Jan Heemskerk: ‘Zo maak je van je kind een buitenkind’

23.05.2017 10:28
Beeld: Jesaja Hizkia Beeld: Jesaja Hizkia

Jan Heemskerk, Kek Mama-columnist en vader van drie zoons, heeft met Marcel Langedijk ‘The Dad’ geschreven: een rijk geïllustreerd doe-leer-en-overleef-koffietafelboek voor vaders. Wij mogen een deel van het boek uitlichten, opdat ook moeders er nog ’t één en ander van opsteken.

 

 

Wij hebben in de tuin een boom. Een flinke. Op acht meter hoogte, in die boom, hangt onze Willem. Want hij houdt van klimmen en wil dus steeds hoger. Hij is allang hoger dan wij prettig vinden, zijn moeder en ik. Maar hij klimt al jaren in bomen, we hebben het hem zelf geleerd – uitgelegd dat je eerst voorzichtig je gewicht moet verplaatsen van het ene been op het andere, voor je een veilige tak verlaat. Hoe je dood en dus breekbaar hout herkent. En vooral: dat je nooit verder gaat dan je veilig lijkt. Hij zal het dus wel weten. 

 

Stoer en weerbaar kind

Je kind – jongen of meisje, maakt niet uit – mannendingen leren. Als wij mannen één missie hebben tijdens de opvoeding van ons nageslacht, is het deze. Een stoer en weerbaar kind, dat moet je willen! Een kind dat het achteloos een week in de jungle uithoudt of weet hoe het een been spalkt. Een kind dat een (kamp)vuur kan maken en een ribeye volgens de regelen der kunst kan grillen. Een kind dat kan roeien en zeilen, salto’s op de trampoline maken, skelteren, gitaar kan spelen, een tent opzetten, met gezag een bal kan trappen, gooien of slaan. Een kind dat kan omgaan met gereedschap en hout kan hakken. Dat naar school fietst, zonder sokken, ook in de winter. Al in maart rondloopt in korte broek. Gaat zwemmen in het meer. In mei. Als je het water net achttien graden is. Slootje kan springen en niet bang is voor een nat pak. Ook niet wegens door het dunne ijs zakken in een ondiepe sloot. 

Lees ook
Jan legt het nog een keer uit: puberteit >

 

Taak van vaders

Oh, en dan vergeet ik nog dat het weerbare kind vlees moet eten. Met bot. Liefst persoonlijk en diervriendelijk geworgd. Maar ook niet moet schrikken van vergeten groente, mits uit de ovenschaal, besprenkeld met olijfolie en fleur de sel. Ons kind moet een gezonde geest in een gezond lichaam hebben, en dat, vaders, is onze taak. Hoewel je, zoals ik, kunt boffen met een vrouw die van fietsen en wandelen houdt, en aldus ook een steentje bijdraagt aan de geestelijke en lichamelijke vorming van ons buitenkind.

 

Filosofie achter een buitenkind

Zit hier ook nog een filosofie achter? Zeker. Buiten zijn en dingen doen is gezond. Gezonder dan achter de Xbox zitten vegeteren op de bank. Voorbeeld? Buitenkinderen zijn nooit dik, want branden het vet sneller weg dan ze het er ooit bij kunnen eten. Bovendien zijn buitenkinderen gehard, want ze vallen vaak, hebben het erg koud of vreselijk warm, worden moe en krijgen te maken met moeilijke omstandigheden. Zoals regen, wind, andere buitenkinderen, agressieve boerderijdieren en getergde automobilisten die zich net het ram bam zijn geschrokken van de sneeuwbal/waterbom die zojuist op hun voorruit is geëxplodeerd.

 

Wat wil een mens nog meer?

Buitenkinderen kunnen incasseren en verdragen, een beetje pijn is misschien niet fijn, maar ook geen probleem. Bovendien hebben buitenkinderen altijd veel, leuke, vrienden: andere buitenkinderen met wie men een hut kan bouwen, heitje voor een karweitje langs de deuren kan doen, of paardenbloemen uit het gras kan plukken. Bottom line: buitenkinderen worden later aantrekkelijke volwassenen omdat ze dingen kunnen, altijd in zijn voor iets geks, nooit zeuren en er geweldig uitzien wegens sportief en altijd buiten in de frisse lucht. Wat wil een mens nog meer voor zijn kind?

The Dad ligt nu in de winkel.