Deze vrouwen konden hun relatie redden: ‘Ik snap niet dat we het zo lieten verslonzen’

12.10.2021 15:32
we zijn er nog na relatiecrisis Beeld: Shutterstock

Er zijn duizend redenen waarom een relatie stuk kan lopen, maar goddank ook duizend manieren om ’m te redden.

Alleen in bed

Manouk (40): “We zijn al vier jaar samen, maar mijn vriend wil niet met me samenwonen. Hij heeft een dochter van twaalf, mijn kinderen zijn acht en tien. Ze gaan alleen in de weekends naar hun vader. We kunnen dus best naar de stad van mijn vriend verhuizen, dertig kilometer verderop. Maar hij ziet een samengesteld gezin niet zitten, dus moeten we wachten tot de kinderen de deur uit zijn. Het is niet leuk bijna elke nacht alleen in bed te liggen. Dit houd ik niet nog tien jaar vol – financieel is het ook nog eens onaantrekkelijk. We bevinden ons op een kruispunt, en ik weet niet of we dezelfde afslag nemen. Maar: we zijn er nog.”
 

Drilsergeant

Gabriëlle (40): “Pete en ik droomden van een kind, maar toen onze zoon (nu negen) eenmaal was geboren, viel het vies tegen. Ik deed alles, Pete deed niks. Toen Django in de peuterpuberteit kwam, dirigeerde papa hem als een drilsergeant het hele huis door. Ik knapte af op zijn totale gebrek aan empathie, iets waar ik in onze relatie ook last van had.

Toen Django naar de basisschool ging, was ik in een vergevorderd stadium om onze scheiding te regelen. Maar er gebeurde een wonder: ineens ontdooide mijn man. Nu ons kind minder thuis was en minder zorg nodig had, begon Pete opeens de lol van een kind in te zien. Nog steeds moeten we ons best doen om het leuk te houden – Pete kan nog altijd niet tegen de onvoorspelbaarheid van leven met een kind – maar hij probeert het. En dat is voor mij genoeg om hem in ons leven te houden.”
 

De deur uit

Vivian (33): “Ik viel op zijn wilde haren, maar die was Jones na drie jaar huwelijk, een kind en een tweede zwangerschap nog niet kwijt. Hij moet gewoon uitrazen, dacht ik het eerste jaar als hij drie dagen per week tot vroeg in de ochtend wilde stappen. Toen ik zwanger was van de tweede, vond ik het minder amusant.

Op een nacht moest ik plotseling naar het ziekenhuis – ik had oefenweeën. Halsoverkop stalde ik onze dochter bij de buren, Jones hing ergens in een club en was onbereikbaar. Opeens was ik er klaar mee. Drie weken voor de uitgerekende datum zette ik hem de deur uit. Jones werd in een klap wakker en ging geen avond meer stappen. Toen ik bijna vijf weken later beviel, was hij erbij. En daarna bleef hij.

Sindsdien hebben we duidelijke afspraken. Onze jongste is nu één en Jones gaat hooguit eens per maand naar een club. Ikzelf ga juist vaker de deur uit. Prima, vinden we allebei: ik heb heel wat in te halen.”
 

Loeren op social media

Tessa (34): “Als pr-medewerker in de reiswereld post ik veel op social media, dat hoort bij mijn werk. Joost en ik waren al tien jaar samen toen ik deze baan kreeg, maar hij vond mijn carrière maar lastig. Dan bivakkeerde ik weer in een ver oord, en stond ik in bikini op Instagram. ‘Weet je wel hoeveel mannen daarnaar loeren?’, mokte hij.

Hoe vaker ik wegging, hoe meer hij op mijn social mediagedrag lette. Hij eiste dat ik zou stoppen met posten, juist zo’n belangrijk onderdeel van mijn werk. Joost riep dat hij geen vrouw wilde die zichzelf online te grabbel gooide. ‘Een moeder, notabene.’ Op mijn beurt wilde ik geen man die me beknotte in mijn vrijheid. Dat leverde een flinke relatiecrisis op.

Met behulp van een relatiecoach kon ik duidelijk maken dat mijn drang naar reizen en naar een leven naast ons gezin geen bedreiging waren voor onze liefde. Ik leerde begrijpen dat het voor hem eenzaam is thuis met twee kinderen. Ik leid een tweede, avontuurlijk leven waarvan mijn gezin geen deel uitmaakt. Sinds ik vaker filmpjes naar huis stuur en we dagelijks facetimen, gaat het beter. Joost voelt zich meer betrokken, zegt hij, en dat snap ik wel. Ik ben benieuwd hoe het zal zijn als hij komende zomer voor het eerst alleen met een vriend naar Costa Rica gaat en de zaken omdraaien.”
 

Verliefd op een buurtvader

Dunde (41): “De kinderen waren vijf en negen, toen ik twee jaar geleden verliefd werd op een buurtvader. Ik denk dat ik na elf jaar huwelijk gewoon zin had in een verzetje, maar het voelde serieus. Bilal en ik leidden een gezapig leven, deze nieuwe man was bereisd en belezen. Dat miste ik bij Bilal. In een vlaag van verstandsverbijstering vertelde ik mijn man dat ik niet langer een oppervlakkig leven wilde leiden, maar ‘geestelijk gevoed’ wilde worden. Dat dreef ik zo op de spits dat we uiteindelijk apart gingen wonen.

Dat jaar ontdekte ik dat mijn nieuwe liefde weliswaar een intellectueel was, maar op emotioneel gebied behoorlijk achterliep. Op mijn blote knieën smeekte ik Bilal om terug te komen. We zijn nu weer bij elkaar, investeren in goede gesprekken en sparen voor vakanties in andere landen dan Duitsland. Ik weet nu: een man die bereid is met je mee te groeien, is pas echt zaligmakend.”
 

Vluchten in uitgaan en sport

Peter (36): “Ik schrok me rot toen ik vader werd. Ik wilde net zo graag kinderen als Lieke, maar vond het vreselijk dat ik na de geboorte van onze zoon – nu vier – geen seconde meer voor mezelf had. Ik raakte in paniek en vluchtte in uitgaan en sport. Dat ik daarmee ook vluchtte van Lieke, had ik niet door. Pas toen ze dreigde op te stappen, werd ik wakker. We werken nu allebei een dag minder en doen dan leuke dingen. Kost wat, maar de energie die we sindsdien overhouden voor elkaar is onbetaalbaar.”
 

Getrouwd met een werkpaard

Naomi (39): “Op de eerste verjaardag van onze oudste, werd ik wakker in mijn eentje. Sebastiaan was al naar zijn werk. Samen met ons kind blies ik het kaarsje op de muffin uit – zonder zijn vader. Op dat moment realiseerde me ik dat mijn man niet getrouwd was met mij maar met zijn bedrijf. Op de selfie die ik stuurde, reageerde hij om acht uur ’s avonds.

‘Ik heb geen zin me gescheiden te voelen terwijl we in hetzelfde bed slapen’, zei ik. ‘Er moet toch brood op de plank’, antwoordde hij. Waarop ik reageerde: ‘Stop dat geld maar in de alimentatie.’

Dat is drie jaar geleden en we zijn nog relatietherapie. De weekends brengen we inmiddels samen door, maar Sebas blijft een werkpaard. We zien de maandelijkse sessies als onderhoudsbeurten van onze relatie. Daarmee houden we het werkbaar.”
 

Lees ook
We hebben het overleefd: ‘Vechten, dat is wat ik doe in relaties’ >
 

Man op de laatste plek

Manon (32): “In mijn hoofd staan altijd twintig tabs open. Mijn dochter is de eerste tab, mijn man de laatste. Hij komt na de boodschappen, mijn werk, het huishouden, vriendinnen, alles. Niet gezellig voor de man die je je levenspartner noemt, snap ik nu. Al was daar wel een keer vreemdgaan voor nodig. Hij biechtte het vol spijt op. Ik riep: ‘Een man die me belazert, verlaat ik.’ Zijn reactie: ‘Een vrouw voor wie ik niet belangrijk ben, verdient mij niet.’

De eerste stap naar verbetering moest duidelijk van mij komen. Nu lunchen we elke vrijdag samen als onze dochter op de opvang is en we maken weer tijd om een paar keer per week te vrijen. Het gaat stukken beter. Mijn kind staat nog steeds op tab één, mijn man voelt zich weer nummer twee in plaats van twintig.”
 

Te moe om te scheiden

Viggo (39): “We aten en dronken en dansten en vreeën. Loes en ik waren het droomkoppel op elk feest. We genoten van dezelfde dingen en vooral van elkaar. Maar toen werd vier jaar geleden Vic geboren en stopten we acuut met alles wat ons leuk maakte. Alles draaide om ons kind, we hadden geen puf meer voor andere dingen. Het is dat we zelfs te moe waren om uit elkaar te gaan, anders waren we zeker gescheiden. Jarenlang leefden we langs elkaar heen.

De omslag kwam toen Vic naar school ging, een paar maanden geleden. Nu we samen een papa- en mamadag hebben, tanken Loes en ik eindelijk bij. We zien elkaar weer, gaan eens in de twee weken uit eten of naar de film. Ik snap niet hoe we het zo hebben kunnen laten verslonzen. Ik vind Loes nog net zo lief en lekker als vroeger. Wat ik met post-its op de slaapkamerspiegel heb geplakt, want over twee maanden wordt onze tweede geboren.”
 

Nieuwe hobby

Mats (42): “Toen onze jongste twee was, wilde Monica opeens ‘aan zichzelf werken’. Ze verdiepte zich in mandala’s, brandde wierook en sprak over oude zielen en esoterie. Dat was even slikken, voor de bankmedewerker die ik ben. ‘Geeft niet, jouw gevoel mag er zijn’, zei ze. Het was alsof ik een nieuwe vrouw had van wie ik niet zeker wist of ze bij me paste. Eén ding werd beter dan ooit: ons seksleven. Dat is nu intenser en vindingrijk. Dat krijg je blijkbaar als ‘je gevoel er mag zijn.’

Toch vind ik Monica minder aantrekkelijk dan vroeger en het kan zijn dat dat ons uiteindelijk nekt. Aan de andere kant: onze drie kinderen zijn gelukkig onder haar vrije opvoeding en ik laat haar maar begaan. Van een scheiding heeft iedereen meer last en het is niet dat we echt ongelukkig zijn. Wie weet krijgt ze binnenkort een nieuwe hobby. Ik hoop heel hard op motorrijden.”
 

Alles ging op zwart

Laura (29): “Twee maanden na de bevalling vond ik mijn zoon (nu één) niet leuk, mezelf niet en mijn relatie al helemaal niet. Alles ging op zwart: een postnatale depressie. Ik smeekte mijn vriend weg te gaan en de baby mee te nemen. Wie zat er nou op mij te wachten? Soms gaf hij er gehoor aan en verkaste hij een paar dagen naar zijn of mijn ouders. Tot, als vanzelf, de wereld opeens weer lichter werd. Een tweede kind komt er niet, de volgende keer kosten die hormonen ons onze relatie.”
 

Daar heb je mijn schoonmoeder

Patricia (35): “Ik zei ja tegen Patrick, maar het lijkt er meer op dat hij is getrouwd met zijn moeder. Als zij niet bij ons is, hangt hij wel met haar aan de telefoon. Het is fijn dat ze drie dagen per week op onze jongens van vijf en zes past, dus probeer ik niet te klagen. Maar dat we geen dag per week voor onszelf hebben, leidt regelmatig tot ruzie. Tijdens een ervan riep Patrick: ‘Als je me laat kiezen tussen mijn moeder en jou, kun je je biezen pakken. Dat win je nooit.’ Verbouwereerd pakte ik mijn koffers en onze kinderen.

Dat was een jaar geleden. Het is na veel praten, ook met zijn moeder, goed gekomen. Ze komt alleen nog op de oppasdagen. En elke zondag op de koffie. Zo houd ik het nog wel even vol. Ik troost me met de gedachte dat het beste mens niet het eeuwige leven heeft.”
 

Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.

 

 

Meer Kek Mama? Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief >