‘De dag dat mijn vriend in een rolstoel terechtkwam’

04.09.2019 12:29
de dag vriend in rolstoel Beeld: Shutterstock

De vriend van Fenne (43) is verlamd vanaf zijn middel als gevolg van een kitesurfongeluk ruim tien jaar geleden. Zoon Teije (7) weet niet beter dan dat zijn vader in een rolstoel zit.

Fenne: “Op het moment dat ik hem in het ziekenhuis zag, wist ik: met jou zou ik wel kinderen willen. Omdat het me bijna was ontnomen, was het alsof ineens het kwartje viel. Maar de man met wie ik opeens een kind wilde, lag compleet in de kreukels in een bed.
 

Ongeluk

Bas en ik waren anderhalf jaar samen. Ik wilde die ochtend naar mijn werk rijden en kwam er in de auto achter dat zijn telefoon daar lag. Hij kwam naar buiten om ’m aan te pakken, toen ik wegreed zag ik hem in mijn achteruitkijkspiegel over straat lopen in zijn pyjamabroek.

Bas had op dat moment geen werk, als het waaide was hij op het water te vinden. Het was september en mooi weer, dus hij was die dag gaan kitesurfen. Aan het eind van de dag werd ik gebeld door zijn zus, die ik toen nog niet zo goed kende. Bas was met haar man gaan kitesurfen. Hij had een ongeluk gehad, vertelde ze, en het ging niet goed met zijn rug.

De ernst van de situatie drong op dat moment tot niemand door. Bas’ zus was emotioneel en praatte heel snel. Gek genoeg bleef ik juist rustig, stond eerst mijn werk nog over te dragen. In de auto op weg naar het ziekenhuis bleef ik maar herhalen dat ik niet in paniek moest raken. Daar aangekomen twijfelde ik of ik mijn auto bij de EHBO mocht zetten. Was dit een noodgeval? Ik deed het niet. Met een steen in mijn maag liep het ziekenhuis in. Bij de EHBO werd ik opgevangen door Bas’ zus en haar man. Hij had verderop in het water gestaan toen Bas met zijn kite op de kade klapte.
 

‘Maar’ zijn vriendinnetje

In het ziekenhuis gebeurde er van alles: Bas was onderkoeld en had een grote hoofdwond die gehecht moest worden. Er werden foto’s en scans gemaakt. Tussendoor mocht ik heel even naar binnen. Ik was ‘maar’ zijn vriendinnetje, maar nu werd ik als belangrijk persoon naar voren geschoven. Dat voelde een beetje gek. Bas lag te klappertanden op een soort brancard, onder een dekbed dat met lucht werd gevuld. Ik herkende hem bijna niet. Pas toen ik in de hoek van de kamer zijn wetsuit zag liggen, drong tot me door dat dit echt mijn vriend was. Hij fluisterde sorry en viel weer weg.

Er kwamen steeds meer mensen naar het ziekenhuis, al gauw kregen we een aparte kamer om in te wachten. Ik voelde me een beetje ongemakkelijk tussen de familie die ik nog maar amper kende. Tot mijn eigen broertje en een goede vriendin binnenkwamen, toen stroomden de tranen over mijn wangen.
 

Dwarslaesie

Na 48 uur kwam het bericht dat Bas een dwarslaesie had. Wat het leven in een rolstoel echt inhield wist ik niet. Maar ik kom uit een gezin met een gehandicapt zusje, ik ben wel wat gewend. En zolang hij nog in dat bed lag, leek het alsof het niet waar was. Al gauw kreeg Bas een kamer voor zich alleen. Maar alleen was hij nooit. Hij is een echt mensen-mens, aan zijn bed werd feest gevierd. Dat gaf hem energie, hij lag als een koning in bed. Na een maand zat hij voor het eerste rechtop in een rolstoel. Dat was confronterend, pas toen was hij echt gehandicapt.

Tot die dag in september waren we maar elkaars vlam, maar al snel werden Bas en ik super close. Met dank aan zijn familie ook, die mij altijd naar voren schoven. Ik ging totaal op in mijn zorgrol. Als ik naar het revalidatiecentrum fietste voelde ik me oprecht gelukkig. Ik hoefde immers geen afscheid te nemen van een beeld dat ik van Bas had, omdat we elkaar nog maar kort kenden.
 

Lees ook
Bezorgde moeder Hanneke: ‘Het ongeluk veranderde het leven van mijn zoon’ >

 

Kinderwens

Bas had altijd al een kinderwens, ik niet zo. Tot mijn broertje zijn eerste zoon kreeg, dat ventje zat meteen in mijn hart en wakkerde mijn moedergevoel aan. Omdat Bas steeds zelfstandiger werd, ontstond er ruimte voor iets anders. Hij wilde heel graag een kind, maar drukte me wel op het hart dat de meeste zorg op mijn bord zou komen te liggen. En dat klopte. Toen Teije werd geboren was het echt aanpoten. Elke nacht, elke luier, elk huiltje was voor mij.

In het begin zorgde het ouderschap voor wat afstand tussen Bas en mij. Ik gaf me helemaal over aan mijn kind, als een soort leeuwin zorgde ik voor hem. Bas moest strijden voor zijn plek. Snel bedachten we creatieve oplossingen, zodat hij ook wat kon doen. Toen Teijes nekje wat sterker was, kon hij hem aan zijn romper van de grond tillen. De box stond op poten, zodat Bas daar met zijn rolstoel onder kon rijden en een luier kon verschonen. Met een Mini-monkey draagdoek bonden we Teije vast op zijn schoot. Dan gingen ze na het eten nog even samen een rondje fietsen met de handbike. Vonden zij geweldig, ik stond met grote ogen op de uitkijk. We werden inventief. En makkelijk, dat ook. Dan maar een wat minder schoon kind af en toe.
 

Balans

Teije weet niet beter dan dat zijn vader in een rolstoel zit. Dit is wat hij normaal vindt, dat is mooi om te zien. Kinderen reageren het leukst op Bas en vragen altijd recht voor z’n raap waarom hij in die stoel zit. In de buurt, op school, waar we komen, iedereen kent Bas. We hebben lang gezocht naar de beste balans hier in huis. Ik bloei op als ik kan zorgen, of dat nou voor Bas is of voor Teije. Maar ik moet oppassen dat ik niet ga betuttelen.

In ons huis draait het niet om het feit dat Bas niet kan lopen, maar wel om zijn pijn. Hij heeft altijd pijn aan zijn rug, omdat die verbrijzeld was. ’s Ochtends check ik waar hij qua pijn zit op een schaal van 1 tot 10. En daar moet ik op inspelen. Als het een 9 is, gaat hij die dag geen sokken opruimen of boodschappen doen.
 

Fijne momenten pakken

Ik weet niet meer hoe het is om naast elkaar te lopen. Als iemand spontaan een arm om me heen slaat, schiet ik in een kramp en voel ik hoe erg ik dat eigenlijk mis. Timing is alles. Dat ik freelance werk en mijn eigen tijd kan indelen, is goed voor onze relatie. Als Bas zich goed voelt, moeten we zorgen dat we knuffelen of de deur uitgaan voor een lunch. Op een topdag gaan we eerst samen naar een museum en ga ik daarna wel aan het werk. We moeten fijne momenten pakken zodra die zich aandienen.”
 

Dit artikel staat in Kek Mama 08-2019.

 

 

 

Meer Kek Mama? Neem nu een abonnement en profiteer van leuke aanbiedingen!