Column Roos: Zoon Miró kan goed voetballen

30.05.2017 09:23
Roos Schlikker

Roos Schlikker (42) is journalist, columnist en moeder van zoons Miró (7) en Róman (5). Op Kek Mama schrijft ze over haar gezinsleven. Vandaag: Miró kan goed voetballen.

Hij duwt zijn borst naar voren als hij het speelplein op dendert. De bal stuitert gecontroleerd voor hem uit. Zijn voeten dribbelen. Hij maakt een passeerbeweging, hij pannaat de bal tussen de benen van een vader in maatpak, hij schiet. Goal! Zijn armen gaan omhoog, zijn kreet doet de lucht trillen. Twee vriendjes die met elkaar aan het voetballen waren staren hem aan. Hij kijkt, hij lacht, hij nodigt uit. Zullen we? Partijtje? Maar de jochies sloffen naar een bankje. Geen zin.

 

Miró kan goed voetballen

Ik vrees dat ik weet waarom. Het is stom om van je kind te zeggen, maar Miró kan goed voetballen. Hij speelt in de selectie, traint drie keer per week, leeft, ademt, denkt voetbal. Zijn club pakt het serieus aan. Hij moet oefenen, voert voortgangsgesprekken, krijgt complimenten als hij zijn uiterste best doet. Maar dit is geen voetbalclub. Dit is een speelterrein en natuurlijk wordt het gewaardeerd als je leuk kunt ballen, maar wanneer je beter bent dan de rest hebben kinderen soms geen zin in jou.

 

Wat een achterlijk verhaal eigenlijk

Ik trek Miró naar me toe. “Liefje, ze vinden je echt niet stom. Je moet jouw vriendjes en jou zien als een orkest. Iedereen speelt zijn instrument. Maar stel dat één iemand steeds iets harder toetert dan de rest, dan vinden mensen dat niet zo leuk.” Zijn knieën wiebelen ongedurig heen en weer. “Dus ik moet minder hard toeteren?” vraagt hij. Terwijl ik dat beaam, denk ik: wat een achterlijk verhaal eigenlijk. Hoe kun je een kind nou uitleggen dat hij op de ene plek het beste uit zichzelf moet halen en elders juist een beetje onder zijn vermogen moet zitten? Wie heeft dit bedacht?

 

Ik wil geen opschepperige moeder zijn

’s Avonds in bed vraagt hij of ik ook weleens bang ben dat ik te hard toeter. Ja, zeg ik. Bijvoorbeeld als ik vertel dat mijn zoon goed kan voetballen. Ik ben geneigd er meteen relativering bij aan te brengen. Sorry hoor. Hij kan het aardig. Ik wil geen opschepperige moeder zijn. “Hé mam. Ik denk dat ik morgen scheidsrechter ga zijn. Dan hoef ik ook niet te toeteren”, mompelt hij. Ik knik. Wil zeggen dat hij mag toeteren wat hij wil. Maar ik weet niet zeker of dat echt zo is. Ik vertel hem wat een maaiveld is en wat je daar moet doen. “Is dat een soort voetbalveld?” vraagt hij. Ik schud mijn hoofd. Was het maar waar.

 

Roos Schlikker (42) is journalist, schrijver, columnist en theatermaker, zowel letterlijk als figuurlijk. Samen  met haar man heeft ze twee zonen: Miró (7) en Róman (5). Mail Roos op roos@kekmama.nl