Dit moet je weten over zwemles (mét tips van een deskundige)

28.11.2023 12:58
Dit moet je weten over zwemles (mét tips van een deskundige)

Het is zover: je kind gaat op zwemles. Hoe gaat dat precies in z’n werk? Welke zwemdiploma’s zijn er? En hoeveel kost het? We zetten alle info op een rij.

Mét handige tips van een expert.

Waarom is zwemles zo belangrijk?

Misschien een open deur, maar toch belangrijk om te benoemen: tijdens zwemles leert je kind alle vaardigheden om zich veilig in het water te begeven. Volgens de Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ) is een kind zwemveilig als:

– Het de zwemvaardigheden beheerst
– Het fysiek en mentaal in staat is om zichzelf te redden in het water
– Het vertrouwen heeft in zichzelf
– Het leuk vindt om te zwemmen en zich prettig en vertrouwd voelt in het water
– Het mogelijke gevaren herkent en weet hoe te handelen

In dertig procent van de Nederlandse gemeenten volgen kinderen schoolzwemles. Dat begint meestal pas wanneer kinderen ongeveer zeven jaar oud zijn. Soms is schoolzwemmen verplicht. Tegenwoordig is schoolzwemmen volgens Nicolette van Mierlo, zwemonderwijzer en zwemles-expert, eerder ‘natte gymles’, al is het wel de ambitie om kinderen met hun A-diploma van school te laten gaan. De meeste ouders kiezen er echter voor om hun kind zelf (eerder) met zwemles te laten starten. Van Mierlo adviseert: verdiep je in de licentie van een zwemlesaanbieder. Zwemles geven is een vrij beroep, dus iedereen met een zwembad mag in principe een zwemschool beginnen.

Op welke leeftijd beginnen kinderen met zwemles?

Dat is verschillend. Bij sommige aanbieders – dat zijn volgens Van Mierlo vooral zwemscholen die toezeggingen doen over de snelheid waarmee kinderen hun diploma halen – moet een kind minimaal vijf jaar zijn. Maar grote commerciële zwemlesaanbieders, zoals Sportfondsen, Optisport, Laco en sportbedrijven, bieden zwemlessen aan vanaf vier jaar. Eerder oefenen met zwemmen kan natuurlijk wel, en is juist goed. Kinderen tussen de 0 en 4 jaar oud belanden namelijk het vaakst in het ziekenhuis door een bijna-verdrinking. Laat ze tijdens baby- of peuterzwemmen al op jonge leeftijd kennis maken met water. Daar leren ze een paar basisvaardigheden, zoals draaien in het water, drijven en op de kant klimmen. En het draagt bij aan een goede band tussen ouder en kind.

Welke zwemdiploma’s bestaan er?

Het bekendste zwemdiploma is het zwem-ABC van de Nationale Raad Zwemveiligheid. Zij checken steekproefsgewijs of kinderen aan het eind van de zwemlessen het juiste niveau hebben en of het zwemonderwijs aan alle eisen voldoet. Zwemlesaanbieders met een NRZ-licentie hebben alleen gediplomeerde docenten met een geldig VOG (Verklaring Omtrent het Gedrag) in dienst. Het zwemdiploma bestaat uit – de naam zegt het al – drie erkende diploma’s: A, B en C. Voor zwemdiploma A leer je alle vaardigheden voor een zwembad zonder attracties. Met zwemdiploma B kun je je redden in een zwembad met attracties, zoals een (wildwater)glijbaan. Heb je ook zwemdiploma C? Dan beheers je ook alle vaardigheden voor open water, zoals recreatieplassen, brede sloten en vaarten. Dit geldt niet voor de zee.

Naast het zwem-ABC zijn er nog een paar andere zwemdiploma’s, namelijk:

Stichting Envoz

Hier behaal je het A-B-C-diploma. Envoz werkt samen met Zwem Onderwijs Nederland.

Superspetters

Deze methode onderscheidt zich door de volgorde van het aanleren van de slagen en het gebruik van een zwemcap en zoomers (kleine zwemvliezen) tijdens de lessen. Kinderen starten bij Superspetters met het leren van crawlslagen, maar ook andere slagen komen aan bod.

EasySwim

Deze methode begon in een zwembad in Erp, maar is inmiddels op verschillende plekken in Nederland te vinden. Bij EasySwim ligt de focus op het plezier en de betrokkenheid van het kind. Tijdens de lessen maken docenten gebruik van storytelling. In diepe zwembaden gebruiken ze drijfpakjes.

Hoe snel behaalt een kind z’n zwemdiploma?

Da’s een lastige. Hoe snel je kind een zwemdiploma heeft, is namelijk enorm verschillend. Een paar zaken die invloed hebben: de leeftijd waarop je kind begint met zwemles, of je kind bang is voor water, hoe snel hij of zij de techniek onder de knie heeft, hoe groot de groep is, hoe goed je kind zich kan concentreren en hoe vaak hij of zij zwemt. Kortom: het is heel persoonlijk. Voor zwemdiploma A staan gemiddeld 48 klokuren, ruim anderhalf jaar dus. Zwemdiploma B en C gaan een stuk sneller, maar duren elk ook nog eens twaalf klokuren.

Lees ook
‘Mijn kind heeft na twee jaar zwemles nog steeds geen A-diploma’ >

Zwemdiploma A: de vaardigheden

In dit artikel zoomen we in op het meest bekende zwemdiploma, het zwem-ABC. Tijdens de eerste lessen staat het watervrij maken van kinderen centraal. Dat betekent dat je kind in en onder water plezier heeft en niet bang is. Het is dé basis om zwemslagen te leren. Er zijn verschillende manieren om een kind watervrij te maken, bijvoorbeeld door in het water te spetteren, kopje onder te gaan of door iets van de bodem te rapen. Heeft je kind als baby of peuter al regelmatig ‘gezwommen’, dan kan het watervrij maken een stuk sneller gaan. Wie zwemdiploma A op zak heeft, heeft vier zwemslagen onder de knie: schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl en rugcrawl. Andere vaardigheden die je leert, zijn:

– Drijven
– Watertrappen
– Door een gat in een zeil zwemmen (3 meter van de kant)
– Springen vanaf de kant
– Op de kant klimmen
– Zwemmen met kleding aan
– Optioneel: duiken

Voor het zwemmen in kleding heeft je kind nodig: badkleding, een shirt met lange mouwen, een lange broek, jurk of rok en schoenen met stevige zool (dus geen slippers). Is je kind volgens de zweminstructeur klaar om af te zwemmen? Dan gaat-ie vaak proefzwemmen, een soort generale repetitie. De opmerking dat kinderen niet kunnen zakken tijdens het échte afzwemmen is niet helemaal waar, maar de kans is wel klein. Zweminstructeurs laten alleen kinderen afzwemmen waarvan ze bijna zeker weten dat zij er klaar voor zijn.

Zwemdiploma B: de vaardigheden

Hoewel sommige kinderen na het behalen van hun eerste diploma stoppen met zwemles, is het volgens de Nationale Raad Zwemveiligheid wél heel belangrijk om door te gaan. Het A-diploma is slechts een eerste stap in de zwemveiligheid van je kind. De eisen voor zwemdiploma B zijn een stuk strenger dan voorheen. Niet gek, want in een gemiddeld zwembad vind je tegenwoordig de meest heftige attracties. Wel zo veilig als je kind daarop voorbereid is. Bovendien biedt het B-diploma van vroeger tegenwoordig niet meer voldoende veiligheid. Je eigen zwemdiploma als uitgangspunt zien, heeft dus geen zin. In deze fase ligt de focus tijdens zwemlessen vooral op het zwemmen van langere afstanden. Na het behalen van zwemdiploma B kan een kind:

– Met kleding aan watertrappen, een lange afstand zwemmen met een van de vier zwemslagen, zich onderwater oriënteren en uit het water klimmen
– Vanaf de kant duiken
– Door een gat in een zeil zwemmen (6 meter van de kant)
– Een lange afstand zwemmen met een van de vier zwemslagen (zonder kleding)
– Naar een drijvend voorwerp zwemmen en daarop rusten
– Op de rug drijven
– Watertrappen met armen en benen en zich tegelijk verplaatsen
– Zich naar de bodem laten zakken

Zwemdiploma C: de vaardigheden

B-diploma gehaald? Gefeliciteerd! Helaas is dit is het punt waarop veel ouders afhaken. Het behalen van zwemdiploma C wordt geadviseerd, omdat je kind dan ook leert om veilig in open water te zwemmen. Je kind heeft de basistechnieken inmiddels onder controle, maar er zijn nog genoeg extra vaardigheden om te leren. Daarmee kunnen ze zich ook in onverwachte situaties goed redden. Een aantal onderdelen die ze voor hun C-diploma leren:

– Snorkelen
– Hurksprong
– Startduik
– Hoekduik
– Koprol voorover van de kant en in het water
– Koprol achterover vanaf een rubberboot
– Wrikken (rugwaarts verplaatsen met gebruik van alleen je armen)

Is je waterrat na het behalen van een zwemdiploma C nóg niet uitgeleerd? Dan is snorkelen, survivalzwemmen, springen van de plank of wereldzwemslagen, leuk om nog beter te leren zwemmen.

Hoeveel kost zwemles?

De kosten van zwemles zijn verschillend per zwemlesaanbieder. Het kan dus geen kwaad om een paar zwemscholen met elkaar te vergelijken. Zorg wel dat je appels met appels vergelijkt, want elke zwemlesaanbieder rekent anders. Kijk naar de groepsgrootte en de duur van een les. Gemiddeld ben je zo’n 35 tot 45 euro per maand kwijt aan zwemles. Gezinnen die weinig te besteden hebben, kunnen bij de gemeente financiële steun aanvragen. De voorwaarden en vergoeding verschillen per gemeente, maar alle gemeenten hebben een budget beschikbaar.

Handige tips van een deskundige

Bloedhete pashokjes, praatgrage ouders en héél veel geduld. Zwemles kan voor de nodige irritaties zorgen. Leuker kunnen we het niet maken, maar wél makkelijker. Daarom: vijf gouden tips van zwemles-expert Nicolette van Mierlo om het leed te verzachten.

1. Begin vroeg

Zwemluier aan en gáán. Laat je kind al vanaf jonge leeftijd in het water spartelen. ‘In veel zwembaden kan je met een baby van 10-16 weken al deelnemen aan baby-peuterzwemmen of familiezwemmen. Samen in het water spelen is heerlijk voor ouder en kind. Bovendien gaat een watervrij kind met veel meer plezier naar zwemles.’

2. Heb geduld

Zwemles voelt misschien als een blok aan je been, maar bedenk dan: leren kruipen, lopen en fietsen kostte ook tijd. ‘Zwemmen is nu eenmaal een motorische vaardigheid en het aanleren daarvan gaat stap voor stap. Gun je kind die tijd. En vergelijk hem niet met een broer, zus, vriendinnetje, buurjongen of klasgenoot. Respecteer het tempo van jouw kind en accepteer dat het voor sommige onderdelen meer tijd nodig heeft.’

3. Stel vragen

Jezelf opvreten omdat je het oneens bent met de keuze van de zwemdocent of iets niet begrijpt, heeft geen zin. Spreek frustraties, onduidelijkheden en opmerkingen meteen uit. ‘De meeste zwemlesaanbieders werken met een digitaal leerlingvolgsysteem waarin de vorderingen voor jou als ouder te volgen zijn, maar durf ook in gesprek te gaan als je meer informatie wilt.’

4. Maak het traject af

Ja, zwemles vraagt om doorzettingsvermogen, óók bij ouders. Tegenwoordig ben je pas echt zwemveilig met een C-diploma. Dus niet halverwege stoppen, maar doorgaan tot en met het derde diploma. Om alle vaardigheden scherp te houden, blijf je ook na het behalen van de diploma’s regelmatig zwemmen.

5. Zorg voor een fijne sfeer

Een fijnere zwemles begint bij jezelf. ‘Als jij over zwemles moppert, loopt te stressen of negatief over de docent praat, geef je die negatieve gedachten (onbewust) over aan je kind’, aldus Van Mierlo. Benadruk juist de positieve kanten van zwemles. Oh, en doe jezelf een plezier: trek je kind iets makkelijks aan zodat het aan- en uitkleden in zo’n piepklein, bloedheet en vochtig pashokje minder stressvol verloopt. ‘En zorg dat je na de les wat lekkers bij je hebt.’

Bronnen: Ouders van Nu, Alles over Zwemles, Consumentenbond

Nog meer Kek Mama? Schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >