Powergirls, noemden we onszelf. Van mijn tirades tegen haar vader kreeg ze meestal niets mee. Die gooide ik eruit op zíjn stoep, wanneer zij nog op de bso zat, of op school.

Wanneer ik haar op vrijdagavond naar hem toe bracht, voelde ze natuurlijk haarfijn aan hoe gespannen de situatie was. Dan wisselden mijn ex en ik geen woord met elkaar, óf de een maakte toch weer een sneer naar de ander. Ze belandde in een gigantisch loyaliteitsconflict, en ik had er geen idee van. Beste vriendinnen beschermen elkaar, en dat is wat we toen waren: beste vriendinnen. Niet de meest gezonde relatie voor een meisje van acht dat ook gewoon nog steun en begeleiding nodig heeft van haar moeder.
 

Veilig Thuis

Niemand had ooit een kritisch woord tegen me gesproken toen ik een brief ontving van Veilig Thuis. De instantie had een melding ontvangen van mensen die zich zorgen maakten over Fabiënne en wilde graag een gesprek.

Ik kon niet anders dan instemmen, doodsbang dat een weigering me in een nog kwader daglicht zou stellen. Natuurlijk was mijn dochter veilig, dat zou ik ze wel vertellen. Al realiseerde ik me ook wel dat ik me niet in de sterkste fase van mijn leven bevond. De brief schoof ik kotsmisselijk onder een stapel ongeopende post op de eettafel. Daarna sloeg ik aan het poetsen, veranderde de hele woonkamer en rukte een fles wijn open – alles om dit te vergeten. En nu stond Agnes voor de deur. Niet haar echte naam, net zomin als mijn naam ooit bekend mag worden, maar ik vind het belangrijk dat andere vrouwen lezen hoe makkelijk je in een situatie als de mijne verzeild kunt raken.

Ze nemen me mijn kind af, dacht ik paniekerig. Wie vergeet nou zo’n belangrijk gesprek? Als ik er nu op terugkijk, is alles in die tijd een waas. Alsof ik er zelf niet helemaal bij was, al weet ik zeker dat ik Fabiënne al die tijd heel veel liefde en zorg ben blijven geven.
 

Wake-up call

Ik zat niet op het beklaagdenbankje, maakte Agnes meteen duidelijk. Ze pleegde gewoon wederhoor en wilde weten of we hulp nodig hadden. De melding kwam van niet nader genoemde buren van mijn ex, zei ze, maar ze wilde mijn kant ook horen. Ik vroeg een minuut om in een broek te schieten, slikte mijn tranen weg, bedwong de behoefte om snel een slok drank uit de koelkast te nemen, en bood haar en de gezinscoach een kop koffie aan.

Heel even verloor ik mezelf in een woedeaanval – wélke idioten stelden mijn moederschap ter discussie? – maar voor ik het wist vloeide het hele verhaal zo uit mijn mond. Over hoe mijn ex en ik opeens lijnrecht tegenover elkaar stonden en hoe erg ik dat vond. Ik vertelde hoe graag ik een warm thuis voor Fabiënne wilde maken, maar tegelijkertijd mijn emoties niet altijd de baas was – hoewel nooit richting haar. Dat ik de situatie wilde oplossen, en hulp ging zoeken. Het luchtte enorm op om er eindelijk eens met vreemden over te praten, zelfs al wist ik op dat moment niet zeker aan wiens kant ze stonden. Agnes vroeg of ik al contact had gehad met schoolmaatschappelijk werk, zodat Fabiënne met een onafhankelijke partij kon praten over de scheiding. Dat vond ik helemaal geen gek idee. We sloten af met de afspraak dat dat de vervolgstap zou zijn.

Dit was mijn plens water. De wake-up call die ik nodig had. Ik wist niet of ik nu een labiele indruk had gemaakt of een oprechte, in mijn badjas en ontkenningsmodus, maar nog diezelfde week zat ik voor een intakegesprek bij schoolmaatschappelijk werk voor Fabiënne, én bij de huisarts voor een verwijzing naar de psycholoog voor mezelf. Ik nam mezelf niet alles kwalijk, maar dat ik iets moest met mijn woede en verdriet was duidelijk.
 

Delen

Na een tweede gesprek met schoolmaatschappelijk werk waar Fabiënne bij aanwezig was, volgden er wekelijks sessies voor haar. Ook mijn ex was uitgenodigd te komen praten, maar na zijn contact met Veilig Thuis op hun kantoor naar aanleiding van de melding, wilde hij zich verre houden van welke instantie dan ook – al was het daar natuurlijk al te laat voor.

Fabiënne vond het er op haar beurt heerlijk. Alles wat ze daar vertelde was vertrouwelijk, maar eens in de zes weken hielden we een evaluatie met z’n drieën. Vooraf vroeg de maatschappelijk werkster dan aan Fabiënne wat van hun gesprekken ze met mij mocht delen. Dat was veel. Zo vertelde Fabiënne dat ze het lastig vond dat ik vaak negatief praatte over haar vader. Daar schrok ik van, want ik was me er niet echt van bewust. Met mijn girlpower-benadering had ik haar het gevoel gegeven dat we het beter redden zonder hem, alsof hij een mislukkeling was. Wat voor haar natuurlijk best raar was, na een gelukkige jeugd in de tijd dat we nog samen waren.

Er kwam wel meer boven tafel. Over hoe dol ze was op zijn nieuwe vriendin, bijvoorbeeld. En dat mijn ex en ik dan wel hadden besloten dat ze maar twee weekenden per maand bij hem zou zijn, maar dat zij dat eigenlijk wel vaker wilde. Het was verpletterend. Een dolksteek, zo voelde het.
 

Gezingtherapie

Maar ik realiseerde me ook heel goed dat mijn dochter onschuldig was in dit hele verhaal, en onpartijdig. Ik moest deze situatie veranderen, anders zou ik haar hoe dan ook kwijtraken. Misschien niet aan de jeugdzorg, maar wel gevoelsmatig. Was dat proces eigenlijk niet al gaande, nu ze alles wat ze op school vertelde nooit met mij had gedeeld? In overleg met mijn psycholoog stelde ik mijn ex voor gezinstherapie te volgen.

Zo konden we Fabiënne samen een veilige basis blijven bieden. Hij stemde schoorvoetend toe en langzamerhand raken we weer on speaking terms. Hij betaalt mij weer alimentatie en Fabiënne gaat nu ook op woensdagen naar hem toe. Met zijn medeweten heb ik contact gezocht met zijn vriendin, gewoon als vrouwen onder elkaar. Ze vertelde hoe onzeker ze is als stiefmoeder en alleen het beste wil voor mijn dochter. Ze heeft zelf geen kinderen en moet het wiel nog uitvinden. En eerlijk: hoe weet ik dat míjn opvoeding de beste is? Ons contact heeft me milder gestemd, ik heb zelfs wel een zwak voor haar.
 

Ontspoord

Met mijn oude buren hoef ik geen contact, maar ergens, diep vanbinnen, ben ik ze dankbaar. Geen kind hoort op te groeien in een gespannen thuissituatie. Ik ben me ervan bewust dat we niet meer onder de radar leven. Mijn gezin is een dossier. School, Veilig Thuis, de GGZ; allemaal zijn ze op de hoogte van hoe we tijdelijk zijn ontspoord. Tegelijk was dat blijkbaar nodig om de situatie om te keren. Ik denk niet dat iemand nog twijfelt aan de thuissituatie van onze dochter. Wel ben ik me bewust van de beschadiging die ze heeft opgelopen door de ruzies tussen haar vader en mij. Dan kun je wel honderd hulpverleners hebben; die kan niemand meer repareren.”
 

Dit artikel staat in Kek Mama 02-2020.

 

 

Meer persoonlijke verhalen? Volg ons op Facebook.