‘Opvoeden? Ik doe maar wat’

29.04.2021 09:21
opvoeden ik doe maar wat Beeld: Unsplash

Mama kijkt tv, dochtertje drentelt gezellig om haar heen, pakje smarties in de hand. Dat is in het kort de opvoedmethode van Anne.

Het begon al tijdens mijn zwangerschap. Waar andere aanstaande moeders stapels boeken over de groei van hun pinda verslonden, een forumgebruikersnaam aanmaakten (love2Be-MamaVanWondertje3) om online ieder scheutje bandenpijn te bespreken en elke week trouw een pufklasje bezochten, nam ik het allemaal wat minder nauw.

Ik ging geen etiketten uitpluizen op verboden ingrediënten als rauwe eierdooiers, at gewoon chorizo – mag niet, wist ik niet – en stopte al na vier lessen met zwangerschapsyoga. Dat rekken, strekken en chanten moest namelijk op zaterdagochtend gebeuren en hallo, mocht ik nog even uitslapen zolang het nog kon?
 

Voor spek en bonen

Toen de tijd begon te dringen ging ik samen met mijn zus naar de babyafdeling van de Hema, waar zij met een verhit hoofd drie mandjes volgooide met hydrofielluiers, rompers, aankleedhoezen en ander onmisbaar spul. Ik hobbelde er braaf knikkend achteraan en trok mijn pinpas.

Aan de kassa voelde ik me een beetje een bedrieger. Iemand die voor spek en bonen meedeed. Alle andere zwangere vrouwen leken zo perfect voorbereid en precies te weten hoe ze hun nakomeling op de juiste manier zouden verzorgen en opvoeden. De plek op de antroposofische crèche was al besproken en er lag een gedetailleerd voedingsplan klaar, naast de boxpakjes van duurzame hennepvezel. En ik? Ik deed maar wat.
 

Gevoel

Niet lang daarna werd onze dochter Rosa geboren. Met een kleine ooievaarsbeet op haar linkeroog, een guitig bekkie en stevige stembanden. En nog steeds raakte ik geen pedagogisch naslagwerk aan. Om maar het cliché der moederclichés te gebruiken: ik volgde mijn gevoel.

Geen idee of het wel of niet verantwoord was om een inbakerdoek te gebruiken, maar bij ons hielp het. Toen ik weer kon lopen en broodjes ging halen, gaf de bakkersvrouw mij wat tips tegen darmkrampjes en die hielpen wonderwel. Logisch. In wat voor wereld zouden we leven als je een bakkersvrouw niet op haar woord kunt geloven?  

Ondertussen vlogen de adviezen en theorieën me om de oren. Zo moest onze dochter zeker het eerste halfjaar bij ons op de kamer slapen, ter voorkoming van wiegendood. Nee, nog beter was een jaar, wisten de buren. Ik vond het na drie maanden hoog tijd worden voor een verhuizing richting babykamer, want A: onze dochter snurkte bizar hard en B: ik wilde wel weer eens lekker in bed Law & Order kijken. De wieg stond binnen vijf minuten op de babykamer en ik viel die avond in slaap met de afstandsbediening op schoot, precies zoals het hoort. 
 

Ernst en militaire precisie

Het toeval wil dat er rond mijn kraamtijd zo’n zes baby’s in mijn omgeving werden geboren. Met verbazing registreerde ik de ernst en militaire precisie waarmee mijn collega-moeders hun welp verzorgden.

Zo zat er een moeder tussen wier zoon slechts één speeltje in zijn box mocht hebben – van hout welteverstaan, want plastic is de duivel – anders zou hij overprikkeld raken. Ik las het op Facebook en wierp een blik op mijn dochter. Boven haar hoofd draaide een muziekmobiel met kleurige beestjes, in de ene hand hield ze een knisperboekje, de andere hand greep naar een pluchen telefoon.

Om misverstanden en haatmails te voorkomen benadruk ik hierbij: iedereen moet doen waar ze zelf zin in heeft. En natuurlijk wil ik goed voor mijn kind zorgen. Voor mij houdt dat in dat ik haar in leven houd (nogal belangrijk), en dat ze gezond, blij, doorvoed en gehydrateerd is, bij voorkeur in een droge romper. Maar ik vraag me oprecht af of daar nou echt een door Boliviaanse Indianen handgeweven draagzak of een verbod op plastic speelgoed voor nodig is.

Ik zweer bij luisteren naar je boerenverstand. Je weet wel, gewoon een kind te eten geven, corrigeren als het vervelend is en vooral veel lol maken samen.
 

Lees ook
‘Opvoeden? Ik ben allergisch voor regels’ >

 

Smarties

Inmiddels is Rosa anderhalf en handhaaf ik nog steeds de ik-doe-maar-wat-methode. Heb ik haar volgens de Rapleymethode leren eten met hele stronken broccoli in haar knuistje? Welnee. Ik kies voor de alom beproefde Olvarit-methode. Die gaat als volgt: deksel eraf draaien, potje in de magnetron, dertig seconden opwarmen, inhoud doorroeren en klaar is Kees.

Voeding is tegenwoordig sowieso nogal een heikel punt, heb ik begrepen. Iets met quinoa (ik heb geen idéé hoe ik dat klaarmaak, laat staan hoe ik het vervolgens in Rosa krijg), het drinken van glazen klei en de menstruatie van een kip. Ook kinderen ontspringen niet aan de healthfood-dans. Mijn buurvrouw geeft haar kroost enkel biologische rozijntjes en zelfgebakken speltkoeken als snack. Ik schuif Rosa gewoon smarties toe (jaaahaaa, ze krijgt ook groente, fruit en brood).
 

Schapen van popcorn

En wie heeft toch bedacht dat traktaties tegenwoordig vernuftige stukjes kunst moeten zijn? De schapen van popcorn, pinguïns van schuimzoenen en muizen van eierkoeken bestormen dagelijks mijn Instagram-tijdlijn. Als Rosa over een paar jaar op school gaat trakteren, mag ze zakjes chips uitdelen. Bolognese, naturel of paprika. Of van die dropveters met Nibb-it ringen eraan, als ik eraan denk ze te maken.

Dan is er nog het punt van televisie kijken. Laat ik nou weinig hebben met metalen wipkippen in de vrieskou en toevallig dol zijn op tv-kijken, dus dat ding staat de godganse dag aan. Soms op Baby TV, maar vaker op fijne pulp over trouwende gipsy’s en peuters die meedoen aan schoonheidswedstrijden. Het liefst lig ik daarbij languit op onze bank, terwijl Rosa om me heen drentelt.

Een vriendin verzuchtte laatst dat ze niet zo goed wist hoe ze haar zoontje de hele dag moest vermaken. “Maar dat deden onze ouders vroeger toch ook niet met ons?” riep ik verbaasd uit. Nou haar ouders dus wel.

 

Tradities breken

Ik denk dat daar de kern ligt van mijn ik-doe-maar-wat-houding. Ik stam namelijk uit een edel geslacht van mensen die opvoedtechnisch maar wat aanrommelen (ook op andere gebieden trouwens, maar daar gaat dit verhaal niet over).

Wij mochten vroeger thuis niet brutaal zijn, elkaar de hersens inslaan of liegen, maar verder was het mijn ouders worst of wij van die chemische likkoekjes aten, uren zoet waren op de spelcomputer of ons zakgeld stuksloegen aan troep. En mijn oma lag vroeger ook liever eindeloos op de bank te lezen in plaats van zich druk te maken over E-nummers. Dus wie ben ik om met tradities te breken?

Tuurlijk zie ik soms de opgetrokken wenkbrauwen als ik Rosa op het terras een bitterbal voer. Wel een beetje zuur overigens, want was ik een ultraslanke Parisienne geweest, dan zou ik bejubeld worden om mijn laisser faire-methode. Daar zou ik dan een bestseller over schrijven, en mensen zouden míj als opvoedgoeroe zien. Eentje die gewoon haar gevoel volgt en eerlijk toegeeft dat ze simpelweg ook maar wat doet.
 

Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.

 

Meer herkenbare verhalen lezen? We selecteren de mooiste voor onze nieuwsbrief >