Column Roos: ‘Mijn zoon blijkt het evenbeeld van mijn moeder’

26.03.2019 13:28
Roos Schlikker

Roos Schlikker (42) is journalist, columnist en moeder van zoons Miró (9) en Róman (7). In Kek Mama schrijft ze over haar gezinsleven.

“Tja, we hebben een raar lijntje in de familie.”

Mijn tante – een zus van mijn moeder – en ik zijn een dagje weg als ze dit zegt. Ze glimlacht. We hadden het over de somberte die een oom van me vaak overvalt. Over de manische depressiviteit van mijn oma. Over die van mijn moeder. Over generaties van daarvoor waar een bovengemiddelde hoeveelheid familieleden suïcide heeft gepleegd.
 

“Minder zwaar op de hand”

Het is geen vrolijk onderwerp, maar mijn tante heeft het talent het zware licht te maken, iets waar ik zelf ook best goed in ben. “Wij zijn anders”, knikt ze. “Minder zwaar op de hand.”

Ik weet dat ze gelijk heeft. De depressiviteit woekert wild door mijn stamboom, maar heeft mijn takje overgeslagen. En daarmee ook dat van mijn kinderen. “Als jij nooit last hebt gehad van depressies, is de kans heel klein dat bipolariteit zich nu nog bij jou zal manifesteren,” heeft mijn moeders psychiater me verzekerd, “en dat maakt de kans dat jouw kinderen het hebben net zo groot of klein als dat van ieder ander kind.”

Het was fijn nieuws. Toch is het gek blij te zijn dat ik niet op mijn moeder lijk. Ze is een jaar dood en ik mis haar zo, dat ik zou willen dat ze helemaal in mij opgegaan was. Zodat ze niet weg zou zijn. Ik draag haar trouwring, haar horloge, haar winterjas. Ik zoek haar in muziek (Dolly Parton), in kunst (Frida Kahlo), ik heb zelfs eens een aflevering van The bold and the beautiful uitgezeten omdat ik weet dat zij daar stiekem naar keek. Ik heb een hoop herinneringen om te delen, maar er komt niets meer bij. Geen depressies, en dat is fijn. Maar ook niets anders. En dat voelt dor.
 

Lees ook
Juf Hetty (23) over de overleden vader van leerling Clarissa (6) >

 

Lijntje

Maar dan opeens ligt er een envelop in de bus. Een jeugdvriendinnetje van mijn moeder heeft me opgespoord. Ze las het boek dat ik over haar schreef en peuterde uit een heel oud fotoalbum een kiekje. Van haar. Ze is een jaar of zeven en speelt met een theeserviesje.

Ik houd het in mijn handen. En plotseling kijk ik recht in de ogen van Róman. Róman die we, met zijn donkere haar en dito ogen, altijd zo op François vonden lijken. Die Róman blijkt het evenbeeld van mijn moeder. Ik lijst de foto in en glimlach. Hoe ver weg ze ook is. We hebben een lijntje.
 

Deze column staat in Kek Mama 02-2019.

 

 

 

Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >