Jan legt het nog een keer uit: ‘Achtjarigen zijn het leukst. Daarna gaat het bergafwaarts’

19.07.2017 07:51

Kek Mama-columnist Jan Heemskerk is vader van drie prachtzoons bij twee vrouwen. Hij spaart ons niet, en zichzelf nog minder. Deze maand legt hij nog één keer uit: opgroeien heeft zo z'n voor- en nadelen.

Ik had niet zoveel met de babytijd. Baby’s zijn zo verdomde fragiel en voor een zenuw­lijer als ik is dat een bron van voortdurende zorg. Zijn ze stil, vraag ik me af waarom ze geen geluid maken, huilen ze, ben ik bezorgd dat er iets engs aan de hand is. Zijn ze warm, ben ik bang dat ze overkoken, voelen ze koel, doe ik ze vlug een duffeltje aan.

 

Kleuters

Het wordt een stuk beter, vind ik, als kinde­ren kunnen praten, al is het maar een beetje, zodat ze in ieder geval de basisemoties ‘pijn’, ‘honger’, ‘dorst’ of ‘moe’ kunnen verwoorden. En natuurlijk foutloos ‘papa lief’ kunnen zeggen. Bijkomend voordeel van de net-kunnen-praten-fase is dat ze dan ook nog niet bijzonder mobiel zijn en niet plotseling de straat ophollen, de trap aflazeren dan wel beginnen te grabbelen naar gloeiendhete koekenpannen. Dat heb je dan wel weer met kleuters, die beweeglijkheid, maar daar staat tegenover dat die al een beetje vatbaar zijn voor eenvoudige opdrachten zoals: “Papa is vijf minuten naar de bakker, beweeg je niet en als je gehoorzaam bent, krijg je straks een krentenbol.” Er is toch zeker een kans van één op vier, zou ik zeggen, dat je kleuter rustig blijft zitten spelen en niet, zoals mijn Pieter, op blote voeten via een alternatieve route naar de bakker kuiert, zodat ik hem misloop en hij even later – vredig kauwend op een krentenbol – door het meisje van de bakker wordt thuisgebracht, waar ik al in dolle paniek op zoek ben naar het verloren kind. Kleuters: best leuk, maar fundamen­teel onbetrouwbaar.

 

'Ze vinden alles leuk'

Naarmate ze richting de tien gaan, naderen de meeste kinderen de volmaakte balans tussen dingen kunnen, gehoorzaam luisteren naar opdrachten en héél veel houden van hun ouders. Kinderen van een jaar of acht, negen, vinden alles leuk om te doen, lachen om ieder grapje dat je maakt, en willen nog volop worden geknuffeld. Toptijd. Uitgebreid van genieten en nooit meer vergeten.

 

Bergafwaarts

Want daarna, vrees ik, gaat het bergafwaarts: de kinderen stromen vol met hormonen, krijgen een snor of borsten, zijn het nergens mee eens of willen de hele tijd worstelen om te laten zien hoe sterk ze zijn. Ze schreeuwen en gillen, nemen gasten met brommers mee naar huis, slopen werkelijk alles wat wel of eigenlijk niet kapot kan, in­clusief diverse botten in hun eigen lichaam. Daarna vertrekken ze uit huis, wat meestal voor beide partijen een hele opluchting is.

 

'Je houdt altijd even veel van ze'

En dus stellen we vast dat kinderen tussen de vijf en de tien het leukst zijn, maar dat je wonderlijk genoeg op alle leeftijden even­ veel van je kinderen houdt. Niet voor het eerst bedenk ik hoe schitterend de natuur dat allemaal toch heeft geregeld.

Dit artikel staat in Kek Mama 07-2017