‘Of ik weleens van een wortel had gehoord, vroeg een moeder me plompverloren’

21.12.2023 04:00
oordelen moeders Beeld: Pexels

Kun je die jongen niet opvoeden? Spoort-ie wel? Moet-ie geen pilletje? Het is al ingewikkeld een kind te hebben dat anders is, maar de stomme opmerkingen van andere moeders maken het er niet makkelijker op.

“Of ik weleens van een wortel had gehoord, vroeg een moeder me plompverloren.” Marianne zat met haar negenjarige dochter Romy op een terras toen een onbekende vrouw haar aansprak. “Het was lunchtijd, iedereen zat met een patatje of broodje Unox. Ik wilde net mijn van huis meegenomen bakjes komkommer, gortsalade en snoeptomaten tevoorschijn halen. Want ja: Romy heeft obesitas. En ja: ze at op dat moment een hapje van de kroket die we samen deelden. Het was haar enige eetzonde die maand. Verder staat ze op rantsoen, onder strikte begeleiding van een diëtist. En een psycholoog.
 

Loeiharde oordelen

Ik was met stomheid geslagen. Heel even dan, want inmiddels ben ik wel gewend dat mensen over ons praten. Maar de brutaliteit blijft me verbazen. ‘Kijk eens hoe dik ze is’, hoor ik mensen fluisteren. Gevolgd door: ‘Ssst, weet jij veel, misschien is dat kind wel ziek.’ En: ‘Welnee joh, kijk dan, haar moeder is net zo.’ Zulke oordelen komen loeihard aan. Zeker omdat ons hele leven draait om het eetprobleem van Romy. Er is geen moment dat ik er niet mee bezig ben.
 

Sloffen volgepropt met winegums

Als ze bij een vriendinnetje speelt, vraag ik de ouders of ze alsjeblieft geen snoep willen geven. Ze is weleens thuisgekomen van een slaapfeestje met sloffen die ze tot de nok toe had volgepropt met winegums. Het halve kroketje op het vakantie-evenement was het eerste wat ze snoepte in weken. En nog werd ik er keihard op afgerekend.

Het idiote is dat de gemiddelde bemoeial het meestal ook niet zo lekker voor elkaar heeft. Hebben ze een mening over mijn dochter, maar zit hun eigen kind de godganse tijd op de iPad. Of duwt het andere kinderen hardhandig aan de kant terwijl die moeder staat te schreeuwen.”
 

Alleen maar boze moeders aan mijn tafeltje

Astrid weet er alles van. Haar zoon Simon is tien jaar en sinds een jaar gediagnostiseerd met ADHD. Astrid: “Je zou denken dat mensen dat op kilometers afstand herkennen, maar ho maar. Laat ik hem een ochtend los in het speelparadijs, heb ik alleen maar boze moeders aan mijn tafeltje. Heeft-ie weer een kind een bloedneus geslagen. Of zelf een smak gemaakt omdat hij zonder kijken aan de verkeerde kant van de klimtoren sprong. Dan schaam ik me diep en bied ik nederig mijn excuses aan, terwijl ik ondertussen denk: je moest eens weten hoe het thuis gaat. De zakdoeken zijn niet aan te slepen: er is er altijd wel een broertje in tranen vanwege Simon. In zo’n ballenbak is-ie nog relatief goed te hanteren omdat hij daar kan uitrazen.
 

‘In werkelijkheid is hij een hoopje ellende’

Natuurlijk snap ik dat mijn zoon anderen tot last is. “Waarom denk je dat we hem hebben laten onderzoeken? Op schooldagen geven we hem Ritalin. Dat is wel zo prettig voor hem omdat hij zich dan een beetje kan concentreren in de klas en niet alle kanten op stuitert. Hij komt op vreemden over als een rotkind dat willens en wetens de boel sloopt, kinderen pijn doet en niet luistert. In werkelijkheid is hij een hoopje ellende. Simon realiseert zich dondersgoed dat hij anders is en is daar elke dag verdrietig om.

Toch kiezen we ervoor hem in de weekends en vakanties geen Ritalin te geven. Dan slaapt hij weer een paar nachten rustig, want mét die pillen staart hij tot twaalf uur ’s nachts naar het plafond. Bovendien wil ik niet dat hij zijn hele jeugd gedempt en verdoofd beleeft. Geen Ritalin, dat betekent dat hij in het weekend nooit rustig op de bank zit met een boekje, zoals zijn broertjes. Geen uren met Lego speelt. En thuiskomt van het buitenspelen met kapotte of natte kleren. Is-ie weer aan een veel te dunne tak boven een sloot gaan hangen. Of erger: hij komt thuis aan de hand van een ouder of politieagent. Heeft-ie als een dolle met pvc-buizen lopen gooien.”
 

‘Moet dat kind geen pilletje?’

Dat zoveel kinderen lijden aan ADHD, en het gebruik van medicatie in tien jaar is verviervoudigd, maakt het er voor Astrid niet makkelijker op. “Het is gemeengoed geworden. Bij elke onnadenkende actie van Simon, krijg ik te horen: ‘Moet dat kind geen pilletje?’ Terwijl ik dan denk: ik vel toch ook geen oordeel over jouw zoon of dochter?”
 

‘Spoort hij wel?’

Simones zevenjarige zoon Sem heeft dyslexie. Daar bezorgt hij anderen misschien geen overlast mee, maar commentaar krijg je evengoed. Simone: “‘Spoort hij wel?’, vroeg een serveerster toen Sem nogal onduidelijk om een ‘trassiepannenkoek’ vroeg. Echt: letterlijk díe woorden. Spoort. Hij. Wel.

Sem is groot voor zijn leeftijd. Zijn taal- en spraakontwikkeling zijn niet hoe ze moeten zijn. Hij loopt bij de logopedist zodat hij duidelijker leert praten. Hij bedoelde natuurlijk een smartiepannenkoek. Er zijn wel meer kinderen van zeven die dat woord nog niet kunnen lezen, maar hij lijkt jaren ouder. En dan draagt hij ook nog een brilletje met dikke plusglazen. Sporen doet hij zeker: hij rekent als de beste. Naar dat pannenkoekenrestaurant zijn we nooit meer terug geweest, al heb ik tot op de dag van vandaag spijt dat ik die botte serveerster geen weerwoord heb gegeven.”
 

Lees ook
Waarom je nooit over een (andere) moeder mag oordelen >

 

Verstopt in de wereld van Minecraft

Milan was tien toen hij de diagnose Asperger kreeg, een vorm van autisme. Zijn moeder Talitha is gescheiden van zijn vader. Talitha: “Inmiddels is Milan twaalf en tegen alle verwachtingen in, doet hij het geweldig. Zijn pre-advies voor de middelbare school is havo, hij is dol op koken, en kan dat ook goed. Alleen: Milan maakt moeilijk contact met anderen. Heeft geen vrienden en vat elk grapje letterlijk op. Empathisch vermogen heeft hij nauwelijks. Dat maakt de wereld voor hem complex en vaak beangstigend. Verjaardagen en etentjes met vrienden zijn een crime: hij overziet die drukte niet. Het liefst verschuilt hij zich dagenlang achter zijn computer, verstopt in de wereld van Minecraft. Hartverscheurend om te aanschouwen, maar hij voelt zich
er relatief gelukkig bij.
 

‘Als hij meegaat, haken wij af’

Hoe ouder Milan wordt, hoe duidelijker de Asperger. Op andere mensen kan hij overkomen als egoïstisch en asociaal, simpelweg omdat hij geen contact aangaat en primair vanuit zichzelf denkt. Hij kan niet anders, maar gooi daar wat prepuberale hormonen overheen, en hij lijkt onhandelbaar. We gaan al sinds de kinderen kunnen lopen elk jaar skiën met vrienden, maar toen we dit jaar wilden boeken, zei mijn vriendin: ‘Milan gaat dit jaar toch wel naar zijn vader hè? Want als hij meegaat, haken wij af. Mijn kinderen trekken hem echt niet meer.’

Een hardere klap in mijn gezicht had ik niet kunnen krijgen. Juist zij weet hoe ik worstel. Hoe Milan ondanks zijn autisme, zo hard probeert mee te doen. Skiën, lekker buiten bezig zijn met zijn verstand op nul, is zo ontzettend goed voor hem. Maar zij maakt zich zorgen dat hij in zijn eentje de snoepvoorraad opeet en dat haar kinderen daar niet tegen kunnen.
 

‘Kun je dat kind niet opvoeden?’

Dat onbekenden hem afrekenen op zijn gedrag komt minder hard aan, maar doet evengoed pijn. Dan kreeg hij als jongetje van acht een koekje bij de bakker, en durfde hij geen oogcontact te maken en te bedanken. Of hij schreeuwde keihard dat hij geen koekje wilde. Dan hóórde ik iedereen in de winkel denken: kun je dat kind niet opvoeden?”
 

Rummicub-talent

Zo’n 43.000 kinderen van vier tot twaalf hebben een autistische of aanverwante stoornis. De meeste kinderen bij wie het wordt vastgesteld, zijn tien jaar of ouder. “Gelukkig waren wij er vroeg bij”, zegt Talitha. “Daardoor kon ik snel hulp inschakelen. Helaas zullen Milan en ik de rest van ons leven moeten omgaan met de vooroordelen. Maar we gaan dit jaar skiën met een andere vriendin. Haar kinderen verheugen zich nu op Milans Rummicub-talent.”
 

Glazen kooi

Robin (9), de dochter van Brigitte, heeft een ontwikkelingsachterstand. “Als baby staarde ze urenlang wezenloos voor zich uit en toen ze een jaar of drie, vier was, konden we moeilijk contact met haar krijgen. Het leek wel of ze zat opgesloten in een glazen kooi en ze ons niet kon horen. Nu zit ze op het speciaal onderwijs. Het is de vraag of ze ooit echt zelfstandig zal kunnen wonen. Dat haar broertje van zeven heel slim is, lijkt haar niet te deren. Ze wil later dierenverzorgster worden in het asiel. Met een beetje hulp zal ze dat waarschijnlijk best kunnen.
 

‘Jij en je man zijn nog wel zo slim’

De buitenwereld heeft het er maar lastig mee. ‘Ik snap het niet’, zei een moeder. ‘Jij en je man zijn nog wel zo slim.’ Ja, daar heeft het dus niks mee te maken. Maar echt pijn deed de opmerking van mijn schoonzusje die nota bene psychologie heeft gestudeerd. Zij sprak de legendarische woorden: ‘Haar broertje is toch wel gewoon gelukt?’ Is ze helemaal gek geworden? Robin is niet mislukt: haar hoofd werkt gewoon anders. Dan gaat ze toch lekker haar hele leven honden en poezen borstelen? Als ze maar gelukkig wordt. Met domme psychologen dempen we de gracht.”

 

Dit artikel staat in Kek Mama magazine en is al een keer eerder gepubliceerd.

 

 

 

Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >