Carolien Karthaus-Spoor over acteren, haar vader en het moederschap

29.05.2018 07:33
bn'ers-krijgen-baby-in-2020

Vorig jaar kreeg actrice Carolien Karthaus-Spoor (30) een zoon en verloor ze haar vader. “Het heeft de band tussen Jon en mij nog hechter gemaakt.”

Het dakterras van een Amsterdamse bovenwoning. De zon schijnt, zoon Otis doet een middagslaapje, echtgenoot Jon doet een laatste vakantiecheck voor een weekendje Beekse Bergen (“Is het gelukt met het autostoeltje? Ha, gelukkig”). Carolien zakt achterover op de loungebank onder haar parasol. “Wat een fijne plek hé, we zijn er zo blij mee. We wonen hier nu vier jaar en hebben alles from scratch opgebouwd. Het dakterras was een dag voor de bevalling pas af. We dachten: als-ie er eenmaal is, komt het er nooit meer van.”
 

Huntington

Dat ze moeder werd is een klein wonder. Toen Carolien zestien was, werd bij haar vader de ziekte van Huntington geconstateerd, een erfelijke hersenziekte die de motoriek en psyche aantast, en voor verstandelijke achteruitgang zorgt. Acht jaar na haar vaders diagnose werd bij Caroliens jongere zusje Frederique de agressievere en meer progressieve jeugdvorm vastgesteld.

Carolien liet zich in 2015 testen om te kijken of ook zij drager is van het gen. De uitslag was negatief. Een heftig traject, vertelt ze, waar heel wat gesprekken met een psycholoog en artsen aan voorafgingen. “Als de uitslag positief is, en die kans was vijftig procent, staat je hele leven op z’n kop. Bij elke stotter die ik maakte en elk glas dat ik omstootte, dacht ik: o god, daar ga ik. Maar omdat bij mijn zusje de ziekte al was geconstateerd, en Jon en ik dolgraag aan kinderen wilden beginnen, vond ik het heel belangrijk zeker te weten dat áls ik een kind op de wereld zou zetten, het niet het Huntington­gen heeft. Zo’n mensonterende ziekte wens je niemand toe.”
 

‘Je kunt het leven nu eenmaal niet naar je hand zetten’

Haar vader was antiquair, een erudiete man. “Toen hij ziek werd kon hij niet meer voor zijn gezin zorgen. Huntington tastte zijn karakter aan, langzaam zagen we hem wegglijden. Hij overleed toen Otis vijf weken was. Ik denk weleens dat mijn vader op hem heeft gewacht.”

Ze weet niet wat ze had gedaan als ze het gen wel had gehad, zegt Carolien. “Ik was achter in de twintig toen ik het traject inging. Mijn vader was 45 toen de ziekte werd vastgesteld en werd pas jaren later echt ziek. Je kunt ondanks Huntington dus veel goede jaren beleven, tenzij je zoals mijn zusje de jeugdvorm hebt. Door middel van ivf is het mogelijk uit te sluiten dat je het gen overdraagt aan je baby, maar dan waren we die zwangerschap wel heel anders ingegaan. Omdat je je kinderen bij voorbaat al grootbrengt met de wetenschap dat hun moeder Huntington zal krijgen. Maar of ik het moederschap ervoor had laten varen? Er zijn ook ouders die een andere vreselijke ziekte krijgen, of een ongeluk. Je kunt het leven nu eenmaal niet naar je hand zetten.”
 

Lees ook
Actrice Carolien Spoor bevallen van zoontje Otis >

 

Acteren

Mijn jeugd was fantastisch. Ik begon op mijn vijfde met acteren en speelde op mijn zesde een rol in Antonia, de film van Marleen Gorris die uiteindelijk een Oscar won. Natuurlijk waren mijn ouders trots. Ze waren ook wel wat gewend in dat wereldje: de broer van mijn vader is dramaturg, zijn oma was zangeres. Mijn ouders pushten me niet om actrice te worden, maar steunden me wel. Dat heb ik vaak genoeg anders gezien. Zat ik in een auditieruimte met kinderen van wie de ouders zeiden: ‘Als je deze auditie doet, krijg je een Nintendo.’
 

Streberige puber

Ik was een streberige puber. Ik was voorzitter van het schoolbestuur, speelde mee in de schoolmusical en was in de weekends altijd te vinden op jeugdtheaterschool Rabarber. Jon zegt altijd: ‘Als ik bij jou in de klas had gezeten, had ik je ongewijfeld bloedirritant gevonden.’ Was ik ook. Zo’n meisje dat zegt: ‘Ik heb mijn repetitie heel slecht gemaakt’ – en dan gewoon een acht haalt. Jon is een echte autodidact, hij heeft zichzelf het vak geleerd. Ik ben heel schools, heb al mijn kennis uit de boeken. ‘Jij moet je puberteit gewoon nog krijgen’, zeggen vrienden weleens.”

Sinds ze moeder is, is dat streberige wel minder. “Ik heb leren relativeren. Als ik nu word afgewezen voor een rol, denk ik: nou ja, dan kan ik lekker bij Otis blijven. Terwijl ik daarvan vroeger echt van de leg kon zijn. Mijn hele welzijn draait nu om dat kleine mannetje. Als het goed gaat met Otis, gaat het goed met mij. Zelfs al poept­ie zichzelf en mij onder als we de deur uitgaan. Dan ben ik maar een kwartier te laat, het is niet anders.”

Het hele interview staat in Kek Mama 06-2018.

 

 

 

 

Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >