10 Kinderuitspraken waar ik onzeker van kan worden

15.01.2018 17:34
Beeld: 123RF Beeld: 123RF

Kek Mama’s Jorinde zit doorgaans prima in haar vel. Maar soms maakt één van haar jongens een opmerking, waardoor ze opeens denkt: o jee, doe ik het allemaal wel goed als moeder?

“Hé mam”, zegt zoon (10), terwijl hij met zijn broek op zijn enkels vanaf de wc toekijkt terwijl ik me uitkleed voor het douchen. “Ik wil niet vervelend zijn, maar jij bent ook niet meer bepaald de dunste, hè.” Zo, ook goeiemorgen. Net nu ik me met drie kilo minder best skinny-jeans-proof achtte, na twee weken rauwkost en nul wijn. “Zeg schat”, reageer ik, “dat willen vrouwen echt nooit horen hoor, daar win je later geen harten mee.”

Ondertussen werp ik een bezorgde blik in de badkamerspiegel. Oké, ik ben geen twintig meer, maar voor een moeder van twee kinderen kan dit lijf er toch nog best mee door? Voor de zekerheid scrub ik tijdens het douchen een keertje extra; helpt vast tegen de cellulitis – die overigens ook best meevalt. Toch: mijn kinderen raken me, door mijn eigen stomme onzekerheid, wel vaker met iets onbenulligs.

  1. Wanneer ze bijvoorbeeld opmerken: “Goh, die jurk heeft de moeder van Max ook, maar bij haar staat ‘ie echt heel, eh, ánders.” Waarna zoon beeldend over zijn heupen wrijft en zegt: “Iets minder wijd, zeg maar.”
     
  2. Of in de auto op weg naar school en werk constateren: “Ga je zó naar de redactie? Hallo, ik zie je borsten hoor!” Wat natuurlijk gewoon een welving in mijn V-hals is, maar waardoor ik de rest van de rit bezorgd naar beneden gluur, en me afvraag of dit nou echt een tikkeltje te gewaagd is. En ik uit voorzorg mijn wintersjaal ook binnen maar om houd. Bij twintig graden Celsius.
     
  3. Als ik jongste afzet bij tennisles, terwijl ik oudste naar turntraining taxi en onderweg nog iets van boodschappen probeer te regelen, en hij met lichte teleurstelling vraagt: “O, blijf je niet kijken? De andere moeders zijn er wel altijd bij.”
     
  4. En mijn kinderen tijdens wintersport vier dagen op skiles moeten (“Het is een investering schat, later ben je me er dankbaar voor, wanneer je als een ninja de berg af zoeft, en de regels van de piste kent”). En zoon na afloop droogjes stelt: “Ik heb wel zin in de zomervakantie, mam, want dan zie ik je tenminste.”
     
  5. Wanneer klasgenootjes wél vijf euro zakgeld per week krijgen. En zes keer per jaar nieuwe schoenen. Voor onder hun nieuwe merkjas. Omdat de oude nog wel past, maar zó last season is.
     
  6. Maar mijn jongens, terwijl ik in mijn eentje zit te kostwinnen, tegelijkertijd met quasi-pruillip zeggen: “De moeder van Sophie heeft altijd tijd voor spelletjes met ons. En ze helpt ook elke week op school.”
     
  7. Als de juf om half tien ’s ochtends belt dat mijn kind ziek is, maar ik toch echt niks aan hem heb gemerkt bij het opstaan. En hij bij het ophalen op luide toon foetert: “Ik zeí vanochtend toch al dat ik hoofdpijn had.”
     
  8. Of deze: “De vriendin van papa draagt echt nooit een joggingbroek op vrijdagavond. En ze is nooit chagrijnig.”
     
  9. Maar daar doodleuk achteraan gooien, terwijl ze met mijn motorhelm op hun hoofd over de bank springen en joelen dat ze pizza willen: “Jij bent zo relaxed, mam, bij andere kinderen thuis mag dit allemaal niet.” En ik me de rest van de avond afvraag of ik misschien losgeslagen ben als moeder, of ontaard.
     
  10. Terwijl ik de opmerking dat ik ‘kapot cool’ ben omdat ik nooit straf geef, maar gewoon lekker in mijn zak steek. Want te diep décolleté, krenterig met zakgeld en soms wat losgeslagen of niet: die straf hebben ze simpelweg nooit nodig. Wat al mijn onzekerheden misschien wel in één klap overbodig maakt.

 

Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >