‘Ik zeg het voor het eerst hardop: Ik haat mijn stiefkinderen’

04.10.2021 09:37
ik haat mijn stiefkinderen Beeld: Pexels

Ze wilde echt de liefste stiefmoeder van de wereld worden, maar het is Aafke niet gelukt. Sterker nog: ze wordt misselijk als ze langskomen.

Aafke (35), kunstenares, is getrouwd met Ties (48) en stiefmoeder van Mark (12) en Alice (11). Haar eigen kinderen zijn 2 jaar en 8 maanden.

“Ik zeg het voor het eerst hardop: ik haat de kinderen van mijn man. Dit geheim vergiftigt mijn leven. Dag in dag uit. Het wordt steeds erger omdat ik het aan niemand kan vertellen. Vandaar dit interview. Normaal deel ik alles met Ties, maar dit mag hij nooit weten. Ik weet zeker dat ik hem dan kwijtraak. Het lucht me op het tegen jou te zeggen. Al ben ik ook bang dat je me nu afschuwelijk vindt. Dat vind ik mezelf ook. Ik hoop dat je verzachtende omstandigheden ziet in mijn verhaal.
 

Carnaval in Maastricht

Ik leerde Ties zeven jaar geleden kennen, met carnaval in Maastricht. Ik kom uit Groningen en was daar met een paar vriendinnen. Het was liefde op het eerste gezicht. Terwijl ik zijn gezicht niet eens goed zag; hij was groen geschminkt, en hij had een Dolly Parton-pruik op. Daardoor viel het me niet op dat hij dertien jaar ouder is dan ik. Niet dat het iets had uitgemaakt. Ik zag zijn ogen en zijn mond. Dat was genoeg. Diech bis e lekker joonk, de hubs ’ne leuke moond, diech maag miech punne keend, zong hij voor me. Ofwel: je bent een lekker ding, je hebt een leuke mond, je mag me kussen kind. Ik verstond hem niet, maar toen hij me zoende, begreep ik het wel. De zoen hield nooit meer op.

Hij nam me mee naar het Vrijthof. We gingen op de trapjes zitten van de Perroen, een standbeeld met drie leeuwen, waar verliefde paartjes afspreken. Hij maakte me wijs dat de leeuwen Sjeng, Lewieke en Merie heetten, zong ouderwetse carnavalsliedjes met die namen, deed er grappige dansjes bij. Ik lachte tot de tranen over mijn wangen liepen.
 

‘Blijf dan bij me’

Hij vertelde dat hij als jongetje altijd bij de leeuwen ging spelen als hij thuis ruzie had. Dan fantaseerde hij dat Merie en Sjeng zijn ouders waren, en Lewieke zijn grote broer. Hij hield hele gesprekken met ze en had het gevoel dat ze terugpraatten. Ik vond het schattig, tot ik zag dat de tranen in zijn ogen stonden. Zijn ouders hadden hem maar lastig gevonden, zei hij. Ze hadden geen tijd voor hem. Daarom had hij zelf veel geduld met zijn kinderen.

Zijn vrouw kon veel minder van ze hebben. Ze was een halfjaar tevoren bij hem weggegaan. Hoe dom kun je zijn, dacht ik, dit is de leukste man op aarde. Stiekem was ik dolblij: hij was vrij! ‘Ik zou jou nooit verlaten’, zei ik in een opwelling. ‘Blijf dan bij me’, zei hij. Hij ging op de knieën en vroeg me ten huwelijk. Het klonk best serieus. ‘Diech bis knatsj’, zei ik. Dat had ik net geleerd: je bent gek.
 

Heksenketel

Vergeleken bij deze wervelwind vond ik mijn Groningse vriend het toppunt van saai. Hij is net als ik nuchter en ingetogen. Op Aswoensdag reisde ik naar Groningen om het uit te maken. Daarna pakte ik mijn spullen en verhuisde naar Ties’ herenhuis in de binnenstad van Maastricht. Mark was vijf en Alice vier toen ik bij hun vader introk. Om de week wonen ze bij hem. Dat vond ik toen nog leuk. Alleen al omdat ze op hem lijken met hun blauwe ogen en zwarte haar. Ze zijn net zo slim en grappig en origineel en gevoelig. Ik schilderde ze graag. Ze waren gedroomde objecten met hun verfijnde gezichten, maar ze zaten nooit stil.

Als we rustig aan tafel zaten begon Mark uit het niets met aardappels te gooien. Als we puzzelden duwde Mark het bord omver en zette Alice een keel op als een scheepstoeter. Het leek wel of ze alleen gedijden in een heksenketel. Beiden vroegen ze constant mijn aandacht. En die van hun vader, als die ’s avonds thuiskwam. Ik vond het niet erg, het hoorde bij mijn nieuwe dynamische leven. Ik stortte me volledig op die twee kleintjes. Het voelde algauw alsof ze ook van mij waren. Ik genoot van de rust in de week dat ze bij hun moeder waren. En daarna stond ik weer vrolijk klaar.
 

Draagkracht

Ties vond dat geweldig. En wat opvallender was: zijn ex, Francine, ook. Ze was totaal niet jaloers op me, integendeel. Op een dag liet ze zich ontvallen dat het drukke gedoe van de kinderen een van de redenen was geweest om bij Ties weg te gaan. Mark had als baby een jaar lang permanent gehuild, daar was ze knettergek van geworden. Toen ik dat aan Ties vertelde, zei hij dat het inderdaad lastig was geweest, maar dat Francine ook wel heel weinig draagkracht had.
 

Lees ook
De juf: ‘Bij zijn stiefmoeder vond Floris de rust die hij van zijn ‘eigen’ ouders niet kreeg’ >

 

Dolgedraaide maatschappij

De school klaagde geregeld. Met name over Mark. Alice laat zich nog wel enigszins beteugelen, maar volgens de schoolarts heeft Mark ADHD en zou hij Ritalin moeten krijgen. Ties kun je niet bozer krijgen dan door die woorden uit te spreken: ADHD en Ritalin. De maatschappij heeft een stoornis, vindt hij, die is dolgedraaid. Niet zijn kinderen. Die zijn alleen maar creatief, daarom zijn ze druk in hun hoofd, zoals hij vroeger. Hij wil niet dat ze het idee krijgen dat er iets mis met ze is.

Toen hij zelf klein was, hadden zijn ouders en leraren hem dat idee gegeven en daar had hij zwaar onder geleden. Ze waren stomverbaasd geweest toen hij carrière maakte in de reclame. Hij kon zich wel degelijk concentreren als hij iets echt interessant vond. Volgens hem was er niets van hem terechtgekomen als hij medicijnen had gehad. Hij wijst er graag op dat Mozart nu Ritalin zou moeten slikken. Kortom: Mark en Alice krijgen nooit Ritalin.

Het is een van de breekpunten in zijn relatie met Francine. Zij sluit zelfs niet uit dat haar scheiding met Ritalin voorkomen had kunnen worden. Als dat zo zou zijn heb ik Ties te danken aan zijn afkeer van Ritalin. Ik begrijp Francine tegenwoordig goed, maar ook Ties’ angst. Als ik het verdrietige jongetje van vroeger in hem zie, breekt mijn hart.
 

De eerste scheurtjes

De eerste scheurtjes in mijn geluk ontstonden na de geboorte van Fleur, twee jaar geleden. Ik had het gevoel gehad dat ik al moeder was door Mark en Alice, maar Fleur was toch andere koek. Omdat ze voortkwam uit de relatie van Ties en mij. Wij droegen de verantwoordelijkheid voor haar bestaan, terwijl Mark en Alice al op de wereld waren toen ik in hun leven kwam. Dat ze uit mijn buik kwam maakte meer verschil dan ik had gedacht.

Ik voelde me schuldig ten opzichte van Mark en Alice en deed alles om het te verbergen, maar ze zijn heel intuïtief. Het hielp niet dat hun moeder intussen een relatiecrisis doormaakte met haar nieuwe vriend Tom, een gladjanus die ze ervan verdacht vreemd te gaan. Terecht achteraf.

Gelukkig was Fleur was het makkelijkste baby’tje aller tijden en vond Alice het leuk haar de fles geven. Mark daarentegen kan zijn kleine zusje niet uitstaan. Hij pest haar de hele dag nu ze een peuter is.
 

De echte beproeving

De echte beproeving kwam acht maanden geleden, toen Morris werd geboren. Hij huilt tien uur per dag. Per nacht, eigenlijk. Gelukkig heeft Ties maar vier uur slaap nodig, dus hij vangt veel op. Toch doe ik geen oog dicht. Het is alsof er permanent een vrachtwagen door onze kamer dendert.

Als die verschrikkelijke Tom nou zijn handen thuis had gehouden, was het nog wel te doen geweest. Maar drie maanden geleden betrapte Francine hem in de kroeg met een andere vrouw. Ze belandde in een depressie en komt haar bed nauwelijks meer uit. Ik zie wel dat het rot voor haar is, maar dat is het ook voor mij. Want sindsdien hebben wij Mark en Alice permanent in huis. Ze zijn nog aan het puberen ook. Alice is veranderd in een donderwolk die alleen nog maar boos zit te appen op haar kamer. Ze vindt iedereen stom, vooral Morris, die ze ‘die rotbaby’ noemt.

De enige die ze geweldig vindt is haar vader. Ties neemt vrij om leuke dingen met ze te doen en Alice en Mark zijn als was in zijn handen. Wat zijn theorie bevestigt dat de kinderen alleen maar aandacht nodig hebben. Maar ik wil ook aandacht. Ik heb Ties nodig. Wat dat betreft ben ik de concurrent geworden van dit duo.
 

De boze stiefmoeder

Ik kan alleen nog maar tegen ze snauwen. Zoals de boze stiefmoeder van Sneeuwwitje. Sneeuwwitje was wel een stuk braver dan Mark en Alice. Zodra Ties de deur uit is beginnen ze te keten. Mark valt mij het liefst lastig als ik Morris voed. Dan stuitert hij alle kanten op. Ik ben doodsbang dat Morris hetzelfde heeft als hij. Als dat zo is, wil ik dat Morris Ritalin krijgt. Dat worden nog leuke discussies met Ties.

Ties is teleurgesteld in me. Hij vond het geweldig dat ik Mark en Alice vroeger als mijn eigen kinderen zag, maar voelt dat het niet meer zo is. Gelukkig weet hij niet hoever mijn weerzin gaat. Dat ik bijna misselijk word als Mark en Alice thuiskomen uit school. Dat het al mijn zelfbeheersing kost ze niet te slaan. Mijn machteloosheid vertaalt zich in huilbuien en angstaanvallen. In Ties’ ogen ben ik een soort Francine geworden. Dat ben ik ook – ik begrijp nu waarom Francine bij hem is weggegaan. Maar ik wil niet bij Ties weg. Hij is mijn grote liefde. Ik moet volhouden. Het moet, het moet.

Ik hoop dat het helpt dat ik het nu heb verteld voor dit interview. De enigen die het verder weten zijn de leeuwen. Sjeng, Lewieke en Merie. Als ik in paniek ben ga ik weleens bij ze zitten. Dan probeer ik met ze te praten. In de hoop dat ze me net zo troosten als ze dat met Ties hebben gedaan toen hij een klein jongetje was.”
 

Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.

 

Meer persoonlijke verhalen? Schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >