Column Roos: ‘Wanneer is mijn kind zo reusachtig geworden?’

17.10.2018 11:12
Roos Schlikker

Roos Schlikker (42) is journalist, columnist en moeder van zoons Miró (8) en Róman (6). In Kek Mama schrijft ze over haar gezinsleven.

Het past niet meer. Ik lig op de bank en boven op me leunen een heleboel lichaamsdelen. Eén arm rond de mijne, een knie in mijn dij, een schouder tegen mijn milt. En dan dat hoofd, met al dat haar. Zwaar op mijn ene borst die ietwat afgekneld raakt. Wanneer is dit kind zo reusachtig geworden?
 

Lekker belangrijk

De afgelopen negen jaar, is het simpele antwoord. Miró is wat grieperig en wil maar één ding: dicht bij zijn moeder zijn. Dat komt goed uit, want als ik iets graag doe met mijn zieke kinderen is het hen wiegen, aaien en troosten. Zelfs als het een bijna-tiener betreft die plotseling dol is op de onverschillig bedoelde woorden Lekker Belangrijk.

Want ik weet dat hij mij nu echt lekker belangrijk vindt. En ik kan wel denken aan alle gewichtige dingen die ik vanmiddag nog moest doen – facturen maken, een stuk schrijven, de btw betalen – maar ik kan het ook laten. Dat is het grootste privilege dat ouders hebben. Wij volwassenen die de hele dag ons ego moeten opblazen, als kikkers die hun hals vol lucht pompen. Kijk eens hoe essentieel ik ben. Kijk eens wat ik presteer. Kijk eens wat ik neerzet. Op het moment dat wat we daadwerkelijk op de wereld hebben gezet zwakjes en pieperig is, mogen we alles uit onze handen laten vallen en hoeven we maar één ding te doen: er zijn.

Dus ben ik er, terwijl hij zich boven op mij omdraait. “Au.”
“O sorry, doe ik je pijn, mam?”
“Geeft niet, kind.”

Lees ook
10 Momenten waarop ik me realiseer dat mijn kinderen groot worden >

 

Glorietijden

Bijna tien jaar geleden raakte ik zwanger van hem. We zijn dus al een decennium samen. In een niet zo heel erg verre verte dreigt de puberteit. Dit zijn de gloriejaren, denk ik stiekem soms. Maar dat vond ik ook toen Miró en Róman baby’s waren. Ik kon me niet voorstellen dat ik ooit afscheid zou kunnen nemen van hun dunne fontanelletjes. En de kleutertijd, toen ze nog zo volstrekt verbaasd naar hun eigen handjes en voetjes konden kijken. En de eerste klassen op school. Het leren lezen.

Het waren allemaal glorietijden. Net als nu. Want de jongens groeien, maar gelukkig groei ik met ze mee. Dus lig ik op de bank, bedolven onder die zooi ledematen. Miró is zwaar, maar als we niet te woest bewegen, gaat het best. Heel voorzichtig tilt hij zijn hoofd even op en plant hem in mijn oksel.

Het past precies.
 

Deze column staat in Kek Mama 10-2018.

 

 

 

Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >