Brief van kleuterjuf aan premier Rutte wordt massaal gedeeld: ‘Wat doe ik als Jantje valt?’

Scholen blijven gewoon open, deelde minister-president Mark Rutte gisteren mee. Vandaag werd bekend dat ongeveer een kwart van de leerlingen niet op school was, het overgrote deel van de kinderen is er dus gewoon. Ellen van Pernis is 35 jaar en staat voor de kleuterklas. In haar brief aan de premier legt ze uit dat de maatregelen die het kabinet heeft genomen om het coronavirus te bestrijden, niet voldoende zijn.

‘Om te beginnen het niet schudden van handen’, schrijft ze, ‘dat werkt voor ons nou nét iets anders. Ik geef nu netjes op landsdvies geen hand bij de voordeur, maar wat doe ik als Jantje valt? Hoe kan ik hem troosten zonder een arm om hem heen te slaan? Wat zeg ik tegen Saar, als zij doodmoe een knuffel komt geven? Niet doen Saar, want Het Virus. Dat snappen ze niet. Maar ze voelen zich wel afgewezen.’

Verspreiding

Hoewel Rutte in zijn persconferentie heeft aangegeven dat kinderen niet heel ziek worden, wijst Ellen hem in zijn brief erop dat zij het virus wel over kunnen dragen. ‘Op mijn collega wiens schoonmoeder door chemo geen weerstand heeft. Op die andere kleuter wiens moeder huisarts is, op onze partners en familie die in ziekenhuizen werken en/of komen. Wij zijn samen met de kinderopvang het kloppend hart van de samenleving, maar wat als dit virus zich vanuit die organen verspreidt?’

Lees ook:
Zo bespreek je het coronavirus met je kind >

Elleboogstootje

Ze sluit haar brief af met het feit dat ze alle kleuters de handen grondig heeft laten wassen, wat een hels karwei was. ‘Vier keer veertig kleuters hun handen laten wassen op twee smerige kleutertoiletten. Ik heb de tafels schoongemaakt waar kinderen hun neuzen, vingers, slijm, snot en gezicht aan afvegen, want dat doet de schoonmaak niet extra in deze tijd. Ik heb keelpijn. Maar geen zorgen, meneer Rutte, ik ben er maandag weer! Om het virus te verspreiden… oh nee, om de economie draaiend te houden! Zie ik u dan? Of werkt u vanuit huis. Een elleboogstootje van mij, een bezorgde juf.’

Haar brief is inmiddels al meer dan tienduizend keer gedeeld.