‘Het lijkt wel of het vergelijken van kinderen een wedstrijd is geworden’

29.02.2020 16:52
Mariëtte Middelbeek

Mariëtte Middelbeek is chef redactie van Kek Mama en auteur. Samen met haar man Erik heeft ze twee kinderen: zoon Casper (5) en dochter Nora (4).

Ik wist het destijds nog niet, maar met de geboorte van mijn eerste kind kwam er een meetlat in mijn leven. Een meetlat waarop mijn kind voortdurend wordt vergeleken met andere baby’s/peuters/kleuters en, vermoed ik, later ook pubers. Ik bedoel niet de meetlat van het consultatiebureau of de schoolmethode waarmee de ontwikkeling in de gaten wordt gehouden. Nee, ik bedoel de Meetlat der Andere Ouders.
 

Nationale sport

Kijk, een beetje vergelijken vind ik normaal. Nog wel leuk ook. Maar het lijkt wel alsof vergelijken een nationale sport is geworden. Of een wedstrijd. Wie kan het eerst omrollen, praten, lopen, schrijven, staartdelingen maken? Waarbij de prestatie van het kind dan een beetje lijkt af te stralen op de ouders. Alsof je een beter gelukte ouder bent als je kind als eerste ‘mama’ zegt of z’n naam in het Chinees schrijft, of zo.
 

Wedstrijd

Ik zou in dat geval niet erg goed uit de wedstrijd komen. Casper is geen voorloper, geen achterloper, hij doet gewoon lekker mee. Of hij tot het vluggere deel van de klas behoort, het zal wel. Hij is vijf en om die reden vind ik dat hij vooral moet spelen. Je kan nog je leven lang schrijven (ik) of rekenen (ik niet), en je kan ook nog je leven lang worden afgerekend op prestaties.

Het kan Casper niet schelen of z’n vriendjes het alfabet achterstevoren kunnen opzeggen en de tafel van 42 kennen. Ook houdt hij zich niet bezig met de vraag of hij versneld naar groep 3 kan. Het antwoord is: niet. Iets waar ik blij om ben, want mij lijkt dat een kind dan nóg jonger naar de brugklas gaat, maar kennelijk is het een dingetje, want ik krijg voortdurend de vraag of Casper wel in aanmerking komt voor versnelling.
 

Lees ook
‘Afluisteren hoe andere ouders opvoeden: ik word er bijzonder vrolijk van’ >

 

Lekker op je eigen moment

Zwemles, ook zo’n onderwerp dat zich leent voor vergelijking. De enige reden dat ik hoopte dat Casper een record zou breken (ik googelde op ‘zwemdiploma binnen drie maanden’, maar dat bleek zeldzaam) is het onhandige tijdstip van de les. Onlangs dacht ik dat we een enorme sprong voorwaarts hadden geboekt. Apetrots kwam Casper de zwemles uit met een briefje in zijn hand. Ik rekende uit dat als hij na twee maanden Kikker 1 had gehaald, hij binnen een jaar zijn A-diploma zou halen.

Maar, zo bleek, het betrof hier een Opkikker. Een aanmoediging voor kindertjes die voorlopig sowieso hun Kikker 1 niet hebben. Casper maakte het niet uit. ’s Avonds in bed lag hij helemaal blij te zijn met een heus “Dilpoma, hè mam?” “Ja schat,” zei ik wel tien keer, “jij hebt een prachtig dilpoma te pakken.” En weet je, ieder ander dilpoma haal je lekker op je eigen moment. Ik zal altijd voor je klappen.
 

Deze column staat in Kek Mama 02-2020.

 

 

Meer Kek Mama? Neem een abonnement en profiteer van leuke aanbiedingen.