‘Deze 4 dingen zeg ik nooit tegen mijn kind’

1. Ik ben trots op je

‘Als ík trots of blij ben, dan gaat dat over mij. In plaats daarvan zeg ik: ik ben blij vóór jou. Daaruit blijkt dat je kind hetgeen wat-ie heeft bereikt, helemaal zelf heeft gedaan – hij of zij krijgt alle eer.’

2. Wees blij

‘Blij is een gevoel dat ongrijpbaar en tijdelijk is. Door je geforceerd aan blijdschap vast te klampen, word je juist minder vrolijk. In plaats daarvan kun je zeggen: wees gezond. Dit gaat namelijk wél samen met gevoelens als boosheid, angst, verdriet, zenuwen, teleurstelling en frustratie.’

Lees ook
Complimenten geven aan je kind: ‘Ik was ervan overtuigd dat mijn dochter het zou gaan maken’ >

3. Doe je best

”Het beste’ komt voor mij over als iets onbereikbaars. Je kunt na afloop namelijk altijd denken: had ik maar nóg meer mijn best gedaan. Geef in plaats daarvan een concreet doel, een ‘finish’. Zodat je kinderen zelf kunnen aangeven hoe ver ze bereid zijn om te gaan.’

4. Geef nooit op

‘Kinderen hoeven niet alleen maar vol te houden. Wat nu als je kind toets na toets heeft gemaakt, elk college kan dromen en vervolgens toch afgewezen wordt voor een studie? Moet-ie dan toch maar blijven doorgaan? Ik ben in mijn leven vaak genoeg gestopt met bepaalde dingen en dat leek achteraf een goede beslissing. Bijvoorbeeld die keer dat ik een jaar bezig was met solliciteren voor een tweejarige stage in Afrika en kort voor mijn vertrek verliefd werd op iemand hier. Ik gaf mijn levenslange droom op en nu zijn we vier kinderen en een fantastisch huwelijk verder. Wat je wel tegen je kind kunt zeggen? Blijf volhouden, ook als het moeilijk is. Tenzij je leven verandert: luister dan vooral naar je gevoel.’

Bron: Scary Mommy